NTFR 2010/1083 - Geen reguliere aftrek bij nummerverwerving
Aflevering 18, gepubliceerd op 06-05-2010 met annotatie van mr. dr. J.Th. SandersTussen 1 januari 1998 en 31 december 1999 heeft X (zaak C-536/08), een in Nederland gevestigde onderneming, computerapparatuur en -onderdelen gekocht van leveranciers die in andere lidstaten zijn gevestigd dan Nederland en Spanje en verkocht aan in Spanje gevestigde afnemers. De leveranciers hebben geen btw in rekening gebracht op de aan X uitgereikte factuur, maar hebben haar Nederlands btw-identificatienummer vermeld. X heeft op de aan haar afnemers uitgereikte facturen melding gemaakt van de toepassing van art. 28 quater, E, lid 3, Zesde Richtlijn. In haar aangifte voor het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 30 september 1998 heeft X geen ter zake van intracommunautaire verwervingen verschuldigde btw opgenomen. Zij heeft evenmin btw ter zake van deze intracommunautaire verwervingen afgetrokken. X heeft geen aangifte gedaan van intracommunautaire leveringen in de zin van art. 37a Wet OB 1968 en art. 22, lid 6, sub b, laatste alinea, Zesde Richtlijn. Voor het tijdvak van 1 oktober 1998 tot en met 30 juni 1999 heeft zij daarentegen wel btw ter zake van de intracommunautaire verwervingen opgenomen en afgetrokken. Bovendien heeft zij aangifte gedaan van intracommunautaire leveringen in de zin van de laatstgenoemde bepalingen. Niet is aangetoond dat de goederen in het kader van de bedoelde transacties rechtstreeks zijn verzonden of vervoerd naar de in Spanje gevestigde afnemers. Omdat de inspecteur zich op het standpunt stelt dat X de goederen heeft verworven in de zin van art.17a Wet OB 1968, heeft hij X een naheffingsaanslag opgelegd. Volgens de inspecteur heeft X de goederen in Nederland verworven overeenkomstig art. 17b Wet OB 1968 en art. 28 ter, A, lid 2, Zesde Richtlijn. Ter zake van deze intracommunautaire verwervingen bestaat voorts voor X geen recht op aftrek.