Aflevering 39

Gepubliceerd op 25 september 2009

NTFR 2009/1982 - Dividendbelasting afschaffen?

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 geschreven door dr. F.P.J. Snel
De dividendbelasting ligt onder vuur. Sommigen pleiten voor afschaffing. En in diverse zaken oordeelde de rechter dat inhouding in strijd is met een belastingverdrag of Europees recht. De dividendbelasting levert een aanzienlijke bijdrage aan de schatkist, zo’n € 4 miljard in 2008, ongeveer 2,9% van de inkomsten van het Rijk.http://www.verantwoordingsdag.nl/FJR_en_Verantwoordingsbrief/Cijfers_en_feiten. Overigens is niet duidelijk of dit bedrag de afgedragen dividendbelasting betreft of de afgedragen dividendbelasting minus het met de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting verrekende gedeelte. Om dit bedrag in perspectief te plaatsen: het is ongeveer gelijk aan het bedrag voor Wonen, Wijken en Integratie (4,4 miljard).http://www.verantwoordingsdag.nl/FJR_en_Verantwoordingsbrief/Cijfers_en_feiten#internelink2. Afschaffing van de dividendbelasting betekent dus op termijn óf minder overheidsuitgaven óf een verhoging van andere belastingen.

NTFR 2009/1983 - Niet doen van suppletieaangifte: wel of geen boete?

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 geschreven door mr. drs. P. Fortuin
De toelichting van de staatssecretaris van Financiën van 22 juli 2009, nr. DGB2009/3802, NTFR 2009/1916Met noot A.J. Meijer. (hierna: de toelichting) om geen cassatie in te stellen tegen de uitspraak van Hof Leeuwarden 12 juni 2009, nr. 08/00120, NTFR 2009/1482 roept verwarring op. Kort geschreven oordeelde Hof Leeuwarden dat na het opmaken van de jaarstukken het belanghebbende duidelijk was dat over voorgaande jaren nog omzetbelasting verschuldigd was en dat belanghebbende er niet voor gezorgd of op toegezien heeft dat van deze omzetbelastingschulden alsnog suppletieaangiften zouden worden gedaan en dat deze schulden alsnog werden betaald. Dit leverde volgens het hof grove schuld van belanghebbende op. De staatssecretaris van Financiën deelt in de toelichting mede niet in cassatie te gaan, omdat uit de uitspraak van Hof Leeuwarden niet blijkt dat aan de eisen van voorwaardelijke opzet is voldaan. De toelichting van de staatssecretaris van Financiën en de uitkomst van deze procedure is opvallend en verwarrend omdat de staatssecretaris van Financiën zelf van mening is dat er geen wettelijke plicht is tot het doen van een suppletieaangifte en dat belanghebbende niet op eigen initiatief moet betalen, maar kan wachten op een naheffingsaanslag. Immers, wat heeft de staatssecretaris van Financiën eerder verkondigd? In een toelichting van de staatssecretaris van FinanciënNTFR 2009/185. om geen beroep in cassatie in te dienen tegen een uitspraak van Hof ’Den Bosch van 10 oktober 2008, nr. 07/00257, NTFR 2009/184Zie ook uitspraken ’Hof Den Bosch van 26 augustus 2005, nr. 03/01509, NTFR 2005/1342; van 6 september 2006, nr 02/04957, NTFR 2006/1573; en van 15 april 2008, nr. 06/00462, NTFR 2008/1220 en NTFR 2008/1221. Zie ook mr C.M. Ettema, NTFR 2007/1217. schrijft hij het volgende:

NTFR 2009/1986 - Wetsvoorstel Belastingplan 2010

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 geschreven door mr. M.H.C. Ruijschop, mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen en mr. J. Rolleman
Het wetsvoorstel Belastingplan 2010 (BP 2010) is een onderdeel van het fiscaal pakket 2010 dat het kabinet op Prinsjesdag heeft aangeboden aan de Tweede Kamer. In het BP 2010 zijn onder andere maatregelen opgenomen voor het bevorderen van innovatief ondernemerschap, het stimuleren van zuinige auto's en het toepassen van het verlaagde btw-tarief.

