NTFR 2012/102 - De fiscale eenheid als dekmantel voor verboden discriminatie
Aflevering 3, gepubliceerd op 19-01-2012 geschreven door prof. mr. F.A. EngelenDe vrijheid van vestiging van art. 49 VwEU verzet zich tegen fiscale bepalingen die onderscheid maken op grond van de vestigingsplaats van een moeder- of dochtervennootschap, dat niet wordt gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang. In situaties waarin een dergelijke bepaling niet van toepassing is indien de moeder- en dochtervennootschap zijn gevoegd in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, doet zich na het arrest van het Hof van Justitie EU in de zaak X Holding BVHvJ EU 25 februari 2010, zaak C-337/08, NTFR 2010/541. de vraag voor of het verbod op beperkingen van de vrijheid van vestiging kan worden ontgaan door de verschillende fiscale behandeling formeel op te heffen. Materieel blijft de verschillende fiscale behandeling in die situaties immers in stand, aangezien geen fiscale eenheid kan worden gevormd met een niet in Nederland gevestigde moeder- of dochtervennootschap die niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting en dit onderscheid volgens het Hof van Justitie EU niet in strijd is met de vrijheid van vestiging.