NTFR 2012/856 - Onzekerheid omtrent de ontvangst van de aanslag leidt tot verschoonbare termijnoverschrijding bij boetebeschikking
ECLI:NL:GHAMS:2012:BV3781, datum uitspraak 02-02-2012, publicatiedatum 15-02-2012
Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2012 met annotatie van mr. M. HendriksBelanghebbende verbleef vanaf eind januari 2009 tot en met begin maart 2009 wegens persoonlijke omstandigheden in Engeland en heeft de navorderingsaanslagen IB/PVV, de naheffingsaanslag OB en boetebeschikkingen daardoor eerst begin maart 2009, bij zijn thuiskomst, gezien. Hij stelt zo spoedig mogelijk, op 4 maart 2009 en 19 maart 2009, bezwaarschriften te hebben ingediend. Vaststaat dat de bezwaarschriften niet tijdig zijn ingediend. Het hof stelt voorop dat de aanslagbiljetten en de beschikkingen aan het juiste adres zijn gericht. Ten aanzien van de navorderingsaanslagen IB/PVV en de naheffingsaanslag OB is het hof met Rechtbank Haarlem van oordeel dat de bezwaartermijn is overschreden en dat geen sprake is van een verschoonbare of niet aan belanghebbende toe te rekenen termijnoverschrijding. Wat de boetebeschikkingen betreft oordeelt het hof dat over de ontvangst van de aanslagbiljetten enige onzekerheid resteert, die niet voor rekening van belanghebbende mag blijven. Dit neemt niet weg dat, nadat belanghebbende op de hoogte is geraakt van het feit dat aan hem een boetebeschikking is opgelegd, hij zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is bezwaar moet maken. Wat de boetebeschikkingen inzake de IB/PVV betreft heeft belanghebbende niet zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is (37 dagen), bezwaar gemaakt. Vanaf het moment dat belanghebbende op de hoogte is geraakt van de boetebeschikking OB tot aan de dag waarop het bezwaar door de inspecteur is ontvangen, zijn vijftien dagen verstreken. Dan kan redelijkerwijs niet worden geoordeeld dat belanghebbende ter zake van de te late indiening van het bezwaarschrift tegen de boetebeschikking OB in verzuim is geweest. Wat de boeteschikking OB betreft is dan ook sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding. Het hof draagt de inspecteur op opnieuw op het bezwaar te beslissen, voor zover het de boetebeschikking inzake de omzetbelasting betreft.