NTFR 2011/893 - Over handel in ongerealiseerde verliezen
Aflevering 17, gepubliceerd op 28-04-2011 geschreven door mr. dr. D.R. PostDe strijd tegen de handel in verlieslichamen kent een lange historie. Recentelijk kwam daar een nieuw hoofdstuk bij als gevolg van de aanscherping van art. 20a Wet VPB 1969 per 1 januari 2011. Deze aanscherping vond zijn oorzaak in de toenemende handel in winst-bv’s.Zie voor een beschrijving van deze wijziging A.P.J.D. Rambhadjan, B. Suvaal en J.M. van der Vegt, ‘Verliesverrekening voor gevorderden? De (on)voorziene gevolgen van vijf volzinnen’, NTFR 2010/2802. In het licht van deze wijziging lijkt een bepaald facet van art. 20a Wet VPB 1969 opnieuw van belang geworden: De behandeling van materieel reeds aanwezige, maar nog niet realiseerde verliezen. De mening van de staatssecretaris van Financiën was (in ieder geval tot 1 januari 2011) glashelder:Zie onderdeel 2.5 van het besluit van 6 mei 2008, nr. CPP2008/984M, BNB 2008/176, NTFR 2008/1023. Latente verliezen vallen ook onder het toepassingbereik van art. 20a Wet VPB 1969. In deze Opinie zal ik betogen dat dit standpunt van de staatssecretaris weliswaar vanuit doel en strekking van art. 20a Wet VPB 1969 wenselijk is, maar desalniettemin onjuist.Voor de mogelijke consequenties van deze conclusie verwijs ik naar mijn bijdrage ‘Ruim baan voor de handel in verlies-bv’s’ in WFR 2011/312.