Aflevering 10

Gepubliceerd op 4 maart 2025

NTFR 2025/389 - Wat te doen met het lage Vpb-tarief?

Aflevering 10, gepubliceerd op 04-03-2025 geschreven door prof. dr. J.N. Bouwman
In de loop van 2024 heeft het Centraal Planbureau (hierna: CPB) op verzoek van het ministerie van Financiën een evaluatie uitgevoerd van het lage tarief van de vennootschapsbelasting (hierna: Vpb). Deze evaluatie is op 18 december 2024 gepubliceerd.1 De conclusie van de evaluatie is behoorlijk negatief: ‘Het CPB concludeert dat de regeling niet gelegitimeerd, beperkt doeltreffend en niet doelmatig is’.2 Oftewel: ‘De regeling sluit niet aan bij de problemen van het mkb en het voordeel komt voor een groot deel terecht bij bedrijven waarvoor dit niet bedoeld is. Het stimuleren van ondernemerschap kan gerichter.’3

NTFR 2025/401 - Advies RvS over wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3

Aflevering 10, gepubliceerd op 04-03-2025
De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane stuurt de Tweede Kamer een rapport over het vermogen in familiestichtingen. Het rapport is tot stand gebracht door het ministerie van Financiën in verband met een toezegging naar aanleiding van het IBO Vermogensverdeling. Daarin is de aanbeveling gedaan om het vermogen in familiestichtingen in kaart te brengen.

NTFR 2025/407 - Onderzoek naar vermogen in familiestichtingen

Aflevering 10, gepubliceerd op 04-03-2025
De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane stuurt de Tweede Kamer een rapport over het vermogen in familiestichtingen. Het rapport is tot stand gebracht door het ministerie van Financiën in verband met een toezegging naar aanleiding van het IBO Vermogensverdeling. Daarin is de aanbeveling gedaan om het vermogen in familiestichtingen in kaart te brengen.

NTFR 2025/409 - Ook omzetbelasting verschuldigd bij niet verzilveren winnende bod bij internetveiling

ECLI:NL:HR:2025:335, datum uitspraak 28-02-2025, publicatiedatum 28-02-2025
Aflevering 10, gepubliceerd op 04-03-2025 met annotatie van mr. drs. W.A.P. Nieuwenhuizen
Belanghebbende biedt via haar website een internetveiling voor consumenten aan. Consumenten kunnen daarbij bieden op door andere ondernemers aangeboden producten, reizen, arrangementen en dergelijke. De hoogste bieder is de winnaar en moet de geboden prijs aan belanghebbende betalen. Na betaling ontvangt de winnaar een bon waarmee het product binnen een bepaalde periode kan worden verzilverd op de website van belanghebbende. Als de bon tijdig is verzilverd, geeft belanghebbende de ondernemer die het product ter veiling aanbood, opdracht tot uitvoering van de prestatie. De aanbieder biedt dan het product namens en op verzoek van belanghebbende aan de winnaar aan. Wordt de bon niet verzilverd (no show), dan heeft de winnaar geen recht op terugbetaling van het aan belanghebbende betaalde bedrag. De aanbieder van het product ontvangt geen uitbetaling van belanghebbende. In geschil is of bij een no show btw is verschuldigd over de van de winnaar ontvangen vergoeding. Het hof heeft die vraag – ten overvloede – bevestigend beantwoord.

NTFR 2025/411 - Bij gebruik koerslijst Eurotax in kader van koerslijstmethode moet inspecteur waardedrukkende factoren ‘bijstelling marktsituatie’ en ‘bijstelling dealersituatie’ toepassen

ECLI:NL:HR:2025:248, datum uitspraak 28-02-2025, publicatiedatum 28-02-2025
Aflevering 10, gepubliceerd op 04-03-2025 met annotatie van mr. R. Zeldenrust
Belanghebbende heeft op 26 juli 2018 een uit een andere Unie-lidstaat afkomstige gebruikte auto laten registreren in het Nederlandse kentekenregister. De afschrijving heeft zij bepaald op basis van de taxatiemethode waarbij mede gebruik is gemaakt van een koerslijst van Eurotax. Volgens de inspecteur is geen sprake van meer dan normale gebruiksschade. Hij heeft de handelsinkoopwaarde van de auto aan de hand van de koerslijst van Eurotax vastgesteld. Deze koerslijst bood tot 4 oktober 2021 de mogelijkheid om bij het bepalen van de handelsinkoopwaarde van de auto rekening te houden met de waardedrukkende factoren ‘marktsituatie handelaar’ en ‘marktsituatie’. Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2022:2696) heeft geoordeeld dat de auto niet meer dan normale gebruiksschade vertoonde, zodat niet de taxatiemethode maar de koerslijstmethode van toepassing is. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat op de handelsinkoopwaarde van de koerslijst van Eurotax geen vermindering van 15% moet worden toegepast vanwege de factoren ‘marktsituatie handelaar’ en ‘marktsituatie’. In cassatie houdt die laatste beslissing geen stand. De Hoge Raad stelt voorop dat het hof terecht van de koerslijstmethode is uitgegaan. Bij gebruik van een koerslijst dient een belastingplichtige, wanneer hij een beroep doet op een in die koerslijst opgenomen waardedrukkende factor die verband houdt met de staat van een gebruikte auto zoals een huurverleden, te bewijzen dat voor de desbetreffende auto terecht met die factor rekening wordt gehouden. De factoren ‘marktsituatie handelaar’ en ‘marktsituatie’ houden echter niet verband met de staat van een in te kopen gebruikte auto. Voor die factoren geldt daarom dat zij bij de koerslijstmethode zonder nader bewijs mogen worden toegepast. De inspecteur is voorts gehouden uit eigen beweging de factoren ‘marktsituatie handelaar’ en ‘marktsituatie’ toe te passen wanneer hij bij naheffing gebruikmaakt van de koerslijstmethode en in dat kader een koerslijst kiest waarin deze waardedrukkende factoren voorkomen.