Aflevering 7

Gepubliceerd op 18 februari 2016

NTFR 2016/644 - Nederland belastingland

Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016 geschreven door A.F. Gunn
Op 26 januari 2016 mocht ik meedoen aan een publiek debat in De Balie in Amsterdam. Het onderwerp was ‘Nederland belastingland’, wat een verzamelnaam bleek te zijn voor een breed scala aan onderwerpen die te maken hebben met BEPS en staatssteun.Voor een kort verslag zie: http://artikel104.nl/make-it-work/. De avond was georganiseerd door SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen). Naast ondergetekende en een fiscaal-econoom en filosoofChristiaan Vos (tevens schrijver bij de lezenswaardige blog ‘Follow the Money’ (ftm.nl)). was er iemand van ActionAidGijs Verbraak (hem had ik eerder gezien toen ik meeging met de ActionAid Tax Tour (voor een verslag daarvan zie voetnoot 7)). , een journalist die had meegewerkt aan LuxLeaksJan Kleinnijenhuis (financieel journalist bij Trouw). , de ‘CEO’ van het internationale Tax Justice NetwerkJohn Christensen (Executive Director van het internationale TJN en in een vorig leven werkzaam bij een van de Big Four-kantoren). en Paul Tang (europarlementariër voor de PvdA)Paul Tang reist voor zover ik kan overzien stad en land af om met de ‘gewone mensen’ te praten over het internationaal belastingrecht. Hij ‘terroriseert’ met enig regelmaat – vaak niet geheel ten onrechte – fiscalisten tijdens discussies op nationale televisie.. Ik zou liegen als ik zei dat ik niet zenuwachtig was. Als fiscalist begeef je je toch een beetje in het hol van de leeuw, al maakte ik mij niet al te veel zorgen dat dit zou uitlopen op een lynchpartij. De afgelopen tijd heb ik namelijk een soort ‘veldonderzoek’ verricht op een plaats waar de meeste fiscalisten nooit komen: de linkervleugel van het BEPS-debat. Ik heb gepraat, gelezen en reed tot tweemaal toe mee met een actiebus door Amsterdam op zoek naar ‘tax dodgers’.Een verslag met foto’s van de actiebus: http://artikel104.nl/fiscale-jungle/

NTFR 2016/646 - Tweede Kamer heeft wetsvoorstel doorstroming huurmarkt 2015 (34 373) aangenomen

Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016
De Tweede Kamer heeft op 9 februari 2016 het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7 BW en enkele andere wetten in verband met het stellen van nadere huurmaatregelen tot verdere bevordering van de doorstroming op de huurmarkt (Wet doorstroming huurmarkt 2015) aangenomen. De huursombenadering maximeert de som van alle huurstijgingen van woningcorporaties op inflatie plus 1 procent. Zowel pensioengerechtigden als huishoudens van vier of meer personen krijgen geen inkomensafhankelijke huurverhoging (aangenomen amendement nr. 35).

NTFR 2016/647 - Bij overschrijding driemaandstermijn van 30%-regeling wordt niet voldaan aan eis 'schaarse specifieke deskundigheid'

ECLI:NL:HR:2016:116, datum uitspraak 29-01-2016, publicatiedatum 29-01-2016
Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016 met annotatie van dr. F.M. Werger
Belanghebbende, in India geboren, heeft de Indiase nationaliteit. Vanaf 2009 woont en werkt hij in Nederland bij A. De 30%-regeling is op verzoek van toepassing verklaard voor de periode 1 juli 2010 t/m 31 mei 2019. Per 31 december 2012 is belanghebbende uit dienst getreden bij A. Op 23 april 2013 heeft hij een arbeidsovereenkomst gesloten met B. Op 2 mei 2013 zijn de werkzaamheden bij B gestart. Hof Arnhem-Leeuwarden (17 maart 2015, nr. 14/00586, NTFR 2015/1535) heeft geoordeeld dat de inspecteur het verzoek om (voortzetting van) de 30%-regeling terecht heeft afgewezen, omdat niet is voldaan aan de driemaandstermijn. Dat oordeel is volgens de Hoge Raad juist. Met de eis dat de periode tussen einde van tewerkstelling bij de oude inhoudingsplichtige en de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst met de nieuwe werkgever niet langer dan drie maanden mag zijn, heeft de regelgever buiten discussie willen stellen dat aan het vereiste van schaarse specifieke deskundigheid van de werknemer niet meer kan worden voldaan bij overschrijding van bedoelde driemaandstermijn.

