NTFR 2016/1365 - Het Oudeland Beheer: Kostprijs is aankoopprijs?
Aflevering 21, gepubliceerd op 26-05-2016 met annotatie van mr. dr. J.Th. SandersHet Oudeland Beheer (HOB) heeft op 8 maart 2004 tegen een jaarlijks vooruit te betalen canon van € 330.000 een twintigjarig recht van erfpacht verkregen op een perceel grond met een kantoorpand in aanbouw. De vestiging van dit recht van erfpacht vormt voor de btw een belaste levering van een onroerende zaak. De maatstaf van heffing ter zake van deze levering omvat de waarde van de canon, berekend op € 3.844.500. Door HOB is de ter zake van de vestiging van het erfpachtrecht berekende btw in aftrek gebracht. HOB heeft de opstal doen afbouwen en de in rekening gebrachte btw onmiddellijk en volledig in aftrek gebracht. Tijdens de afbouw is de eerste van de te betalen jaarlijkse canons voor het recht van erfpacht vervallen en door HOB betaald. Na de oplevering van het pand verhuurt HOB dit met ingang van 1 juni 2004, gedeeltelijk belast en gedeeltelijk vrijgesteld. Het verhuren van het pand is beschouwd als een belaste integratielevering. Aangezien HOB voor een gedeelte van het pand geen recht op aftrek heeft, is een bedrag aan btw op aangifte voldaan. HOB heeft de maatstaf van heffing van deze levering gesteld op de totale kosten (exclusief btw) van de afbouw, vermeerderd met de op het tijdstip van de levering vervallen canon (€ 330.000). De inspecteur stelt zich op het standpunt dat de maatstaf van heffing niet gesteld kan worden op slechts de kosten van de afbouw vermeerderd met de voorafgaand aan de oplevering van het pand vervallen canon van € 330.000. Hij stelt de maatstaf van heffing op de kosten van de afbouw, vermeerderd met de gekapitaliseerde waarde van alle canons, in totaal € 3.844.500. Hij heeft het verschil in verschuldigde btw nageheven. Op de vragen van de Hoge Raad in de gevolgde gerechtelijke procedure verklaart het HvJ voor recht: