NTFR 2010/2698 - Sprongcassatie; een terugblik
Aflevering 48, gepubliceerd op 02-12-2010 geschreven door mr. J. LamensHet onderwerp sprongcassatie behoort volgens ‘de cassatiebijbel’ tot ‘het domein van de juridische fijnproevers’.D.J. Veegens/E. Korthals Altes, Cassatie in burgerlijke zaken, deel 7 Asser-Serie Procesrecht, Kluwer, Deventer 2005, nrs. 40, 41, 67. Een beetje pretentieus misschien, maar als bedoeld wordt dat het om een curieuze procesrechtelijke regeling gaat, die weinig aandacht trekt, dan begrijp ik de opmerking. Curieus omdat sprongcassatie inhoudt dat partijen na behandeling door de rechtbank zich direct wenden tot de Hoge Raad, dus met passeren van het gerechtshof. De regeling staat in art. 28, lid 3, AWR en is met ingang van 1 januari 2005 ingevoerd. Vanaf die datum is het gerechtshof tweede feitelijke instantie. De regeling bestaat nu vijf jaar. Hoe zit de regeling in elkaar? Wat kunnen we op dit moment over de inhoud van de regeling zeggen? Wordt er veel of weinig gebruik van gemaakt? En hoe luiden de beslissingen in die zaken?