NTFR 2012/2745 - Pleidooi voor prejudiciële procedure in belastingzaken
Aflevering 49, gepubliceerd op 06-12-2012 geschreven door prof. dr. A.J.H van SuilenOp 1 juli 2012 is zowel de Wet versterking cassatierechtspraakStb. 2012, 116. als de Wet prejudiciële vragen aan de Hoge Raad Stb. 2012, 65. in werking getreden. Beide wetten vloeien voort uit de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie-Hammerstein uit 2008.Zie het rapport Versterking van de cassatierechtspraak van de Commissie normstellende rol Hoge Raad (Commissie Hammerstein), Den Haag, februari 2008 (Kamerstukken II, 2007-2008, 29 279, nr. 69). Bij eerstgenoemde wet is art. 80a Wet RO ingevoerd. Deze bepaling biedt de Hoge Raad de mogelijkheid om zaken aan de poort te selecteren. Zaken waarin de Hoge Raad geen taak heeft te vervullen, kunnen in een vroeg stadium van de cassatieprocedure niet-ontvankelijk worden verklaard.HR 9 november 2012, nr. 12/03443, LJN BY2669, NTFR 2012/2595, is het eerste arrest waarin de belastingkamer een cassatieberoep niet-ontvankelijk heeft verklaard met toepassing van art. 80a Wet RO.Uitgebreid over art. 80a Wet RO in belastingzaken zie R.E.C.M. Niessen, ‘Art. 80a Wet RO: Versterking cassatierechtspraak of beperking van de rechtsbescherming?’, NTFR-B 2012/22. In deze Opinie besteed ik geen aandacht aan art. 80a Wet RO. Bij de Wet prejudiciële vragen is art. 81a Wet RO ingevoerd. Op grond van deze bepaling kunnen rechtbanken en hoven prejudiciële vragen stellen aan de Hoge Raad. Vooralsnog staat deze mogelijkheid alleen open in civiele zaken.In de Awb of AWR is vooralsnog geen bepaling opgenomen die het mogelijk maakt om in belastingzaken prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Over vijf jaren worden de ervaringen in de civiele procedures geëvalueerd. De verwachting is dat in civiele zaken niet in grote getale gebruik zal worden gemaakt van de prejudiciële procedure.Kamerstukken II, 2010-2011, 32 612, nr. 6, p. 4: In Frankrijk worden jaarlijks dertien prejudiciële vragen beantwoord. Naar verwachting zal dat aantal in Nederland niet hoger uitvallen. I. Giesen, Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad, De Hoge Raad in 2025, Boom, Den Haag 2011, p. 59, denkt aan gemiddeld tien zaken per jaar. In belastingzaken zou volgens de wetgever onvoldoende behoefte bestaan aan prejudiciële vraagstelling.Kamerstukken II, 2010-2011, 32 612, nr. 6, p. 1. In deze Opinie bezie ik de wenselijkheid van een prejudiciële procedure in belastingzaken. Mijn conclusie is dat die wenselijkheid er is. Daarom stel ik voor om de prejudiciële procedure van art. 81a Wet RO op korte termijn ook van toepassing te verklaren in het belastingrecht.