NTFR 2016/1869 - Ook rechtspersonen kunnen een beroep doen op betalingsonmacht griffierecht
ECLI:NL:GHSHE:2016:706, datum uitspraak 26-02-2016, publicatiedatum 20-06-2016
Aflevering 29, gepubliceerd op 21-07-2016 met annotatie van mr. P.A. CaljéBelanghebbende, een bv, heeft in hoger beroep gevraagd om kwijtschelding van het te betalen griffierecht. Het hof overweegt dat HR 20 februari 2015, nr. 14.05176, NTFR 2015/972, waarin richtlijnen voor de behandeling van een beroep op betalingsonmacht griffierecht zijn opgenomen, ziet op natuurlijke personen. Het hof is van oordeel dat onder omstandigheden ook rechtspersonen in aanmerking moeten kunnen komen voor kwijtschelding van griffierecht. Belanghebbende is een holding zonder activiteiten, heeft vanaf de oprichting in 2004 jaarlijks een verlies gemaakt van enkele duizenden euro’s, heeft al jaren een negatief eigen vermogen en door de dochtervennootschappen werd geen dividend uitgekeerd. Het hof concludeert dat de winst en het vermogen van belanghebbende en haar dochtervennootschappen ontoereikend zijn om het griffierecht te betalen. Ook de enig aandeelhouder van belanghebbende (de gemachtigde) is, gelet op zijn geloofwaardige en onweersproken verklaringen over zijn financiële situatie, niet in staat de geldelijke middelen te verstrekken om het verschuldigde griffierecht te voldoen. Het beroep van belanghebbende op betalingsonmacht griffierecht slaagt derhalve. Inhoudelijk oordeelt het hof dat de verzuimboete verminderd dient te worden naar € 500. Ten aanzien van de proceskosten oordeelt het hof dat geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, omdat een beroepsmatig karakter niet aannemelijk is geworden.