NTFR 2016/648 - Afdrachtvermindering onderwijs geldt voor (alleen) beroepspraktijkvorming als onderdeel van beroepsbegeleidend leerweg

ECLI:NL:HR:2016:38, datum uitspraak 15-01-2016, publicatiedatum 15-01-2016
Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016 met annotatie van mr. J.D. Schouten
Belanghebbende heeft afdrachtvermindering onderwijs geclaimd ter zake van een door 67 werknemers gevolgd maatwerkopleidingstraject (deelkwalificatie van de Assistentenopleiding Basisoperator-Praktijk/Basisoperator). De afdrachtvermindering is door de inspecteur geweigerd. In geschil is: (1) of de door de 67 werknemers gevolgde deelkwalificatie Praktijk/Basisoperator als een voor de WVA kwalificerende beroepsopleiding aangemerkt kan worden; (2) of de gesloten praktijkovereenkomst voldoet aan alle hieraan gestelde voorwaarden, en (3) tot welk tijdstip gebruik kan worden gemaakt van de afdrachtvermindering onderwijs. Hof Arnhem-Leeuwarden (16 december 2014, nr. 13/00739, NTFR 2015/560) heeft de afdrachtvermindering aan belanghebbende toegekend. Volgens de cassatierechter is het oordeel van het hof dat de werknemer geen volledige beroepsopleiding hoeft te volgen om in aanmerking te komen voor de afdrachtvermindering, juist. Wel moet de beroepspraktijkvorming als onderdeel van de beroepsbegeleidende leerweg worden gevolgd. De oordelen van het hof dat voor toepassing van de afdrachtvermindering niet het bestaan van een schriftelijke overeenkomst vereist is en dat de afdrachtvermindering onderwijs mag worden toegepast tot het moment waarop het deelcertificaat is uitgereikt, zijn volgens de Hoge Raad echter onjuist. Volgens de cassatierechter kan slechts op basis van een door partijen ondertekende, op het inhoudingstijdstip aanwezige schriftelijke overeenkomst aanspraak gemaakt worden op de afdrachtvermindering. Voorts kan de afdrachtvermindering worden toegepast tot het einde van het tijdvak waarin het afsluitend examen is afgelegd.

NTFR 2016/650 - Modelovereenkomsten Wet DBA worden aangepast

Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016
De staatssecretaris van Financiën heeft in het vragenuur in de Tweede Kamer toegezegd om binnen twee weken de foute passages uit de modelovereenkomsten te halen. Het gaat om modelovereenkomsten in het kader van de Wet deregulering arbeidsrelaties (Wet DBA), die onlangs is aangenomen door de Eerste Kamer. De Belastingdienst heeft de modelovereenkomsten alleen op de fiscale passages getoetst en daardoor zijn in niet-fiscale passages fouten blijven staan. Het gaat om passages over de verhaalsmogelijkheid van de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage op de opdrachtnemer. Verder vindt de staatssecretaris dat weliswaar op de website staat welk deel van de overeenkomst wel en welk deel niet is beoordeeld, maar dat de overeenkomst in haar geheel zou moeten worden beoordeeld. Deze uitgebreide juridische toetsing zal, zoals toegezegd aan de Eerste Kamer, in het vierde kwartaal klaar zijn.

