NTFR 2010/1 - Fiscaal-juridisch onderzoek: time to change!
Aflevering 1, gepubliceerd op 07-01-2010 geschreven door prof. dr. A.O. LubbersHet komende half jaar zullen aan universiteiten verbonden fiscaal-juristen worden geconfronteerd met de bevindingen van een landelijke onderzoeksvisitatiecommissie.Gemiddeld één keer in de zes jaar vindt een beoordeling van het universitaire onderzoek plaats. Het bijzondere aan de lopende onderzoeksvisitatie is dat het hier een landelijke onderzoeksvisitatie betreft. De laatste landelijke onderzoeksvisitatie vond plaats over de periode 1995 t/m 2000 (rapportage 2002). Zie met betrekking tot die visitatieronde de rubriek ‘En wel daarom’ in WFR 2003/1691 waarin enkele fiscalisten reageerden op de stelling ‘De visitatiecommissie heeft het vakgebied Belastingrecht te laag gewaardeerd’. Ik ben benieuwd welke cijfers deze visitatiecommissie aan de onderzoeksprestaties van de fiscale onderzoeksgroepen geven. De uitslag van zo’n visitatieronde is belangrijk. Ongetwijfeld komt er een moment waarop faculteiten goed lopende onderzoeksgroepen gaan belonen met extra ‘fte’s’. Het geld daarvoor zal vermoedelijk worden weggehaald bij minder goed presterende onderzoeksgroepen.Zo gaat dat bij universiteiten: er komt zelden geld bij. Bij sommige universiteiten gebeurt dat al. Hoewel de uitkomsten van de visitatieronde nog niet bekend zijn, durf ik wel te voorspellen dat fiscalisten in het algemeen niet tot de winnaars zullen behoren. Succesvolle onderzoeksgroepen leveren meer promoties af, publiceren vaker in internationale tijdschriften en weten meer tweedegeldstroommiddelenAfkomstig van bij voorbeeld het Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). aan te trekken. Het is de kunst ervoor te zorgen de komende jaren niet meer terrein te verliezen op succesvolle onderzoeksgroepen binnen de juridische faculteiten. Daartoe doe ik – hoewel ik meteen erken dat ik de wijsheid niet in pacht heb – een aantal aanbevelingen.Ik beperk mij in deze Opinie tot de fiscaal-juristen omdat ik zelf werkzaam ben binnen een juridische faculteit. De wereld voor de fiscaal-economen ziet er vermoedelijk niet gunstiger uit. Die aanbevelingen komen erop neer dat fiscale onderzoekers bij de keuze van hun onderzoeksthema’s, bij het schrijven van publicaties, bij het begeleiden van proefschriften en rondom de aanvraag en toekenning van tweedegeldstroommiddelen hun gedrag (iets) zouden moeten wijzigen.