NTFR 2009/1987 - Wetsvoorstel Fiscale vereenvoudigingswet 2010

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 geschreven door mr. J. Rolleman
In de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 (FVW 2010) zijn vereenvoudigingen in de inkomstenbelasting, loonheffingen, accijnzen en motorrijtuigenbelasting en enkele formeelrechtelijke vereenvoudigingen opgenomen. In dit wetsvoorstel is onder andere een nieuwe werkkostenregeling opgenomen. De FVW 2010 is een onderdeel van het fiscaal pakket 2010 dat het kabinet op Prinsjesdag heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.

NTFR 2009/1988 - Wetsvoorstel Fiscale Onderhoudswet 2010

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009
Het wetsvoorstel Fiscale Onderhoudswet 2010 (FOW 2010) is een onderdeel van het fiscaal pakket 2010 dat het kabinet op Prinsjesdag heeft aangeboden aan de Tweede Kamer. In de FOW 2010 zijn uitsluitend wijzigingen van technische en redactionele aard opgenomen.

NTFR 2009/1989 - Wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2010

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 geschreven door mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen en mr. J. Rolleman
Het wetsvoorstel 'Overige Fiscale Maatregelen 2010' (OFM 2010) maakt deel uit van het fiscaal pakket 2010, dat het kabinet op Prinsjesdag heeft aangeboden aan de Tweede Kamer. In dit wetsvoorstel gaat het om (deels technische) wijzigingen die in beginsel per 1 januari 2010 moeten ingaan. Het gaat onder andere om maatregelen voor het verbeteren van de positie van de dga.

NTFR 2009/1990 - Miljoenennota 2010

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009
Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2009 de miljoenennota en de rijksbegrotingen voor 2010 gepresenteerd. Tegelijk is ook een fiscaal pakket gepresenteerd. Dat bestaat uit verschillende wetsvoorstellen, waaronder het Belastingplan 2010. Op die wetsvoorstellen gaan we apart in. Aan het persbericht bij de miljoenennota ontlenen wij onderstaande.

NTFR 2009/1991 - Fiscaal pakket 2010

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009
Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2009 bij de Miljoenennota een fiscaal pakket ingediend voor 2010 en daarna. Dit fiscaal pakket bestaat uit de volgende wetsvoorstellen.

NTFR 2009/1994 - Genot van ter beschikking gestelde auto vormt loon voor Fooienbesluit

ECLI:NL:HR:2009:BH0536, datum uitspraak 18-09-2009, publicatiedatum 18-09-2009
Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. J. van de Merwe
Belanghebbende, exploitant van een restaurant, heeft aan een werknemer van het bedienend personeel – die een lager loon dan het minimum cao-loon heeft – een personenauto ter beschikking gesteld. In geschil is of bij de toepassing van het Fooienbesluit 2002 ten aanzien van de werknemer rekening dient te worden gehouden met het privégebruik van de ter beschikking gestelde personenauto. Onder verwijzing naar de conclusie van A-G Van Ballegooijen (NTFR 2009/248) oordeelt de Hoge Raad dat het genot van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto tot het 'rechtstreeks van de werkgever genoten loon' in de zin van art. 3, lid 1, Fooienbesluit 2002 behoort, zodat de in geschil zijnde vraag bevestigend wordt beantwoord.

NTFR 2009/1995 - Lidmaatschap golfclub vormt loon in natura

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ5387, datum uitspraak 08-04-2009, publicatiedatum 17-08-2009
Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van Th.J.M. van Schendel
Belanghebbende drijft een onderneming die beheeractiviteiten uitvoert. De dga van belanghebbende heeft een persoonlijk lidmaatschap afgesloten bij een golfclub. Een deel van de kosten die hiermee samenhangen, is voor rekening van belanghebbende gekomen. In geschil is of sprake is van loon in natura.

NTFR 2009/1997 - Besluit over verlaging gebruik loon bij omzetdaling

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009
De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit uitgebracht over de gebruikelijkloonregeling. Hij keurt goed dat het gebruikelijk loon in de jaren 2009 en 2010 lager kan zijn dan het gebruikelijk loon in 2008. De verlaging is evenredig met de daling van de omzet in het eerste kalenderhalfjaar van respectievelijk 2009 en 2010 ten opzichte van de omzet in het eerste kalenderhalfjaar van 2008. Daarmee is een verlaging van het gebruikelijk loon volgens de staatssecretaris in veel gevallen eenvoudig vast te stellen zonder overleg met de inspecteur. Aan de goedkeuring verbindt hij enkele voorwaarden. Voor maatwerk verwijst hij naar de inspecteur.

