NTFR 2013/110 - Zonder bijzonder tarief, bijzonder?
Aflevering 3, gepubliceerd op 17-01-2013 geschreven door mr. A.J. van LintBij de invoering van de Wet IB 2001 zijn de tarieven van de loon- en inkomstenbelasting verlaagd. Tevens werden alle bijzondere tarieven afgeschaft. Ondanks diverse pogingen vanuit de Tweede Kamer om in ieder geval in bepaalde situaties het bijzonder tarief te handhaven, wisten de bewindslieden niet van wijken en moesten alle bijzondere tarieven eraan geloven. De verantwoordelijke bewindslieden voor het Ministerie van Financiën waren destijds van PvdA- (Willem Vermeend) en VVD-huize (Gerrit Zalm). Ook thans wordt dit ministerie geleid door politici van deze twee partijen. Het mag dan ook enigszins opmerkelijk worden genoemd dat in het kader van de overgangsregeling van de (afgeschafte) levensloopregeling de staatssecretaris het voorstel heeft gedaan – dat door de Kamer zonder discussie is overgenomen – om bij eenmalige opname van het levenslooptegoed in 2013 een (de facto) bijzonder tarief toe te passen.In het kader van de overgangsregeling is niet gekozen voor een expliciet bijzonder tarief, maar voor een beperking van de grondslag van de heffing tot 80% van het tegoed op 31 december 2011 bij opname ineens van het gehele tegoed in 2013. De reden van deze grondslagversmalling is evenwel de wens om het progressienadeel te matigen en mogelijk de economie te stimuleren in 2013: ‘Met deze 80%-regeling kan door werknemers min of meer worden bewerkstelligd dat een eventueel progressienadeel vanwege de eenmalige opname van het levenslooptegoed wordt weggenomen. Door de 80%-regeling alleen te laten gelden voor degenen die in 2013 het volledige tegoed opnemen, kan er mogelijk ook in het jaar 2013 een impuls aan de economie worden gegeven.’ Kamerstukken II, 2012–2013, 33 402, nr. 14, p. 5. De regeling geldt ook voor tegoeden op 31 december 2011 van minder dan € 3.000. ‘Ook in deze gevallen kan immers sprake zijn van een progressienadeel.’ Kamerstukken II, 2012–2013, 33 402, nr. 14, p. 5.