NTFR 2009/1694 - Keuze tussen v.i. en dochter minder fiscaal beïnvloed?
Aflevering 32, gepubliceerd op 06-08-2009 geschreven door prof. dr. I.J.J. BurgersDe fiscaliteit zou idealiter geen rol moeten spelen bij de structurering van internationaal opererende bedrijven. Realiteit is evenwel dat de fiscale factor in ieder geval een van de factoren is die de keuze beïnvloedt. Naast het belastingtarief en de omvang van de belastinggrondslag spelen onder meer vestigingsplaatscriteria, bronbelastingen en fiscale behandeling van het personeel een rol. Bij de keuze tussen een vaste inrichting en een dochtermaatschappij speelt voorts dat in vergelijking tot de – op zich al ingewikkelde – transfer pricing-problematiek in moeder-dochterverhoudingen de winstallocatieproblematiek bij vaste inrichtingen nog gecompliceerder is. In moeder-dochterverhoudingen vormt het contract uitgangspunt voor de winsttoerekening, zo nodig gecorrigeerd daar waar niet arm’s length wordt gehandeld. In hoofdhuis-v.i-verhoudingen ontbreekt een contract. Weliswaar kan met interne contracten worden gewerkt, maar in de praktijk leeft de gedachte dat belastingontgaan daarmee nog eenvoudiger is dan in moeder-dochterverhoudingen.