NTFR 2009/1999 - In lunchpauze gereden kilometers tussen woning en werk behoren tot woon-werkverkeer

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. H.A. Elbert
Belanghebbende heeft een auto van de zaak. Belanghebbende heeft van alle gereden kilometers een sluitende rittenregistratie bijgehouden. Tussen de middag rijdt belanghebbende regelmatig naar zijn woning om aldaar te lunchen en eventueel wat zakelijke werkzaamheden te verrichten. De inspecteur is van mening dat deze ritten voor privédoeleinden zijn gemaakt, waardoor de auto op kalenderjaarbasis voor meer dan 500 km voor privédoeleinden is gebruikt. De inspecteur heeft het autokostenforfait in de heffing LB/PVV betrokken.

NTFR 2009/2000 - Overdracht vruchtgebruik op woning aan eigen vennootschap vormt geen verkapte uitdeling

ECLI:NL:GHARN:2009:BJ6888, datum uitspraak 29-07-2009, publicatiedatum 04-09-2009
Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009
Belanghebbende heeft in 2002 het recht van vruchtgebruik van zijn woning overgedragen aan zijn vennootschap. Het bloot eigendom ervan behoorde al toe aan de vennootschap. Belanghebbende huurt vanaf bedoelde overdracht de begane grond van de woning. Vooraf heeft belanghebbende overleg gevoerd met de fiscus over de waarde van het vruchtgebruik en over een zakelijke huurprijs. Achteraf bezien concludeert de inspecteur tot onzakelijk handelen tussen belanghebbende en de vennootschap en constateert – uitgaande van een bepaald gewenst rendement minus de betaalde huur – een verkapte uitdeling van winst. Het hof is het hier niet mee eens. De inspecteur heeft namelijk een akkoordverklaring gegeven waaraan hij gebonden is nu is voldaan aan de voorwaarden. Voorts merkt het hof op dat als al sprake zou zijn van een uitdeling, deze niet is gelegen in de hoogte van de huursom maar in de hoogte van de koopsom van het vruchtgebruik. Deze staat echter niet meer ter discussie.

NTFR 2009/2002 - Echtgenoten die nooit hebben samengewoond leven duurzaam gescheiden

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. J.M. Sitsen
Belanghebbende woont en werkt in Z. Zij is in 2005 (onder koude uitsluiting) gehuwd met X-Y die in R woont. De echtelieden zijn niet gaan samenwonen. Uit het huwelijk zijn twee kinderen geboren. Belanghebbende maakt aanspraak op een aantal heffingskortingen, wat door de inspecteur is geweigerd omdat X-Y haar fiscale partner (met inkomen) is. Belanghebbende betoogt onder meer dat sprake is van duurzaam gescheiden leven. Volgens het hof is daarvan sprake wanneer belanghebbende en haar echtgenoot ieder afzonderlijk hun eigen leven leiden als waren zij niet met elkaar gehuwd. Het bestaan van een affectieve relatie en het hebben van kinderen vindt het hof in dit verband van ondergeschikt belang. Het hof knoopt voor de uitleg aan bij het partnerbegrip in de Wet IB 2001. Echtgenoten die in een kalenderjaar niet langer dan zes maanden een gemeenschappelijke huishouding hebben gevoerd dienen volgens het hof niet (langer) als partner te worden aangemerkt indien deze toestand door hen beiden, althans een hunner, als bestendig is bedoeld. Dit is hier aan orde.

NTFR 2009/2003 - Besluit aftrek uitgaven monumentenpanden herzien

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009
De staatssecretaris van Financiën herziet het besluit van 16 juni 2008, nr. CPP2008/68M (NTFR 2008/1275) over de aftrek van uitgaven voor monumentenpanden. In het besluit is een nieuwe goedkeuring opgenomen voor aftrek van kosten voor monumentale parken en tuinen waarvan het bezit is vrijgesteld in box 3. Verder zijn er enkele redactionele wijzigingen aangebracht waarmee geen inhoudelijke wijziging is beoogd.

