Aflevering 39

Gepubliceerd op 29 september 2005

NTFR 2005/1208 - De kunst van goede wetgeving en uitvoering

Aflevering 39, gepubliceerd op 29-09-2005 geschreven door mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
Recent, op 30 augustus 2005, werd een rapport, geschreven door een commissie onder leiding van hoogleraar belastingrecht Stevens (Commissie–Stevens – Domeinrapport financieel–administratieve regeldruk), overhandigd aan staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken, en een dag later aan minister Zalm. De commissie heeft onderzoek gedaan naar overbodige en irriterende wetgeving die vooral ondernemers treft. Er is veel regelgeving die ongetwijfeld ooit wel enig nut heeft gehad, maar waarbij de kosten–baten analyse tegenwoordig negatief uitslaat. De commissie heeft allerlei voorstellen gedaan, maar ik voorspel nu reeds dat daarvan slechts een heel beperkt gedeelte het zal halen. Het schrappen van regelgeving is iets dat een wetgever (de term zegt het al ‘gever‘) maar moeilijk over het hart kan verkrijgen, het is immers geen ‘wetnemer‘. Er zal in veel gevallen een wetswijziging nodig zijn, waar een wetgever niet op zit te wachten. Bovendien zal het een druppel op een gloeiende plaat zijn: er wordt veel meer nieuwe (ook irriterende) wetgeving bedacht dan er – als gevolg van dit rapport – wordt geschrapt of gewijzigd.

NTFR 2005/1209 - Belastingplan 2006

Aflevering 39, gepubliceerd op 29-09-2005
De staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag 2005 het Belastingplan 2006 ingediend. Het Belastingplan 2005 maakt onderdeel uit van het Fiscaal Pakket 2006, waarin verder nog het wetsvoorstel VPB–pakket 2006 is opgenomen, waarover elders in dit nummer meer.

NTFR 2005/1210 - Wetsvoorstel aftrekuitsluiting steekpenningen wordt aangepast

Aflevering 39, gepubliceerd op 29-09-2005
De staatssecretaris van Financiën heeft in de Eerste Kamer geen meerderheid gekregen voor zijn wetsvoorstel aftrekuitsluiting van steekpenningen (NTFR 2003/895). De staatssecretaris heeft naar aanleiding van de kritiek in de Eerste Kamer toegezegd met een novelle te komen. Daarin zal hij het wetsvoorstel zodanig wijzigen dat de desbetreffende feiten of delictsomschrijvingen waarnaar wordt verwezen in het Wetboek van Strafrecht niet langer slechts aannemelijk behoeven te zijn maar dat die moeten ‘blijken‘. Dit is een zwaardere vorm van bewijs.

NTFR 2005/1221 - Liquidatie-uitkering lidmaatschapsrecht belast naar normaal tarief

ECLI:NL:HR:2005:AO3319, datum uitspraak 23-09-2005, publicatiedatum 23-09-2005
Aflevering 39, gepubliceerd op 29-09-2005 met annotatie van drs. N.M. Ligthart
Belanghebbende was lid van en verzekerd bij de onderlinge waarborgmaatschappij E. E is met F overeengekomen om al haar rechten en verplichtingen per 1 januari 1998 over te dragen aan een tot F behorende naamloze vennootschap. Ingevolge deze overeenkomst is aan E een overnamesom betaald van f c. Voor een gedeelte ad f d vormt de overnamesom een vergoeding voor de goodwill van E. Krachtens besluit van haar buitengewone ledenvergadering van 17 december 1997 is E per 1 januari 1998 ontbonden. Na liquidatie van E resteerde een positief liquidatiesaldo van f e, ter uitkering aan de 11.225 oud-leden van E, die daartoe krachtens het bij evengenoemd besluit aan art. 32 van de statuten van E toegevoegde lid 5 gerechtigd waren. Aan belanghebbende is op die voet in 1998 een uitkering gedaan van f b. Het betoog van de inspecteur dat sprake is van negatieve persoonlijke verplichtingen wordt door het hof verworpen, omdat belanghebbende de uitkering heeft genoten in zijn hoedanigheid van lid van de onderlinge waarborgmaatschappij en de uitkering niet het karakter heeft van de feitelijke terugbetaling van eerder betaalde premies. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand. Belanghebbende bestrijdt in cassatie het oordeel van het hof dat sprake is van inkomsten uit vermogen. Volgens de Hoge Raad is het hofoordeel dat sprake is van inkomsten uit een vermogensrecht niet onjuist. De staatssecretaris bestrijdt ten slotte het oordeel van het hof dat sprake is van inkomsten uit vermogen waarop het bijzondere tarief van art. 57, lid 2, Wet IB 1964 van toepassing is.

NTFR 2005/1227 - Antwoorden op kamervragen over AOW en TBU

Aflevering 39, gepubliceerd op 29-09-2005
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën hebben vragen beantwoord van mevrouw Kant (SP). De vragen hebben onder meer betrekking op de inhouding van loonbelasting bij AOW in samenloop met een aanvullend pensioen. Uit de antwoorden blijkt, anders dan mw. Kant meende, dat de Sociale Verzekeringsbank geen te lage loonbelasting inhoudt over de AOW–uitkeringen. Wel kan het gebeuren dat bij genoemde samenloop via een aanslag achteraf inkomstenbelasting moet worden bijbetaald. Dit hangt rechtstreeks samen met de afzonderlijke uitbetaling van de AOW–uitkering en aanvullende pensioenen en is geen gevolg van een fout in de inhouding. Belanghebbenden kunnen dit voorkomen door te verzoeken om een voorlopige aanslag.

NTFR 2005/1230 - VPB-pakket 2006

Aflevering 39, gepubliceerd op 29-09-2005
Samen met het Belastingplan 2006 is een afzonderlijk VPB-pakket 2006 voorgesteld. Er worden vier grote aanpassingen in de wetgeving voorgesteld in dit afzonderlijke pakket. De voorstellen hangen alle vier samen met de herziening van de vennootschapsbelasting (en enige andere regelgeving) volgens de nota ‘Werken aan winst‘ (NTFR 2005/683). De vier aanpassingen luiden samengevat als volgt: