NTFR 2009/2541 - Wat is er mis met de credit?
Aflevering 49, gepubliceerd op 03-12-2009 geschreven door prof. mr. T. BenderVoor een klein land met veel bedrijfsleven zijn goed werkende methoden ter voorkoming van dubbele belasting van groot belang. Nederland heeft dan ook behoorlijk verfijnde technieken ter voorkoming van dubbele belasting. Opmerkelijk is het daarom dat er een element is in de door Nederland gebruikte verrekeningstechniek dat zich relatief vaak (en bij de huidige economische tegenwind in toenemende mate) voordoet, dat onevenwichtig uitpakt en dat toch niet vaak aan de orde wordt gesteld.Het artikel van M.J. de Lignie, ‘Verrekening van buitenlandse bronbelasting. De onbillijke teller’, in WFR 1994/733 over dit onderwerp lijkt in de vergetelheid te zijn geraakt. Het gaat om de voortwenteling van buitenlandse (bron)belastingBuitenlandse belasting geheven aan de bron is de meest voorkomende verschijningsvorm van belasting die in aanmerking komt voor verrekening. Het kan echter ook om heffingen op nettobasis gaan. Wat ik in deze bijdrage bespreek over bronbelasting, geldt evenzeer voor heffingen op nettobasis. in gevallen waarin verrekening in het jaar van betalen van de buitenlandse belasting niet mogelijk is door overig verlies van de belastingplichtige. De in art. 37 Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: Bvdb 2001) neergelegde verrekeningstechniek leidt er in de praktijk in veel gevallen toe dat de betaalde bronbelasting dan in het geheel niet meer kan worden verrekend. Op 9 oktober jl. heeft de Hoge Raad bevestigd dat ook onder verdragen dit element uit de verrekeningsregeling van het Bvdb 2001 geldt.HR 9 oktober 2009, nr. 08/00315, NTFR 2009/2222.