NTFR 2009/2004 - Verkapte winstuitdeling nu kassierfunctie niet aannemelijk is

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. J.A.G. van Es
X is de (middellijk) enig aandeelhouder van belanghebbende. In 2000 heeft belanghebbende een 'service agreement' gesloten met een buitenlandse vennootschap. In 2001 is van de dollarrekening van X $1.000.250 overgeboekt naar een Zwitserse bankrekening ten name van de vertegenwoordiger van de buitenlandse vennootschap. Hieraan voorafgaand had belanghebbende f 2.377.094 (de tegenwaarde van de dollars) overgeboekt op de rekening van X. De inspecteur heeft de overboeking door belanghebbende naar de rekening van X als een verkapte winstuitdeling aangemerkt. Rechtbank Arnhem heeft belanghebbende in het gelijk gesteld. In appel heeft de inspecteur echter succes.

NTFR 2009/2005 - Commentaar NOB op nota naar aanleiding van verslag en nota van wijziging herziening SW 1956

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 geschreven door mr. B.E.M. Boer
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft een commentaar uitgebracht op de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging met betrekking tot het wetsvoorstel tot wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere wetten (zie NTFR 2009/1871). De NOB is van mening dat de bepalingen over de afgezonderde particuliere vermogens nog veel vragen oproepen en de voorgestelde regels over (cumulatief) preferente aandelen in de bedrijfsopvolgingsfaciliteit onevenwichtigheden bevatten. Tevens roept zij op tot overgangsrecht hiervoor. De NOB vraagt om de terugwerkende kracht die de nieuwe regels rondom schenken onder opschortende voorwaarde hebben, ongedaan te maken. Verder is de NOB van mening dat het van groot belang is dat SBBI's vooraf zekerheid kunnen krijgen over hun fiscale status en dat het begrip 'sociaal belang' duidelijker wordt ingevuld.

NTFR 2009/2006 - Nota n.a.v. nader verslag wijziging SW 1956 naar Tweede Kamer

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 geschreven door mr. F.A.M. Schoenmaker, mr. M. de L. Monteiro en mr. drs. B.B.A. de Kroon LLM
De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het nader verslag betreffende de Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten naar de Tweede Kamer gezonden. In deze nota naar aanleiding van het nader verslag gaat de staatssecretaris in op de vragen die de Tweede Kamer stelde naar aanleiding van de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging alsmede op de commentaren van de NOB, Vakstudie Nieuws en de brieven van diverse belangenorganisaties en belastingadvieskantoren. Verder kondigt de staatssecretaris aan dat op korte termijn een tweede nota van wijziging zal worden ingediend.

NTFR 2009/2007 - Onjuiste verwerking van het schattingsformulier; geen heffingsrente

ECLI:NL:GHLEE:2009:4038, datum uitspraak 04-09-2009, publicatiedatum 26-04-2013
Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. M.J.A. Castelijn
De belastingadviseur van belanghebbende heeft op het schattingsformulier voor ondernemers geschreven 'als in voorgaande jaren'. De computer van de Belastingdienst is niet in staat handgeschreven tekst te lezen en naar aanleiding van het schattingsformulier wordt, ten onrechte, een nadere voorlopige aanslag opgelegd in de vorm van een vermindering van het eerder bij voorlopige aanslag opgelegde bedrag. Belanghebbende heeft daarop verzocht de nadere voorlopige aanslag op nihil te stellen en de eerdere voorlopige aanslag te doen herleven. De inspecteur heeft vervolgens een nieuwe nadere voorlopige aanslag opgelegd, gelijk aan de eerste en daarbij heffingsrente in rekening gebracht. Belanghebbende ageert in de onderhavige procedure tegen de heffingsrente. Rechtbank Leeuwarden heeft belanghebbende in het gelijk gesteld en de inspecteur komt thans in hoger beroep.

