Aflevering 11

Gepubliceerd op 18 maart 2021

NTFR 2021/904 - Toedeling van ab-verliezen en art. 2.17, lid 5, Wet IB 2001

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 geschreven door mr. N.C.J.L. Boomsma-Slats
Op 18 februari 2021 heeft Van Lint een Opinie geschreven over informele kapitaalstortingen en de toerekening van ab-verliezen.A.J. van Lint, ‘Informele kapitaalstortingen en de toerekening van ab-verliezen’, NTFR 2021/578. Hierin gaat hij onder andere in op de fiscale behandeling van verliezen uit aanmerkelijk belang die kunnen ontstaan als gevolg van het verstrekken van een onzakelijke lening aan een bv waarin niet de geldverstrekker maar zijn partner aandelen heeft.

NTFR 2021/905 - Onrechtmatigheid en onbehoorlijk bestuur

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 geschreven door mr. J.D. Schouten
Een brief van beide staatssecretarissen van Financiën naar aanleiding van vragen van het Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA), met als onderwerp ‘Overzicht van wetten waar de Belastingdienst zich niet aan gehouden heeft’. In deze brief wordt ook ingegaan op het thema onrechtmatigheid.

NTFR 2021/910 - COVID-19: Voor TVL in eerste kwartaal 2021 geldt SBI-code van werkelijke hoofdactiviteit

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021
Ondernemers komen met ingang van het eerste kwartaal van 2021 in aanmerking voor TVL op basis van hun werkelijke hoofdactiviteit, in plaats van de SBI-code uit het Handelsregister. Staatssecretaris Keijzer van EZK vermeldt in een Kamerbrief dat de TVL-regeling twee hardheidsclausules krijgt. RVO gaat de hardheidsclausule toepassen zodra de wijzigingsregeling door de Europese Commissie is goedgekeurd.

NTFR 2021/912 - Internetconsultatie Besloten vennootschap met een maatschappelijk doel

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021
Op www.internetconsultatie.nl is een wettelijke regeling in consultatie gegaan die als doel heeft de erkenning en betere herkenning van maatschappelijke ondernemingen (waaronder ook begrepen sociale ondernemingen) die toebehoren aan een besloten vennootschap. Door middel van de regeling kan de status Besloten vennootschap met een maatschappelijk doel (BVm-status) worden verworven. Daarmee wordt aan met name zakelijke relaties duidelijk gemaakt dat voor de onderneming de maatschappelijke impact boven het uitkeren van winst aan aandeelhouders gaat. De verwachting is dat de regeling het de ondernemingen met een BVm-status en hun stakeholders gemakkelijker maakt om elkaar te vinden en met elkaar zaken te doen.

NTFR 2021/919 - Lumpsum wegens blijvende invaliditeit van Europol-agent vormt belastbaar loon

ECLI:NL:RBDHA:2020:12998, datum uitspraak 10-12-2020, publicatiedatum 24-12-2020
Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 met annotatie van mr. J. de Haan
algemene beginselen van behoorlijk bestuur, algemene maatschappelijke opvattingen, artikel 10a.8 Wet IB 2001 (wettekst 2014), artikel 15, aanhef en onderdeel b, Wet LB 1964 (wettekst 2010), beloningsvoordeel, genietingsmoment, integrale proceskostenvergoeding, interne belastingheffing, loon uit vroegere dienstbetrekking, nieuw feit, privévoordeel, rechtspositionele regeling, Smeerputarrest, ter behoud van rechten, uitzonderlijke omstandigheden, vrije vergoeding, vrijstelling

NTFR 2021/922 - Beantwoording Kamervragen over ATAD2, beleggingsinstellingen en DAC6

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 geschreven door dr. H.J. Bresser
De demissionair staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beantwoordt Kamervragen over ATAD2, beleggingsinstellingen en DAC6. Als eerste worden Kamervragen over de implementatie van ATAD2 beantwoord. Erkend wordt dat ATAD2 kan leiden tot dubbele belastingheffing. De tekst van ATAD2 biedt volgens de Europese Commissie ruimte om op nationaal niveau dubbele belastingheffing door de toepassing van de hybride mismatchmaatregelen in bepaalde gevallen te voorkomen. De staatssecretaris kondigt een beleidsbesluit aan waarin meer duidelijkheid wordt verstrekt.

NTFR 2021/923 - Wettelijke omzetting eeuwigdurend vruchtgebruik in volle eigendom is btw-belaste levering door gemeente (Gmina Wroclaw)

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 met annotatie van mr. M. Soltysik
De gemeente Wroclaw was eigenaar van onroerend goed waarop ten behoeve van gebruikers een eeuwigdurend recht van vruchtgebruik rustte. Houders van een dergelijk recht betaalden hiervoor jaarlijks een vergoeding aan de gemeente. Krachtens de Poolse omzettingswet is het recht van eeuwigdurend vruchtgebruik voor percelen met een woonbestemming per 1 januari 2019 omgezet in een recht van volle eigendom op deze percelen. De houders van dit recht betalen gedurende twintig jaar een jaarlijkse omzettingsvergoeding aan de gemeente, of kunnen deze in één keer afkopen. De verwijzende rechter vraagt zich ten eerste af of sprake is van een levering van goederen in de zin van art. 14, lid 2, onderdeel a, Btw-richtlijn, of in de zin van lid 1 van dat artikel. Ten tweede wenst de verwijzende rechter van het HvJ te vernemen of een gemeente bij de omzetting van het recht handelt als belastingplichtige of als overheid.

