Aflevering 50

Gepubliceerd op 10 december 2024

NTFR 2024/1965 - Wat is fiscale ethiek? Verbeter de wereld, maar begin niet bij jezelf?

Aflevering 50, gepubliceerd op 10-12-2024 geschreven door mr. drs. W.A.P. Nieuwenhuizen
In het inmiddels bijna voorbije jaar heb ik in alle hoorcolleges die ik op de Universiteit van Amsterdam heb gegeven een fiscaal-ethisch vraagstuk bij mijn studenten neergelegd. Ze werden inderdaad ‘doodgegooid’ met fiscale ethiek, zoals Anna Gunn in haar onlangs verschenen Opinie, ‘Over de fiscaal-ethische generatiekloof en het “doodgooien” van studenten’, NTFR 2024/1849, stelt. Zij wil graag een discussie over fiscale ethiek op de universiteit. Dat is goed wat mij betreft, maar dan wil ik wel eerst weten wat ethiek is. Wie bepaalt wat ethisch handelen is? Wie ben ik, een niet in fiscale ethiek opgeleide docent, laat staan iemand die zich hierin deskundig mag noemen, om hier les in te geven? Mijn opdracht om ieder hoorcollege een fiscaal-ethisch vraagstuk te behandelen leverde mogelijk niet de boodschap op die men in gedachten had: het is ‘de overheid’ die fiscaal-onethisch handelt, terwijl het juist ‘de overheid’ zelf is die moet bepalen wat ethisch is en daartoe totaal niet in staat is. Of geldt er een nieuw beginsel dat luidt: verbeter de wereld, maar begin niet bij jezelf?

NTFR 2024/1974 - RvS: nieuwe box 3-stelsel te complex

Aflevering 50, gepubliceerd op 10-12-2024
De Afdeling advisering van de Raad van State (RvS) heeft advies uitgebracht op het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3. De RvS adviseert het wetsvoorstel niet in deze vorm in te dienen bij de Tweede Kamer en de vormgeving opnieuw te bezien.

NTFR 2024/1978 - Antwoorden op Kamervragen rechtsherstel box 3

Aflevering 50, gepubliceerd op 10-12-2024
De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst heeft vragen beantwoord van de Eerste Kamer over het rechtsherstel box 3, het toekomstige box 3-stelsel en het verhoogde eigenwoningforfait in box 1. Ook gaat hij in op de motie waarin onder meer wordt verzocht de tariefverhoging van het huidige box 3-stelsel ongedaan te maken.

NTFR 2024/1993 - Onduidelijk ingevuld dwangsomformulier is geen ingebrekestelling (art. 81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2024:1791, datum uitspraak 06-12-2024, publicatiedatum 06-12-2024
Aflevering 50, gepubliceerd op 10-12-2024
De ontvanger heeft belanghebbende een aanmaning gestuurd voor de betaling van de naheffingsaanslag MRB (€ 59) onder berekening van € 7 aanmaningskosten (hierna: kostenbeschikking). Nadien heeft de ontvanger een beschikking gestuurd, waarin is vermeld dat de aanmaningskosten worden verrekend met een teruggaaf (hierna: de verrekeningsbeschikking). Belanghebbende stelt in het bezwaarschrift dat sprake is van een onrechtmatige verrekening. Met dagtekening 25 oktober 2019 heeft belanghebbende een formulier ‘Dwangsom bij niet tijdig beslissen’ ingediend. Daarin staat omschreven dat er bezwaar bestaat tegen de verrekening. Op 12 maart 2020 stelt belanghebbende beroep in tegen het niet tijdig in behandeling nemen van het bezwaarschrift. De ontvanger heeft op 11 april 2022 een uitspraak op bezwaar gedaan inzake de kostenbeschikking. Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak ook beroep ingesteld. De rechtbank verklaart zich onbevoegd om te oordelen op het beroep tegen de uitspraak op bezwaar betreffende de verrekeningsbeschikking. Het beroep in verband met het niet tijdig nemen van een besluit op het bezwaar tegen de aanmaningskosten wordt gegrond verklaard. In hoger beroep klaagt belanghebbende onder andere erover dat de rechtbank zich onbevoegd heeft verklaard over de verrekening en dat geen dwangsom is toegekend voor het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. De ontvanger is het niet eens met de beslissing tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar over de kostenbeschikking. Volgens het hof (hof Amsterdam 20 juni 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1598, NTFR 2023/1354) heeft de rechtbank terecht overwogen dat de verrekeningsbeschikking een op grond van art. 24 Iw 1990 genomen besluit is. Tegen een dergelijk besluit staat geen beroep open bij de bestuursrechter. In dat geval kan evenmin met vrucht om een vergoeding van schade worden verzocht. De klachten van belanghebbende falen daarom. Evenals de rechtbank ziet het hof in het door belanghebbende ingediende ingebrekestellingsformulier niet voldoende duidelijk een ingebrekestelling voor het niet tijdig doen van een uitspraak op bezwaar over de kostenbeschikking. Anders dan de rechtbank verbindt het hof daaraan het gevolg dat het beroep tegen het niet tijdig doen van die uitspraak op bezwaar niet-ontvankelijk is. Een dergelijk beroep is immers pas mogelijk na een ingebrekestelling. De klachten van de ontvanger in incidenteel hoger beroep treffen daarom doel.

NTFR 2024/2006 - Bedrag B besluit 2025 gepubliceerd

Aflevering 50, gepubliceerd op 10-12-2024 geschreven door prof. mr. dr. M.F. de Wilde
Op 4 december 2024 heeft de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst het Bedrag B Besluit 2025 gepubliceerd (Besluit van 27 november 2024, nr. 2024-0000528135, Stcrt 2024/38369). Dit besluit beschrijft de gevolgen van de internationale politieke afspraak binnen het Inclusive Framework (IF) over Bedrag B van Pijler 1 voor de belastingheffing in Nederland. Bedrag B is een beoogde vereenvoudiging van de verrekenprijsregels voor het vaststellen van de beloning voor routinematige marketing- en distributieactiviteiten in zogenoemde ‘covered jurisdictions’ die ervoor kiezen de vereenvoudigde verrekenprijsregels toe te passen. In het besluit is te lezen dat Bedrag B waarschijnlijk vooral zal worden geïmplementeerd in landen met beperkte publieke informatie over vergelijkbare transacties en een beperkte capaciteit bij hun belastingdiensten. Het besluit geldt zowel voor de vaststelling van verrekenprijzen tussen gelieerde entiteiten als voor de winstallocatie aan vaste inrichtingen. Het besluit treedt in werking per 1 januari 2025. Inhoudelijk sluit het besluit aan bij het rapport ‘Pillar One – Amount B’ van de OESO van 19 februari 2024, zoals aangevuld op 17 juni 2024. In zijn Kamerbrief van 11 juni 2024 (nr. 2024-0000342830) gaf de staatssecretaris al aan dat hij de implementatie van Bedrag B in Nederland via een beleidsbesluit kenbaar zou maken. NTFR rapporteerde eerder over Bedrag B in NTFR 2024/474 en NTFR 2024/1214.