Aflevering 30

Gepubliceerd op 28 juli 2005

NTFR 2005/971 - Key entrepreneurial risk-taking functions

Aflevering 30, gepubliceerd op 28-07-2005 geschreven door prof. dr. I.J.J. Burgers
De OESO is, in nauwe samenwerking met deskundigen uit de praktijk, al enige jaren bezig met het verder preciseren van de werking van de ondernemingssplitsingstheorie neergelegd in art. 7 OESO–Modelverdrag. In 2001 werden het Conceptrapport Algemeen Deel (Deel I), het Bankenrapport (Deel II) en het Global financing rapport (Deel III) op de website van de OESOwww.oecd.org. geplaatst. Naar aanleiding van suggesties en kritiek vanuit het bedrijfsleven werd besloten eerst de specifieke Conceptrapporten aan te passen. In 2003 werden herziene versies van het Bankenrapport en het Global financing rapport gepubliceerd. De kritiek en suggesties op deze Conceptrapporten werden verwerkt in het Algemeen Deel. Een tweede concept van dit deel werd op 2 augustus 2004 op de website geplaatst. Op 27 juni 2005 volgde Deel IV inzake de winsttoerekening aan verzekeringsmaatschappijen. De OESO verwacht nog dit jaar ook de herziene versies van de Delen II en III te zullen publiceren en de definitieve versies van de Rapporten uiterlijk in januari 2007 af te ronden. Daarna zal het Commentaar bij art. 7 OESO–Modelverdrag worden aangepast en mogelijkerwijs ook de bewoording van art. 7 OESO–Modelverdrag worden gewijzigd. www.oecd.org 27 juni 2005.

NTFR 2005/976 - Besluiten met betrekking tot oudedagsreserve geactualiseerd

Aflevering 30, gepubliceerd op 28-07-2005
De staatssecretaris heeft alle besluiten op het terrein van de oudedagsreserve geactualiseerd. Een aantal besluiten of onderdelen van besluiten hebben hun belang verloren. Verder zijn de in de eerder uitgebrachte besluiten over de oudedagsreserve opgenomen antwoorden op zogenoemde helpdeskvragen niet opnieuw uitgebracht. Voor zoveel nodig worden deze antwoorden verwerkt in voorlichtingsmateriaal. De staatssecretaris voegt de thans nog geldende standpunten op het terrein van de oudedagsreserve samen in een nieuw besluit. In één van de standpunten is een wijziging aangebracht. Volgens onderdeel 3.1 achtte de staatssecretaris het niet bezwaarlijk als de oudedagsreserve niet op de balans zou worden opgenomen, indien vanuit de commerciële jaarstukken door middel van een aansluitberekening de oudedagsreserve zou worden gepresenteerd. In het nieuwe besluit is hieraan toegevoegd dat deze toezegging met ingang van het belastingjaar 2004 (boekjaar 2003/2004) niet meer geldt. De oudedagsreserve moet dan worden opgenomen in de desbetreffende onderdelen van de (elektronische) winstaangifte. Verder bevat het besluit geen nieuw beleid.

NTFR 2005/978 - Invoering gecombineerde loonaangifte werkgevers definitief per 1 januari 2006

Aflevering 30, gepubliceerd op 28-07-2005
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën hebben definitief besloten tot invoering van de gecombineerde loonaangifte met ingang van 1 januari 2006. Werkgevers moeten dan bij één loket (Belastingdienst) loonaangifte doen. Op basis van die aangifte heft en int de Belastingdienst zowel loonbelasting/premie volksverzekeringen als premies werknemersverzekeringen. Nu heft en int het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) nog de premies werknemersverzekeringen.

NTFR 2005/990 - Herzien berekeningsmodel voortzettingswaarde Successiewet

Aflevering 30, gepubliceerd op 28-07-2005
In zijn besluit van 12 februari 2004, nr. CPP2003/3061M, NTFR 2004/388, heeft de staatssecretaris aangegeven, dat voor de berekening van de voortzettingswaarde als bedoeld in art. 35c, lid 1, SW 1956 de discounted cash flow-methode kan worden gebruikt. Hiervoor wordt een rekenmodel gehanteerd. De parameters en normen die in het rekenmodel worden gebruikt, worden jaarlijks gepubliceerd in een beleidsbesluit. Het onderhavige besluit vervangt het eerdere besluit van 22 februari 2004, nr. CPP2004/322M, NTFR 2004/387.

NTFR 2005/996 - Belastingverdrag met VS; besluit hybride entiteiten

Aflevering 30, gepubliceerd op 28-07-2005
In dit besluit geeft de staatssecretaris van Financiën een goedkeuring voor de situatie van Amerikaanse bedrijven die hun belangen in Nederlandse dochterbedrijven hebben vormgegeven door tussen de Amerikaanse moeder en de Nederlandse dochter een hybride entiteit te plaatsen (in de VS niet-transparant; in Nederland wel transparant). Onder voorwaarden kan toepassing van het nieuwe art. 24, lid 4 (hybride-entiteitenbepaling) uit het belastingverdrag met de VS achterwege blijven, waardoor op dividenduitkeringen vanuit de Nederlandse dochter toch het verlaagde verdragstarief aan dividendbelasting kan worden toegepast. Eén van de voorwaarden is dat het moet gaan om reële activiteiten in of via Nederland.