NTFR 2025/355 - Park-Sleep-Fly-arrangement moet worden gesplitst in laagbelast verlenen van logies en parkeren tegen algemeen btw-tarief (art. 81.1 Wet RO)
ECLI:NL:HR:2025:309, datum uitspraak 21-02-2025, publicatiedatum 21-02-2025
Aflevering 9, gepubliceerd op 25-02-2025 Belanghebbende exploiteert een hotel met een besloten parkeerterrein dat is gelegen nabij een luchthaven. Een boeking van een kamer geeft het recht een auto op het besloten parkeerterrein van het hotel te parkeren op de dag van aankomst en vertrek. Alle gasten mogen ook gebruikmaken van een shuttlebus die belanghebbende tussen het hotel en de luchthaven laat rijden (het standaardarrangement). Klanten kunnen ook het zogeheten Park-Sleep-Fly-arrangement (PSF-arrangement) bij belanghebbende boeken. Dit arrangement geeft naast logies en hetgeen hiervoor is vermeld, het recht om een auto na de dag van uitchecken uit het hotel nog 29 dagen te laten staan op het besloten parkeerterrein (de langparkerendienst). Belanghebbende biedt het PSF-arrangement tegen één totaalprijs aan die € 40 hoger is dan de prijs die belanghebbende rekent voor een standaardarrangement. Belanghebbende heeft over alle in haar administratie geregistreerde omzet uit parkeren omzetbelasting voldaan naar het verlaagde tarief. Vrijwel die hele omzet houdt met de PSF-arrangementen verband; een deel van de ontvangen vergoedingen daarvoor heeft belanghebbende als ‘omzet parkeren’ geboekt. Voor het overige vloeit die omzet voort uit vergoedingen die aan niet-gasten in rekening zijn gebracht voor parkeren op het besloten parkeerterrein, tegen € 2,50 per uur, hetgeen sporadisch voorkomt. De inspecteur heeft zich in het kader van een boekenonderzoek op het standpunt gesteld dat belanghebbende over haar ‘omzet parkeren’ omzetbelasting naar het algemene tarief van 21% is verschuldigd, behalve voor zover die omzet kan worden toegerekend aan het vervoer met de shuttlebus van gasten die het PSF-arrangement hebben geboekt. In hoger beroep bestrijdt belanghebbende dat een afzonderlijke, naar het algemene tarief van 21% belaste parkeerdienst onderdeel is van het PSF-arrangement, en dat de gehele PSF-omzet tegen het verlaagde tarief moet worden belast als het verstrekken van logies binnen het horecabedrijf. Naar het oordeel van het hof (hof Amsterdam 12 januari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:109, NTFR 2023/483) is het PSF-arrangement dat belanghebbende aanbiedt, geen ondeelbare economische prestatie waarvan splitsing kunstmatig is. Er zijn in dat arrangement diverse, afzonderlijk in aanmerking te nemen diensten te onderkennen (aldus HR 17 augustus 2018, ECLI:NL:HR:2018:1318, NTFR 2018/1987). Niet in te zien valt volgens het hof dat 29 dagen langer mogen parkeren op het besloten parkeerterrein bij het hotel de omstandigheden of de condities optimaliseert waaronder het verblijf in het hotel van belanghebbende wordt genoten. Het ligt in de rede dat een klant alleen het PSF-arrangement afneemt als hij een specifiek belang heeft bij het langer parkeren. Naast het parkeren is in het PSF-arrangement in aanvulling op het standaardarrangement niet ook nog een vervoersdienst te onderkennen in de vorm van het shuttlevervoer van en naar de luchthaven. Alle gasten van het hotel van belanghebbende mogen immers zonder bijbetaling van het shuttlevervoer gebruikmaken. In het kader van het PSF-arrangement verricht belanghebbende daarom in aanvulling op het standaardarrangement alleen een parkeerdienst die afzonderlijk in aanmerking moet worden genomen. Voor zover het door de klant voor het PSF-arrangement betaalde bedrag verband houdt met de parkeerdienst, is daaruit volgens het hof omzetbelasting verschuldigd naar het algemene tarief. Het toedelen van de totaalprijs voor het PSF-arrangement moet volgens de marktwaardemethode geschieden. De inspecteur heeft, zo concludeert het hof, niet een te hoog deel van de omzet uit de PSF-arrangementen als vergoeding voor het parkeren in aanmerking genomen.