Aflevering 42

Gepubliceerd op 17 oktober 2019

NTFR 2019/2517 - RB: pakket Belastingplan 2020 teleurstellend

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019
Het Register Belastingadviseurs (RB) is van oordeel dat het kabinet in het Belastingplan 2020 geen grote keuzes maakt. Dit valt te lezen in het persbericht en de commentaren van het RB per wetsvoorstel van 4 oktober 2019. Het RB stelt dat de praktijk al langer wacht op grotere maatregelen, zoals de rekening-courantmaatregel en aanpassing van box 3. Het wetsvoorstel van de rekening-courantmaatregel komt echter pas in het vierde kwartaal en de brief van 6 september 2019 over de aanpassingen van box 3 heeft geen formele status.

NTFR 2019/2518 - VNO-NCW en MKB-Nederland reageren op pakket Belastingplan 2020

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019
Per brief aan de Tweede Kamer van 3 oktober 2019 sturen VNO-NCW en MKB-Nederland een reactie op de wetsvoorstellen die gezamenlijk het pakket Belastingplan 2020 vormen. Het commentaar op dit pakket is opgenomen in de bijlage per wetsvoorstel. Voorts bevat de bijlage het commentaar op de wetsvoorstellen Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking en Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies die voor het zomerreces zijn aangeboden aan de Tweede Kamer en eenzelfde behandelschema volgen als de wetsvoorstellen die behoren tot het pakket Belastingplan 2020.

NTFR 2019/2519 - Subsidieregeling sanering varkenshouderijen

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019
Er is een subsidieregeling gepubliceerd op grond waarvan de minister van LNV een varkenshouder op aanvraag subsidie kan verstrekken voor de onomkeerbare sluiting van een varkenshouderijlocatie binnen een concentratiegebied als de geurscore ten minste 0,4 bedraagt. De subsidie omvat een bijdrage voor:

NTFR 2019/2522 - Geen ZVW-premie verschuldigd over afname FOR met bedrag premies lijfrente

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019
Op 8 oktober 2019 werd de Verzamelwet VWS 20XX ingediend. In het wetsvoorstel zijn een aantal wijzigingen, bijstellingen en technische verbeteringen op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opgenomen. Een van deze wijzigingen ziet op art. 43, lid 2, onderdeel b, ZVW. Deze wijziging is het gevolg van HR 23 november 2018, nr. 17/03140, NTFR 2018/2732. Met de wijziging wordt wettelijk vastgelegd dat er geen inkomensafhankelijke ZVW-bijdrage is verschuldigd over de winst die is ontstaan door een afname van de FOR met het bedrag van de premies voor lijfrenten die in het betreffende kalenderjaar als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking worden genomen.

NTFR 2019/2525 - Motie aangenomen om regeling groene beleggen in box 3 ook toe te passen op alternatieve financieringsvormen

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019
Bij de Algemene Financiële Beschouwingen is de motie van het lid Stoffer (SGP) aangenomen om de regeling voor groene beleggingen in box 3 toe te passen op investeringen in alternatieve financieringsvormen (Kamerstukken II, 35 300, nr. 66). De regering wordt verzocht om bij de uitwerking van het wetsvoorstel ter aanpassing van box 3 te onderzoeken of deze regeling in de heffing van box 3 om groene beleggingen te stimuleren ook toegepast kan worden bij investeringen in alternatieve financieringsvormen.

NTFR 2019/2527 - Terechte aanslag schenkbelasting ter zake van afstand van eerder geschonken deel erfpacht op NSW-landgoed (art. 81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2019:1519, datum uitspraak 11-10-2019, publicatiedatum 11-10-2019
Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019
Belanghebbende is onder huwelijkse voorwaarden gehuwd. In 2001 is aan haar en haar echtgenoot ieder voor de onverdeelde helft het recht van erfpacht uitgegeven, dat ziet op een villa gelegen op een opengesteld NSW-landgoed. In 2010 heeft de echtgenoot bij akte van schenking zijn aandeel in het registergoed om niet aan belanghebbende geleverd. In 2013 heeft belanghebbende afstand gedaan van het recht van erfpacht en heeft zij daarvoor een vergoeding van de bloot eigenaar gekregen. Volgens Hof Den Bosch (31 januari 2019, nr. 17/00565, NTFR 2019/1282), heeft de inspecteur terecht een aanslag schenkbelasting opgelegd. De NSW, waarop in de akte uit 2010 een beroep is gedaan, bepaalt immers in art. 8a NSW dat de op grond van die wet buiten invordering gebleven schenkbelasting alsnog ingevorderd wordt indien het verkregen landgoed binnen 25 jaar wordt vervreemd. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat de schenking heeft gestrekt tot voldoening aan een natuurlijke verbintenis. Het hof heeft de aanslag verminderd omdat de waarde van de schenking te hoog is vastgesteld.

