Aflevering 35

Gepubliceerd op 30 augustus 2007

NTFR 2007/1535 - Fiscale aspecten wetsvoorstel 31 065 (Invoeringswet titel 7.13 BW): Huiswerk overdoen!

Aflevering 35, gepubliceerd op 30-08-2007 geschreven door prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis
Op 6 juni jl. is de Invoeringswet titel 7.13 BW (wetsvoorstel nr. 31 065) ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel regelt in hoofdstuk 4 de fiscale aspecten van het nieuwe regime van de personenvennootschappen van titel 7.13 BW, zoals is voorgesteld bij (het civielrechtelijke) wetsvoorstel nr. 28 746, en dat thans in behandeling is bij de Eerste Kamer, maar door deze Kamer is aangehouden totdat de Invoeringswet met daarin de fiscale aspecten (ook) de Eerste Kamer heeft bereikt. De Eerste Kamer heeft mijns inziens terecht een hard punt gemaakt van de fiscale behandeling van het nieuwe regime voor personenvennootschappen en was niet bereid het civielrechtelijke wetsvoorstel (verder) te behandelen zonder dat de fiscale aspecten duidelijk zouden zijn. De ervaring heeft namelijk uitgewezen dat nieuwe civielrechtelijke rechtsfiguren pas hun nut gaan bewijzen in de praktijk als de fiscale aspecten ervan duidelijk zijn en eerder niet.Zo is het in het verleden bijvoorbeeld ook gegaan met de nieuwe civielrechtelijke figuren van de juridische fusie en de splitsing die in de praktijk pas goed zijn gaan lopen toen de fiscale aspecten ervan duidelijk waren geworden. Jammer misschien voor de civilisten, maar het is de werkelijkheid.

NTFR 2007/1536 - Moederschip vormt vaste inrichting; geen investeringsfaciliteiten

ECLI:NL:RBARN:2007:BA8958, datum uitspraak 31-05-2007, publicatiedatum 06-07-2007
Aflevering 35, gepubliceerd op 30-08-2007 met annotatie van mr. M. van Leeuwaarden Adv. LLM
Door middel van een in de loop van 2003 samen met de heer Y opgerichte vof houdt eiseres zich bezig met het organiseren van zeilvakanties in de Griekse wateren welke feitelijk zijn gestart in 2004. In 2003 bestonden deze activiteiten voornamelijk uit het oriënteren en contacten leggen op de inkoop- en verkoopmarkt. Verder heeft de vof hiertoe een zeiljacht (hierna: moederschip) aangekocht. In 2003 en begin 2004 heeft dit moederschip in een werf in Duitsland gelegen.

NTFR 2007/1551 - Bij gunning van aandelen in onroerendezaaklichaam is niet de economische eigendom verkregen

Aflevering 35, gepubliceerd op 30-08-2007 met annotatie van mr. drs. B.B.A. de Kroon LLM
Bij een verkoop bij inschrijving worden aan belanghebbende (X) aandelen in een onroerendezaakvennootschap gegund. Volgens de voorwaarden omvat de gunning ook de goederenrechtelijke overeenkomst tot overdracht van de aandelen onder de opschortende voorwaarde dat de koper (X) aan al zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. Voorafgaand aan de betaling heeft belanghebbende (X) zijn recht op levering van de hem gegunde aandelen aan derden (waaronder J bv) verkocht. De verkopers hebben de aandelen rechtstreeks aan die derden geleverd. Hof Den Bosch heeft geoordeeld dat gelet op de voorwaarden belanghebbende bij de gunning meer heeft gekregen dan uitsluitend het recht op levering in de zin van art. 2, lid 2, laatste volzin, Wet BRV, waardoor hij de economische eigendom heeft verkregen. Volgens het hof is de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting derhalve terecht opgelegd. De Hoge Raad casseert de hofuitspraak. Door de opschortende voorwaarde heeft de goederenrechtelijke overeenkomst tot het moment van de vervulling ervan – het voldoen aan de betalingsverplichting – geen werking en is er in zoverre geen sprake van meer dan uitsluitend een recht op levering in de zin van art. 2, lid 2, laatste volzin, Wet BRV.

NTFR 2007/1552 - Hofuitspraak wordt vernietigd vanwege vernietiging hofuitspraak in samenhangende zaak

ECLI:NL:HR:2007:BB1363, datum uitspraak 10-08-2007, publicatiedatum 10-08-2007
Aflevering 35, gepubliceerd op 30-08-2007 met annotatie van mr. drs. B.B.A. de Kroon LLM
Deze zaak hangt samen met HR 10 augustus 2007, nr. 42.315. Aan belanghebbende (J bv) is onderhavige naheffingsaanslag opgelegd tot behoud van rechten, voor het geval de rechter de aan X opgelegde naheffingsaanslag (zie HR nr. 42.315, NTFR 2007/1551) niet in stand mocht laten. Omdat Hof Den Bosch de aan X opgelegde naheffingsaanslag in stand liet, is onderhavige naheffingsaanslag door het hof vernietigd.