NTFR 2021/924 - Belasting op door kredietinstellingen aangehouden deposito’s van cliënten is geen omzetbelasting, wel in strijd met vrijheden van vestiging en kapitaal (Novo Banco)

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 met annotatie van mr. N. Arzini en mr. J.P.W.H.T. Becks
Novo Banco is een kredietinstelling met hoofdzetel in Portugal en een filiaal in Spanje. Voor het belastingjaar 2012 zijn aan haar verschillende belastingaanslagen opgelegd uit hoofde van de IDECA. De IDECA is een belasting op de deposito’s van cliënten van in Andalusië gevestigde kredietinstellingen. De IDECA voorziet in een algemene aftrekregeling voor kredietinstellingen die hun hoofdzetel in Andalusië hebben en die agentschappen in Andalusië hebben, en in een specifieke aftrekregeling voor kredieten, leningen en investeringen die zijn bestemd voor projecten in Andalusië in het kader van de strategie om de economie te verduurzamen. De verwijzende rechter wenst van het HvJ te vernemen of de vrijheid van vestiging, het vrij verrichten van diensten en het vrije verkeer van kapitaal zich verzetten tegen de regeling van algemene en specifieke aftrekken waarin de IDECA voorziet.

NTFR 2021/927 - Wet implementatie richtlijnen elektronische handel aangenomen

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 geschreven door prof. mr. dr. R.A. Wolf
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel Wet implementatie richtlijnen elektronische handel aangenomen. Daarbij is een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht ICT een specifiek onderdeel te laten zijn van de op te tuigen inspectie op de Belastingdienst, en deze inspectie (on)gevraagd te laten rapporteren.

NTFR 2021/939 - Advies onafhankelijke deskundige inzake mogelijke nietigheid besluitvorming in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 geschreven door mr. dr. E.A.M. Huiskers
Tijdens het algemeen overleg kinderopvangtoeslag van 15 december 2020 heeft Kamerlid Omtzigt (CDA) vragen gesteld over eventuele nietigverklaring van besluiten die door Belastingdienst/Toeslagen zijn genomen in het kader van de hersteloperatie van de kinderopvangtoeslag. Naar aanleiding van deze vragen heeft de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane een onafhankelijke deskundige ingeschakeld om een juridische analyse te maken van de consequenties van een eventuele aanname van nietigheid van eerdere besluiten en om de vraag te beantwoorden of een dergelijke aanname zal bijdragen aan een snelle(re) afhandeling van de toeslagenaffaire.

NTFR 2021/942 - EC verzoekt Frankrijk om wijziging van de bronbelasting op dividenden uitbetaald aan unit-linked-verzekeringsmaatschappijen in andere EER-lidstaten

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 geschreven door mr. C.C. Maree
De Europese Commissie heeft Frankrijk een aanmaningsbrief gestuurd waarin zij erop aandringt de bronbelasting op dividenden die worden uitgekeerd aan unit-linked-verzekeringsmaatschappijen in andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER), te wijzigen. Een unit-linked-verzekering is een levensverzekeringsstelsel waarbij de door de verzekeringnemer betaalde premies worden gebruikt voor de aankoop van rechten van deelneming in door hem gekozen beleggingsfondsen en waarbij de door de fondsen uitgekeerde dividenden door de verzekeraar aan de verzekeringnemer worden doorgegeven. Unit-linked-verzekeringsmaatschappijen die in EER-lidstaten zijn gevestigd, zijn verplicht een definitieve bronbelasting over ontvangen Franse dividenden te betalen. De in Frankrijk gevestigde unit-linked-verzekeringsmaatschappijen betalen echter geen bronbelasting over deze dividenden, of kunnen de betaalde bronbelasting verrekenen met de Franse vennootschapsbelasting, die gelijk is aan nul. De Commissie is van oordeel dat deze regels in strijd zijn met het vrije verkeer van kapitaal (art. 63, lid 1, VWEU en art. 40 EER-Overeenkomst). Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

NTFR 2021/943 - EC verzoekt Zweden om wijziging van zijn voorschriften inzake dividendbelasting voor niet-ingezeten pensioeninstellingen

Aflevering 11, gepubliceerd op 18-03-2021 geschreven door mr. C.C. Maree
De Europese Commissie heeft besloten Zweden een aanmaningsbrief te sturen waarin zij de aandacht vestigt op de mogelijke onverenigbaarheid van zijn wetgeving met de EU-wetgeving inzake de belasting op dividenden die aan openbare pensioeninstellingen worden uitgekeerd. Zweedse openbare pensioenfondsen zijn als overheidsinstanties volledig vrijgesteld van belastingplicht, maar dividenden die worden uitgekeerd aan gelijkwaardige niet-ingezeten openbare pensioeninstellingen worden onderworpen aan een bronbelasting, doorgaans tegen een verlaagd tarief van 15%, zoals bepaald in de belastingverdragen tussen Zweden en andere EU/EER-landen. De Commissie is van mening dat een dergelijke fiscale regeling op grond waarvan dividenden die aan buitenlandse openbare pensioeninstellingen worden uitgekeerd, minder gunstig worden behandeld dan soortgelijke uitkeringen in een zuiver binnenlandse situatie, een inbreuk kan vormen op het vrije verkeer van kapitaal (art. 63, lid 1, VWEU en art. 40 EER-Overeenkomst). Zweden heeft nu twee maanden de tijd om op de argumenten van de Commissie te antwoorden; daarna kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.