Aflevering 30

Gepubliceerd op 27 juli 2006

NTFR 2006/1032 - Over key management

Aflevering 30, gepubliceerd op 27-07-2006 geschreven door prof. dr. I.J.J. Burgers
De inhoud van het begrip feitelijke leiding houdt al vele jaren de gemoederen van het internationaal belastingrecht beoefenende fiscalisten bezig. De vestigingsplaats van een vennootschap wordt veelal zowel naar nationaal recht als naar verdragsrecht bepaald aan de hand van de feitelijke leiding. Wat door Nederland gesloten verdragen betreft zijn de uitzonderingen de verdragen met: – de Verenigde Staten en Canada: deze verdragen kennen een ‘onderling overlegprocedure‘ als tiebreaker–regel. Het Verdrag met de Verenigde Staten kent naast de tiebreaker–regel een ‘limitation of benefits‘–bepaling. Alleen als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan kan gebruik worden gemaakt van de verdragsvoordelen. – Duitsland. In dit verdrag is de statutaire zetel doorslaggevend als een rechtspersoon in geen van de verdragsluitende staten de plaats van leiding heeft. – Zwitserland. Dit verdrag geeft bij dubbele vestigingsplaats voorrang aan de statutaire zetel.– Ierland. Hierin is bepaald dat een lichaam als inwoner van Nederland c.q. Ierland kwalificeert als het wordt geleid en bestuurd in Nederland c.q. Ierland. Maar deze verdragsbepaling tast niet de vennootschapsbelastingbepalingen van de nationale wet van Ierland aan als het lichaam in Ierland is opgericht en niet in Nederland wordt geleid en bestuurd. De nadere invulling van deze open norm is doorgaansNederland heeft in het Protocol bij het in 2004 met Albanië gesloten verdrag een – met de door de OESO–TAG voorgestelde toevoeging aan het Commentaar vergelijkbare – bepaling opgenomen waarin het begrip feitelijke leiding nader is omschreven. Bij het bepalen van de ‘place of effective management‘ zijn voor de toepassing van dat verdrag de volgende factoren van belang: – waar worden op het hoogste niveau belangrijke politieke beslissingen over het management van de vennootschap genomen; – welk bedrijfsdeel speelt vanuit economisch en functioneel gezichtspunt bezien een belangrijke rol in het management van de vennootschap; en – waar worden de meest belangrijke delen van de boekhouding bewaard. En één van de voorwaarden die in de ‘limitation on benefits‘–bepaling in het met de Verenigde Staten gesloten verdrag staat is dat sprake moet zijn van een lichaam dat wordt geleid en bestuurd in een van de verdragssluitende staten, zijnde de staat waar ‘executive officers‘ en ‘senior management employees‘ hun dagelijkse verantwoordelijkheden voor strategische, financiële en operationele beleidsbeslissingen voor het lichaam meer uitoefenen dan in enige andere staat en de stafleden meer van de dagelijkse activiteiten die nodig zijn om die beslissingen voor te bereiden en te maken uitoefenen dan in enige andere staat. overgelaten aan de rechter.

NTFR 2006/1039 - Vervolgprocedure werkafspraak fiscus-landbouwboekhoudkantoren

Aflevering 30, gepubliceerd op 27-07-2006
In NTFR 2006/829 maakten wij melding van een werkafspraak van 16 mei 2006 tussen de Belastingdienst en de overkoepelende vereniging van landbouwboekhoudkantoren, de Vereniging van Accountants- en belastingadviesbureaus VLB, over de uitvoering van het besluit van 8 maart 2006, nr. CPP2005/3338M, NTFR 2006/444. In dat besluit is het beleid opgenomen over de landbouwvrijstelling en de heretikettering van woning en ondergrond ingevolge de jurisprudentie en de wetswijzigingen per 27 juni 2000 en per 1 januari 2001. Van een abonnee ontvingen wij, waarvoor dank, een kopie van een brief over de vervolgprocedure. De brief van de Belastingdienst Oost is verzonden aan alle adviseurs die voor 1 juli 2006 een lijst met deelnemers aan de werkafspraak hebben ingestuurd. In deze brief wordt invulling gegeven aan punt 6.12 van de werkafspraak over de inlevering van de digitale dossiers. Bij deze brief is als bijlage meegestuurd een set met vragen en antwoorden inzake het besluit van 8 maart 2006 en de werkafspraak van 16 mei 2006. Het betreft ruim 60 vragen. Onderwerpen die behandeld worden zijn o.m. wat kan worden geheretiketteerd, de verschillende vaststellingsovereenkomsten, waarde in bewoonde staat, taxatiewaarde, herinvesteringsreserve, staking. Op sommige vragen moet het antwoord nog worden gegeven.

NTFR 2006/1061 - Intrekking van besluiten op internationaal terrein

Aflevering 30, gepubliceerd op 27-07-2006
In het besluit van 15 november 2005, nr. CPP2005/2172M, NTFR 2005/1570, is een aanzienlijk aantal besluiten op het terrein van het internationale belastingrecht en internationale premieheffing ingetrokken. In onderhavig besluit wordt een verdere sanering in het aantal besluiten aangebracht. De minister verwacht op korte termijn besluiten te publiceren over de systematiek van de voorkoming van dubbele belasting in de belastingverdragen en over de internationale regels van sociale zekerheid. In deze nog te publiceren besluiten zullen bestaande beleidsregels worden samengevoegd en zal een aantal besluiten worden ingetrokken. De minister kondigt verder aan dat onderwerpen op het terrein van het internationale belastingrecht en de internationale premieheffing met een informatief karakter in het vervolg op een andere wijze, bijvoorbeeld via kennisgevingen of mededelingen, bekend worden gemaakt. Deze kennisgevingen en mededelingen zijn te vinden op de website van het Ministerie van Financiën. Ook is daar een overzicht te vinden van algemene informatie op internationaal fiscaal terrein, zoals een overzicht van de belastingverdragen. De informatie is te vinden op www.minfin.nl via onderwerpen – belastingen – belastingen internationaal. Ten slotte geeft de minister in aanvulling op het besluit van 15 november 2005, nr. CPP2005/2172M, NTFR 2005/1570, aan dat voorzover dat voor de toepassing van het besluit van 17 april 1998, nr. IFZ98/123 noodzakelijk mocht zijn, het besluit van 11 juni 1993, nr. IFZ93/342 zijn gelding onverminderd blijft behouden.

NTFR 2006/1062 - Onderlinge overlegprocedure met Frankrijk

Aflevering 30, gepubliceerd op 27-07-2006
Nederland en Frankrijk hebben afspraken gemaakt om de onderlinge overlegprocedures zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Een onderlinge overlegprocedure is een procedure tussen twee landen om in onderling overleg een oplossing te vinden voor situaties van dubbele belasting die niet door het belastingverdrag tussen die landen konden worden voorkomen. De afspraken houden o.m. een tijdschema in waarbinnen de procedure moet zijn afgehandeld. Verder worden in een gezamenlijke commissie twee keer per jaar de lopende zaken besproken. Ook wordt aandacht besteed aan de rol van de belastingbetaler om wie het gaat.