NTFR 2007/1555 - Bezwaar en beroep tegen loongegevens

Aflevering 35, gepubliceerd op 30-08-2007 geschreven door mr. E. Thomas
In deze beleidsregel maakt de staatssecretaris van Financiën het makkelijker om tegen de (hoogte van de) loongegevens in de jaaropgave bezwaar te maken. Vooruitlopend op een wijziging van de Algemene wet inkomensafhankelijke Regelingen (Awir) zal een belastingplichtige niet om uitreiking van een aangifte inkomstenbelasting hoeven te verzoeken om tegen een onjuiste vermelding van loongegevens bezwaar te kunnen maken.

NTFR 2007/1556 - Heffingsrente ten onrechte niet verminderd naar nihil

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA9874, datum uitspraak 06-06-2007, publicatiedatum 24-07-2007
Aflevering 35, gepubliceerd op 30-08-2007
Bij voorlopige aanslag is ten onrechte de gecombineerde heffingskorting uitbetaald. De ten onrechte uitbetaalde korting is bij definitieve aanslag verrekend. Daarbij is voorts bij afzonderlijke beschikking een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht. Rechtbank Haarlem heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep is uitsluitend nog in geschil of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de definitieve aanslag niet op grond van het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel overeenkomstig de voorlopige aanslag hoeft te worden vastgesteld en of de beschikking heffingsrente dient te worden gehandhaafd. Volgens het hof heeft de rechtbank het beroep op het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel terecht niet gehonoreerd. Het hoger beroep is toch gegrond omdat de inspecteur de heffingsrente op grond van uitlatingen van de staatssecretaris had behoren te verminderen tot nihil (brief van de staatssecretaris van Financiën van 21 april 2006, TK 2005-2006, 30300 IXB, nr. 38).

NTFR 2007/1560 - Naheffing van bij aankoop van grond in aftrek gebrachte voorbelasting is terecht

ECLI:NL:GHARN:2007:BB2208, datum uitspraak 20-06-2007, publicatiedatum 23-08-2007
Aflevering 35, gepubliceerd op 30-08-2007
Belanghebbende, ondernemer, heeft in juli 2002 een onbebouwd perceel grond gekocht met het oog op de realisatie van een kuuroord. De gemeente heeft daartoe een vergunning verleend. De grond is vervolgens aan belanghebbende geleverd. De in rekening gebrachte omzetbelasting heeft belanghebbende in het vierde kwartaal van 2002 in aftrek gebracht. Omdat de provincie de bouw van het kuuroord om ecologische redenen tegenhield, heeft belanghebbende de grond vrijgesteld van omzetbelasting verkocht (hij heeft de vergunning vóór de levering doen intrekken). De inspecteur heeft de eerder afgetrokken voorbelasting nageheven. In hoger beroep is het hof met Rechtbank Arnhem (31 maart 2006, nr. 05/2984) van oordeel dat dit terecht is. Het hof stelt voorop dat belanghebbende de grond voor het eerst heeft gebezigd op het moment dat hij de grond vrijgesteld leverde. Hierdoor is belanghebbende de te veel in aftrek gebrachte voorbelasting in het onderhavige tijdvak verschuldigd geworden. Het arrest Ghent Coal van het Hof van Justitie EG (zaak C-37/95) biedt belanghebbende volgens het hof geen soelaas. Anders dan in dat arrest heeft belanghebbende namelijk met het onderhavige investeringsgoed een belastbare handeling verricht, te weten een vrijgestelde levering als gevolg waarvan het ongebruikt het ondernemingsvermogen van belanghebbende weer heeft verlaten.

NTFR 2007/1563 - Kamervragen over uitbreiding belastingvrije invoer

Aflevering 35, gepubliceerd op 30-08-2007
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt kamervragen over het uitblijven van een verhoging van de vrijstellingsdrempel voor goedereninvoer uit landen buiten de EU. In november 2006 is in de Ecofin een politiek akkoord bereikt over de wijziging van de richtlijn betreffende de reizigersvrijstelling voor wat betreft de omzetbelasting en de accijnzen. Dat akkoord moet vervolgens een definitief besluit worden van de Ecofin Raad. Pas na definitieve aanvaarding van de richtlijn door de Ecofin Raad kan implementatie in de Nederlandse wetgeving plaatsvinden.

NTFR 2007/1565 - Nabij gelegen windmolens hebben een waardedrukkende invloed

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB2097, datum uitspraak 17-08-2007, publicatiedatum 22-08-2007
Aflevering 35, gepubliceerd op 30-08-2007
Belanghebbende vindt de aan zijn woning toegekende WOZ-waarde van € 268.000 te hoog. Hij wijst daarbij onder meer naar een nabij de woning gelegen windmolenpark. De gemeente stelt dat de windmolens geen prijsdrukkende werking hebben. De gemeente wijst daarbij op de verkoop van een nabijgelegen woning. De gemeente stelt dat de verkoopsom van deze woning overeenkomt met de transactiesommen van vergelijkbare woningen die niet nabij de windmolens zijn gelegen.