NTFR 2016/651 - Tweede Kamervragen beantwoord over pakketbezorgers PostNL

Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016
De staatssecretaris van Financiën heeft Tweede Kamervragen beantwoord over de arbeidsrelaties van de pakketbezorgers die voor PostNL werken. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van een krantenbericht over de gevolgen van de verschillende uitspraken van verschillende rechtbanken in acht zaken waarin de vraag speelde of pakketbezorgers bij PostNL in dienstbetrekking waren of niet. Omdat de uitspraak van de rechter afhankelijk is van de feitelijke omstandigheden, vindt de staatssecretaris niet dat er een onduidelijke situatie is ontstaan. Verder wijst de staatssecretaris erop dat er met de Wet Deregulering arbeidsrelaties betere mogelijkheden zijn om te handhaven dan met de VAR.

NTFR 2016/652 - Wet DBA in het Staatsblad geplaatst

Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016
De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) is in het Staatsblad geplaatst. De wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip. Op grond van de Wet DBA treedt het artikel waarin is bepaald dat de VAR die betrekking heeft op een periode die na 31 december 2013 is aangevangen ten hoogste geldt tot het tijdstip waarop de wet op grond van dat Koninklijke Besluit in werking treedt op een ander tijdstip in werking, namelijk op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet is geplaatst (artikel VIII). Op grond van de Wet raadgevend referendum is de inwerkingtreding van het zonet bedoelde artikel opgeschort tot 4 april 2016 (art. 8, lid 2, Wet raadgevend referendum).

NTFR 2016/653 - Tweede Kamervragen beantwoord over arbeidsongeschiktheidsverzekeringen

Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016
De minister van Financiën heeft Tweede Kamervragen beantwoord over de werking van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. De Kamervragen zijn gesteld naar aanleiding van een televisieprogramma. In een van de vragen gaat de minister in op de fiscale aspecten van de ingehouden loonbelasting op de uitkeringen en op de fiscale verwerking van het terugbetalen van uitkeringen.

NTFR 2016/655 - Bij waardering tbs-openingsbalans is onderrendement van invloed op WEV; geen jaarlijkse vrijval waardedruk gebruiksrecht

ECLI:NL:HR:2016:180, datum uitspraak 05-02-2016, publicatiedatum 05-02-2016
Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016 met annotatie van prof. dr. J.P. Boer
Belanghebbende bezit alle aandelen in een bv. Hij is tevens eigenaar van de percelen b-straat 1, 2, 3 en 3a. In 1981 heeft belanghebbende ten behoeve van de bv op de percelen 1, 2 en 3 een dertigjarig opstalrecht gevestigd (jaarlijkse vergoeding € 16.336). In 1981 heeft hij de vergoeding per het einde van het opstalrecht afgekocht. Voorts heeft belanghebbende in 1988 ten behoeve van de bv een dertigjarig erfpachtsrecht en (afhankelijk) recht van opstal gevestigd op de percelen 3a. Vanaf 1 januari 2001 is de tbs-regeling van toepassing op de aan de bv ter beschikking gestelde percelen. In geschil is of (i) bij de waardering op de tbs-openingsbalans rekening moet worden gehouden met de op dat moment niet meer marktconforme vergoeding voor de terbeschikkingstelling, en (ii) of de waardecorrectie jaarlijks moet vrijvallen over de resterende looptijd van de terbeschikkingstelling en of die vrijval bij belanghebbende belast is als row. De Hoge Raad stelt voorop dat op grond van IW IB 2001 vermogensbestanddelen op de tbs-openingsbalans 2001 moeten worden gewaardeerd op de WEV. Bij het bepalen van de WEV van een ter beschikking gestelde onroerende zaak moet rekening worden gehouden met de contractuele relaties die de belastingplichtige met derden heeft. Daarbij moet rekening worden gehouden met de waardedruk die uitgaat van een – op 1 januari 2001 – niet marktconforme vergoeding voor in het verleden gevestigde genotsrechten. Niet van belang is of voor de tbs-regeling een lagere waarde van de onroerende zaak in aanmerking wordt genomen dan de waarde van de onroerende zaak in vrij opleverbare staat (de waardedruk gebruiksrecht), waardoor bij de (bloot) eigenaar een latente belastbare winst kan ontstaan waartegenover bij de gebruiker geen aftrekbare last staat. In casu moet bij het bepalen van de WEV van b-straat 1, 2, 3 en 3a dus rekening worden gehouden met het ontbreken van een marktconform rendement op 1 januari 2001. De vraag of goed koopmansgebruik ertoe verplicht om de waardedruk gebruiksrecht gedurende de resterende periode van het gebruiksrecht jaarlijks ten gunste van de winst te laten vrijvallen, beantwoordt de cassatierechter ontkennend. Het opnemen van het vermogensbestanddeel in het werkzaamheidsvermogen per 1 januari 2001 en de toepassing van het overgangsrecht moet namelijk op één lijn worden gesteld met de verwerving per die datum van een dergelijk vermogensbestanddeel van een derde. In die situatie verplicht goed koopmansgebruik niet ertoe om de waardedruk gebruiksrecht in de resterende jaren van het gebruiksrecht te laten vrijvallen. In een dergelijk geval zal de verlaging van de koopsom door een op de desbetreffende onroerende zaak rustend gebruiksrecht niet eerder dan bij staking van de werkzaamheid of eerdere vervreemding van de onroerende zaak tot een (boek)winst leiden. Dit zou anders zijn als de brutokoopsom zou zijn verrekend met de waarde van een door de verkoper voorbehouden gebruiksrecht. Van dat laatste is in het onderhavige geval geen sprake. Een vrijval van de waardedruk gebruiksrecht in de (resterende) jaren van het gebruik strookt ook niet met de bedoeling van het overgangsrecht, aangezien met de overgangsregeling niet is beoogd de jaarwinst in een geval als het onderhavige in de jaren na 1 januari 2001 te verhogen.

