NTFR 2008/1227 - Tussen belastingrecht en effectenrecht; is de weg naar de Wft altijd even goed begaanbaar?
Aflevering 26, gepubliceerd op 26-06-2008 geschreven door mr. dr. H. VermeulenOp 1 januari 2007 is de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) in werking getreden. Deze wet bevat een groot deel van het Nederlands effectenrecht c.q. toezichtrecht financiële markten.Laatstgenoemde benaming zou een betere zijn voor dit rechtsgebied, aldus C.M. Grundmann-van de Krol, Koersen door de Wet op het financieel toezicht, Den Haag 2007, p. 1. In het belastingrecht vindt op velerlei plaatsen verwijzing plaats naar die Wft. Voor de belastingwetten kan worden gewezen op de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet VPB 1969), de Wet op de dividendbelasting 1965 en – binnenkort – de Wet op belastingen van rechtsverkeer.Art. 3.27, 3.116, 3.116a, 3.117, 3.126, 3.126a, 5.14, 5.15, 5.18a en 9.2 Wet IB 2001, art. 19a en 19g Wet LB 1964, art. 6a, 25 en 28 Wet VPB 1969, art. 3, 4, 4c en 4d Wet DB 1965 en de in te voeren art. 2, lid 3 en 56 BRV. Ook de formele wetten, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990, verwijzen naar de Wft.Art. 30f AWR en art. 29, 34 en 35 IW 1990.