NTFR 2019/2528 - Kamervragen beantwoord over stijgende lasten voor woningcorporaties

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019 geschreven door drs. R. van Haperen
Tweede Kamerlid Henk Nijboer heeft een achttal Kamervragen gesteld over de opgelopen belastdruk bij woningcorporaties. Uit de beantwoording van de vragen door de minister van BZK wordt duidelijk dat de minister van BZK en de staatssecretaris van Financiën bij hun standpunt blijven dat het kabinet genoeg maatregelen heeft genomen om de corporaties tegemoet te komen in de oplopende investeringsbehoefte en dat ondanks de oplopende belastingdruk corporaties meer dan voldoende middelen hebben om nieuwe investeringen te doen.

NTFR 2019/2529 - Kamerbrief indicatieve bestedingsruimte woningcorporaties

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019 geschreven door drs. R. van Haperen
De minister van BZK heeft de jaarlijkse indicatieve bestedingsruimte woningcorporaties (IBW) gepresenteerd. Uit de brief van de minister blijkt dat de voorgenomen investeringen van woningcorporaties zijn toegenomen ten opzichte van vorig jaar. De stijging van deze ruimte komt voor een deel door een andere berekeningssystematiek, de zogenoemde beleidswaarde. In de brief van de minister wordt veel aandacht besteed aan de oplopende belastinglast bij woningcorporaties. De vennootschapsbelasting bij woningcorporaties loopt de komende jaren verder op. Waar in 2012 de Belastingdienst ‘slechts’ € 5 miljoen aan aanslagen heeft opgelegd bij woningcorporaties, is dit bedrag in 2018 gestegen tot € 505 miljoen. De corporaties zelf verwachten in 2023 ruim € 900 miljoen te betalen. Deze verdere stijging komt onder andere door de extra VPB-lasten vanaf 2019 in verband met ATAD1. In deze cijfers is nog niet verwerkt dat het VPB-tarief in 2020 en 2021 minder daalt dan in het Belastingplan 2019 is gepresenteerd.

NTFR 2019/2534 - Schadevergoeding van € 20.000 wegens lange duur procedures echtgenoten

ECLI:NL:GHDHA:2019:1946, datum uitspraak 25-06-2019, publicatiedatum 23-07-2019
Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019 met annotatie van mr. M.H. Hogendoorn
Belanghebbende en haar echtgenoot hebben diverse beroepsprocedures gevoerd betreffende meerdere IB-aanslagen, verliesvaststellingsbeschikkingen en naheffingsaanslagen OB. Zij hebben tijdens de beroepsprocedures bij de rechtbank een verzoek om immateriëleschadevergoeding (ISV) gedaan wegens de lange duur van de procedures. Nadat de rechtbank in de beroepsprocedures uitspraak had gedaan, heeft de rechtbank het onderzoek met betrekking tot het ISV-verzoek heropend. De rechtbank heeft zonder een nadere zitting op het ISV-verzoek beslist en aan belanghebbenden een ISV van in totaal € 20.000 toegekend. In hoger beroep is in geschil of belanghebbenden recht hebben op een hoger bedrag aan ISV. Belanghebbenden staan een bedrag van € 542.000 voor. Het hof oordeelt dat een terugwijzing naar de rechtbank, gelet op de uitvoerige behandeling van de standpunten van belanghebbenden in beroep en hoger beroep en gelet op art. 8:41a Awb, niet nodig is. Het hof zet vervolgens de overschrijding van de redelijke termijn per beroepsprocedure uiteen. De langste termijnoverschrijding betreft een overschrijding van zeventien jaar en zes maanden. Het hof ziet evenwel aanleiding tot verlenging van de redelijke termijn, gelet op de niet altijd even heldere verwoording van de standpunten van belanghebbenden die hebben bijgedragen aan de langere duur van de afhandeling van de zaken. Daarbij heeft het hof mede in aanmerking genomen dat een aantal aanslagen tot nihil zijn opgelegd, dan wel verminderd tot nihil in bezwaar en er slechts een geschil resteert inzake verliesvaststelling en of verliesverrekening, dat belanghebbenden gezamenlijk hebben geprocedeerd en dat de ISV-procedure bij de rechtbank is aangehouden tot de Hoge Raad in cassatie heeft beslist over de aanslagen zelf. Naar het oordeel van het hof heeft de rechtbank de ISV gerechtvaardigd gematigd tot € 20.000 voor belanghebbende en haar echtgenoot samen.

NTFR 2019/2536 - Geen invorderingsrente omdat belanghebbende vermoeden van ontvangst van aanslag heeft ontzenuwd

ECLI:NL:HR:2019:1439, datum uitspraak 11-10-2019, publicatiedatum 11-10-2019
Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019 met annotatie van mr. R.B.H. Beune
Met dagtekening 12 juni 2015 is aan belanghebbende een voorlopige aanslag IB/PVV 2014 opgelegd. Een digitale kopie daarvan is toegestuurd aan de accountant van belanghebbende. Op 26 januari 2016 is een betaalherinnering gestuurd. Naar aanleiding daarvan heeft belanghebbende betaald. De ontvanger heeft invorderingsrente in rekening gebracht. Volgens Hof Den Bosch 29 november 2018, nr. 17/00395, NTFR 2019/655 is er geen plaats voor het in rekening brengen van invorderingsrente. Weliswaar heeft de ontvanger aannemelijk gemaakt dat de aanslag naar het juiste adres is verzonden, maar belanghebbende heeft het daaruit voortvloeiende vermoeden van ontvangst van de aanslag ontzenuwd. Daarbij is van belang dat belanghebbende alle belastingaanslagen tijdig heeft betaald en dat er ook voldoende liquide middelen zijn om deze aanslag te betalen. De ontvanger heeft vervolgens niet aannemelijk gemaakt dat de aanslag belanghebbende toch heeft bereikt. De Hoge Raad onderschrijft dit oordeel van het hof. De Hoge Raad voegt daaraan toe dat het hof niet gehouden was zelf te onderzoeken of belanghebbende tijdig via zijn accountant kennis had kunnen nemen van de aanslag en de daarvoor geldende betaaltermijn.

NTFR 2019/2537 - Gemeentelijke schuldhulpverlening

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019 geschreven door mr. J.D. Schouten
In dit wetsvoorstel vindt een verduidelijking plaats van de taak van het college van burgemeester en wethouders omtrent vroegsignalering en schuldhulpverlening. Tevens wordt ten behoeve daarvan noodzakelijke gegevensuitwisseling gefaciliteerd.

NTFR 2019/2539 - NOB-reactie op wetsvoorstel Wet implementatie ATAD2

Aflevering 42, gepubliceerd op 17-10-2019
Op 24 september 2019 heeft de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (de NOB) gereageerd op het wetsvoorstel Wet implementatie ATAD2. De NOB complimenteert de wetgever met de gestructureerde wijze waarop de implementatie is vormgegeven en meent dat het eerdere commentaar van de NOB en de gesprekken met Financiën hun weerslag hebben gevonden in het voorstel. Desondanks levert het wetsvoorstel de NOB nog vele vragen op. Deze vragen betreffen met name de linking rules, die het noodzakelijk maken om ook de buitenlandse fiscale wetgeving te analyseren om een antwoord te geven op vragen over toepassing van de voorgestelde wijzigingen in de Nederlandse wet op de vennootschapsbelasting 1969. Op hoofdlijnen meent de NOB dat de wetteksten zo veel mogelijk moeten aansluiten bij de tekst van Richtlijn, de oorsprongseis duidelijker tot uitdrukking moet komen in de wetteksten en dat art. 12ag Wet VPB 1969 primair geschrapt moet worden en subsidiair beperkt zou moeten worden tot een beperkte set objectieve gegevens. Ook dient extra aandacht te komen voor de rechtsbescherming van belastingplichtigen.