NTFR 2016/658 - Beleidsbesluit gepubliceerd met goedkeuring voor kapitaalverzekeringsuitkering bij begunstiging op één leven

Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016
De staatssecretaris van Financiën heeft een beleidsbesluit gepubliceerd waarmee hij het besluit wijzigt over de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, het beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 van 6 december 2014, nr. BLKB 2014/1763M (NTFR 2014/2989). Dit laatste besluit is als laatst gewijzigd bij besluit van 29 september 2015, nr. BLKB2015/464M (NTFR 2015/2690). De wijziging houdt een goedkeuring in die aansluit op de per 1 januari 2016 in werking getreden wettelijke bepalingen (art. 10bis.11a, Wet IB 2001 en ond. APa, IW IB 2001). Op grond van de wettelijke bepalingen kunnen fiscale partners met ingang van 1 januari 2016 beiden de uitkeringsvrijstelling te genieten, ook al bevat de overeenkomst slechts de begunstiging bij leven van een van de partners. Door de goedkeuring in het beleidsbesluit kan dat ook vóór 1 januari 2016.

NTFR 2016/660 - Voor samenwerkingsverband verrichte werkzaamheden behoren tot het geven van onderwijs

ECLI:NL:HR:2016:83, datum uitspraak 22-01-2016, publicatiedatum 22-01-2016
Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016 met annotatie van mr. E.H.A.M. Thijssen
Belanghebbende, een ROC, verzorgt beroepsonderwijs. Vanaf 2008/2009 werkt belanghebbende voor het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo) samen met een ander ROC. De samenwerking houdt in dat opleidingen worden gebundeld en dat het vavo door hen voor gemeenschappelijke rekening wordt gegeven onder de gemeenschappelijke naam A. De inspecteur heeft het samenwerkingsverband A als zelfstandig ondernemer aangemerkt. De ondersteunende werkzaamheden die belanghebbende ten behoeve van A heeft verricht, worden door de inspecteur beschouwd als belaste prestaties. Volgens Hof Den Haag (14 maart 2014, nrs. 13/01202, 13/01203 en 13/01204, NTFR 2014/2017) zijn de naheffingsaanslagen echter ten onrechte opgelegd. De Hoge Raad onderschrijft dat oordeel. Alle door belanghebbende in het kader van het vavo verrichte werkzaamheden behoren tot het geven van onderwijs dat is vrijgesteld op de voet van art. 11 Wet OB 1968. De ondersteunende werkzaamheden zijn derhalve niet met omzetbelasting belast.

NTFR 2016/664 - A-G Ettema belicht in ‘scholenconstructiezaak’ begrip ‘vergoeding’

ECLI:NL:PHR:2015:2556, datum uitspraak 29-12-2015, publicatiedatum 29-01-2016
Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016 met annotatie van mr. J. Sanders jr.
Belanghebbende, een gemeente, heeft een schoolgebouw laten bouwen en het in aanbouw zijnde schoolgebouw, inclusief grond, aan een vereniging in eigendom overgedragen. De koopsom bedroeg € 274.208 (exclusief € 52.099,52 aan omzetbelasting, in totaal € 326.307,52). In de akte van levering is vermeld dat belanghebbende afstand doet van haar vordering tot betaling van € 326.307,52 en dat de vereniging dit bedrag schuldig blijft. Belanghebbende heeft de ter zake van de bouw in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek gebracht. Volgens de inspecteur heeft belanghebbende geen recht heeft op aftrek van voorbelasting.

NTFR 2016/665 - Door eerder in buitenland afgegeven kenteken is op grond van beleid sprake van een gebruikte auto

ECLI:NL:HR:2016:119, datum uitspraak 29-01-2016, publicatiedatum 29-01-2016
Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016 met annotatie van mr. J. Rolleman
Belanghebbende heeft op 1 februari 2010 BPM-aangifte gedaan ter zake van de registratie van een uit Duitsland afkomstige auto. Voor de auto was eerder, op 26 november 2009, een Duits kenteken afgegeven. Ten tijde van de aankoop van de auto door belanghebbende, op 30 december 2009, bedroeg de kilometerstand 100, op 1 februari 2010 bedroeg deze 182.

NTFR 2016/671 - Hoge Raad geeft uitleg aan begrip 'vast middelpunt' in verdrag met India

ECLI:NL:HR:2016:44, datum uitspraak 15-01-2016, publicatiedatum 15-01-2016
Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016 met annotatie van mr. A.H.W. Steijn
Belanghebbende, inwoner van Nederland, heeft van 15 december 2008 t/m 13 maart 2009 als zelfstandig duiker reparatiewerkzaamheden verricht aan een drijvende tankopslag, die gelegen was op een vaste locatie in de territoriale wateren van India. Deze reparatiewerkzaamheden werden door belanghebbende verricht op projectbasis. De tankopslag fungeerde gedurende die periode als verblijfplaats van belanghebbende.

NTFR 2016/672 - Beantwoording vragen Tweede Kamer over rapportage fiscale knelpunten grensarbeiders

Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt in deze brief vragen van de Tweede Kamer over de op 11 september 2015 naar de Tweede Kamer gezonden rapportage fiscale knelpunten grensarbeiders (zie NTFR 2015/2538 voor deze rapportage). In de brief wordt onder meer ingegaan op de Duitse belastingvrijstelling van Duitse rente in verband met dwangarbeid, op de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen en box 3-inkomen, op de positie van personen die onder een buitenlands ziektekostenstelsel verzekerd zijn, op de 150-kilometergrens en het gebruik van de 30%-regeling, op ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties en op de voorlichting over het nieuwe belastingverdrag met Duitsland aan grensarbeiders. De beantwoording bouwt grotendeels voort op eerder uitgezette lijnen en ingenomen standpunten.

NTFR 2016/673 - Wijzigingsprotocol voor belastingverdrag met Duitsland ondertekend

Aflevering 7, gepubliceerd op 18-02-2016
Nederland en Duitsland hebben op 11 januari 2016 een wijzigingsprotocol voor het Verdrag Nederland-Duitsland ondertekend. Met dit wijzigingsprotocol wordt het in 2012 ondertekende belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland, dat per 1 januari 2016 van toepassing is geworden, aangepast. De voornaamste wijziging is dat niet langer de woonstaat het heffingsrecht heeft over het inkomen van – in het bijzonder – piloten en zeevarenden, maar dat de staat waar de feitelijke leiding van de lucht- en zeevaartonderneming is gelegen dit heffingsrecht heeft. Het wijzigingsprotocol moet nog in beide landen de goedkeuringsprocedure doorlopen.