NTFR 2009/2010 - Verzoek om ambtshalve vermindering kan niet worden aangemerkt als beroepschrift

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ5396, datum uitspraak 16-07-2009, publicatiedatum 17-08-2009
Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. P.T. van Arnhem
Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2001 en 2002 aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd. Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Bij uitspraken op bezwaar van 11 april 2006 heeft de inspecteur de aanslagen gehandhaafd. Bij brieven van 12 en 13 april 2006 zijn namens belanghebbende nadere stukken toegezonden aan de inspecteur. Bij brief van 13 april 2006 heeft de inspecteur aan eiseres meegedeeld dat indien en voor zover uit de verstrekte gegevens blijkt dat de aanslagen tot een te hoog bedrag zijn opgelegd, hij deze ambtshalve zal verminderen. De inspecteur heeft afgezien van een ambtshalve vermindering. Op 4 maart 2008 is belanghebbende in beroep gekomen bij de rechtbank.

NTFR 2009/2012 - De rechtbank had de inspecteur moeten veroordelen tot een proceskostenveroordeling

ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ6883, datum uitspraak 01-09-2009, publicatiedatum 09-09-2009
Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. A.A. Feenstra
Nadat belanghebbende in bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard, heeft Rechtbank Haarlem het beroep tegen die uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard. Het daartegen door belanghebbende ingesteld verzet is vervolgens door de rechtbank gegrond verklaard. Vervolgens heeft de rechtbank in haar uitspraak van 16 juni 2008 geoordeeld dat de inspecteur opnieuw uitspraak op bezwaar moest doen. Tegen deze uitspraak is belanghebbende in hoger beroep gegaan, omdat de rechtbank de inspecteur ten onrechte niet heeft veroordeeld in de proceskosten, terwijl het beroep wel gegrond was. Het hof oordeelt dat de noodzaak tot het instellen van beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar niet uitsluitend het gevolg is van het handelen van belanghebbende maar ook het gevolg van de omstandigheid dat de inspecteur het bezwaar ten onrechte onvoldoende gemotiveerd achtte. De rechtbank had derhalve een proceskostenvergoeding moeten toekennen. Het hof doet dit alsnog.

NTFR 2009/2015 - Dubbele verzekering tegen ziektekosten Duitse postactieve ambtenaren en gezinsleden die woonachtig zijn in Nederland

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009
Minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft Kamervragen beantwoord over de dubbele verzekering tegen ziektekosten van gezinsleden van Duitse (postactieve) ambtenaren die woonachtig zijn in Nederland. De minister laat weten dat er inderdaad sprake is van dubbele verzekering voor gezinsleden. Dit komt doordat de coördinatieregels van Vo. 1408/71 geen oplossing bieden voor de beslissing van Duitsland om betrokkenen onder de Duitse wetgeving te houden voor wat het afgeleide recht op 'Beihilfe' betreft. Op de gezinsleden is geen aanwijsregel van toepassing. Er is echter geen sprake van dubbele premiebetaling, omdat voor de 'Beihilfe' aan Duitsland geen premie hoeft te worden betaald. Onder de nieuwe Vo. 883/2004 is er wel een aanwijsregel van toepassing; op de gezinsleden is bij uitsluiting de wetgeving van hun woonland van toepassing. Voor de Duitse postactieve ambtenaren zelf is onder de nieuwe verordening eveneens alleen de wetgeving van het woonland van toepassing. Onder de huidige verordening vallen de postactieve ambtenaren vanwege de Duitse Beihilfe onder de Duitse wetgeving.

NTFR 2009/2016 - Beantwoording kamervragen over hypotheekrenteaftrek voor grensarbeiders

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009
In zijn antwoorden op Kamervragen gaat de staatssecretaris van Financiën in op de hypotheekrenteaftrek van grensarbeiders. Hij begint met inwoners van Nederland die inkomsten genieten uit België waarover het recht tot belastingheffing is toegewezen aan België. Naar nationale wetgeving kan het gevolg zijn dat de aftrek van hypotheekrente voor de in Nederland gelegen eigen woning niet leidt tot een vermindering van Nederlandse inkomstenbelasting. De compensatieregeling uit het belastingverdrag met België zorgt er evenwel voor dat deze inwoners met betrekking tot hun fiscale aftrekposten niet slechter af zijn dan inwoners van Nederland met Nederlandse inkomsten. Hiertoe wordt, kort gezegd, een vermindering van belasting verleend voor zover de som van de Nederlandse en Belgische belasting en premies volksverzekeringen meer bedraagt dan de Nederlandse belasting en premie die zou zijn geheven indien Nederland over alle beloningen het heffingsrecht zou hebben. Voor zover de vermindering meer bedraagt dan de verschuldigde belasting en premie wordt deze uitbetaald. De aldus verleende vermindering betekent dat de facto rekening wordt gehouden met Nederlandse fiscale aftrekposten en dat de Nederlandse grensarbeider in de verhouding tot België zijn hypotheekrente fiscaal kan vergelden.

