NTFR 2010/983 - Loonsomheffing: niet nodig en niet wenselijk
Aflevering 17, gepubliceerd op 29-04-2010 geschreven door mr. G.W.B. van WestenDe Wet IB 2001 is alweer zijn tiende levensjaar ingegaan. De Successiewet is grondig herzien, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is onderhanden werk….Bij hen die zich graag wentelen in de loonheffingen rijst de vraag of de Wet op de loonbelasting 1964 wellicht binnenkort ook eens aan de beurt zal komen. En zo ja: Zetten wij dan koers naar een loonsomheffing? Met belangstelling keek ik uit naar het rapport van de Studiecommissie belastingstelsel. Als in deze tijd ergens een pleidooi voor een grondige herziening van de loonbelasting zou worden gehouden zou dat toch in dat rapport wel te vinden zijn? Het rapport werd op 7 april 2010 uitgebracht met als titel: ‘Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel’. In het rapport trof ik echter geen aanbeveling voor een complete herziening van de loonbelasting aan. Deels is dat terug te voeren op de opzet van het rapport. Volgens de woorden van de Studiecommissie zelf betreft het ‘slechts een voorstudie’. Daarbij komt nog dat de minister van Financiën de Studiecommissie had laten weten rapportage op of kort na 1 april zeer op prijs te stellen. Min of meer synchroon met de rapportages van de ambtelijke heroverwegingswerkgroepen en dus ook tijdig genoeg om een rol te spelen bij de verkiezingen van 9 juni 2010. Die versnelling liet de Studiecommissie kennelijk niet veel ruimte om nog wat extra’s te doen. De voorstellen die de Studiecommissie doet voor aanpassing van de loonbelasting zijn beperkt tot grondslagverbreding. Die voorstellen zijn: Afschaffen van de faciliteiten voor het spaarloon en die voor de levensloopregeling. Ook pensioenen in eigen beheer zouden moeten worden ontdaan van fiscale faciliëring. Dat geeft echter geen vereenvoudigingswinst voor het overgrote deel van de werkgevers. Daarnaast omarmt de Studiecommissie innig de werkkostenregeling. Maar de Studiecommissie wijst invoering van een loonsomheffing af. In hoofdstuk 3.2.3 stelt de Studiecommissie dat de maatschappelijke kosten bij handhaving van de loonbelasting lager zijn dan bij een loonsomheffing.