NTFR 2009/2018 - Commentaar NOB op nota n.a.v. verslag wetsvoorstel 'Plaats van dienst'

Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 geschreven door mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
De Commissie wetsvoorstellen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft naar aanleiding van de nota naar aanleiding van het verslag bij wetsvoorstel 31 907 ‘Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een nieuwe regeling voor de plaats van dienst voor de heffing van omzetbelasting, alsmede een nieuwe regeling voor de teruggaaf van omzetbelasting aan in een andere lidstaat gevestigde ondernemers (implementatie richtlijnen BTW-pakket)’ een commentaar uitgebracht en aangeboden aan de griffier van de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer. De gestelde vragen zijn vooral gericht op de praktische problemen die de Commissie signaleert.

NTFR 2009/2020 - Samenwerking bij verzekeringen niet vrijgesteld van omzetbelasting

ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ3979, datum uitspraak 22-07-2009, publicatiedatum 11-08-2009
Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. drs. E.P.A. Brakeboer
Alle aandelen in belanghebbende zijn in handen van A, tevens zijnde diens enige bestuurder. Belanghebbende heeft tot doel 'het deelnemen in en het houden van aandelen in andere vennootschappen en ondernemingen'. Belanghebbende bezit 52 procent van de aandelen in D bv, welke vennootschap prestaties verricht als assurantietussenpersoon. A heeft in de periode waarop de naheffingsaanslagen zien werkzaamheden verricht voor D bv.

NTFR 2009/2024 - Ontbreken vrijwaringsverklaring leidt niet tot verschuldigdheid BPM

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6206, datum uitspraak 21-07-2009, publicatiedatum 27-08-2009
Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. J. Rolleman
Belanghebbende drijft een automobielbedrijf. In juni 2007 koopt belanghebbende een bestelauto van autobedrijf E. Ter zake van deze verkoop is geen vrijwaringsverklaring opgemaakt. Op 31 juli 2007 is de bestelauto voor het eerst geregistreerd. De inspecteur heeft teruggaaf verleend voor de BPM die voor de bestelauto is betaald. Op 22 september 2007 heeft belanghebbende de bestelauto vanuit zijn bedrijfsvoorraad verkocht aan een particulier en is de tenaamstelling van de bestelauto gewijzigd. Ter zake van deze verkoop is geen vrijwaringsverklaring opgemaakt. In geschil is of belanghebbende BPM verschuldigd is als gevolg van deze verkoop.

NTFR 2009/2026 - Zakelijke prijs bij boedelscheiding maatgevend voor WOZ-waarde

ECLI:NL:GHARN:2009:BJ6936, datum uitspraak 04-08-2009, publicatiedatum 04-09-2009
Aflevering 39, gepubliceerd op 25-09-2009 met annotatie van mr. E.G. Borghols
De gemeente heeft op basis van de vergelijkingsmethode de WOZ-waarde van de woning van belanghebbende vastgesteld op € 406.000. Rechtbank Arnhem heeft met toepassing van de zogenoemde Fierensdrempel het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft belanghebbende wel succes. Het hof benadrukt dat de vergelijkingsmethode weliswaar een goede methode is, maar uiteindelijk niet meer dan een hulpmiddel vormt. Het beste vergelijkingspand is het object zelf. Belanghebbende heeft het pand gekocht in kader van een boedelscheiding met haar ex-echtgenoot. Het hof acht aannemelijk dat daarbij zakelijk is gehandeld. Aanknopend bij de in het kader van die boedelscheiding gehanteerde prijs, stelt het hof de WOZ-waarde nader vast op € 345.000.