NTFR 2024/1719 - De Pijler-2-vaste-inrichting en het verbod van allocatie van betrokken belastingen voor de binnenlandse bijheffing
Aflevering 44, gepubliceerd op 29-10-2024 geschreven door mr. dr. H. VermeulenIn de Pijler-2-wereld is allocatie een belangrijk onderwerp. Deze wereld is gecreëerd door de OESO-modelregels over Pijler 2.1 Die hebben hun weerslag gekregen in de Europese Pijler 2-richtlijn.2 In Nederland vormt de Wet minimumbelasting 20243 (hierna: WMB 2024) de implementatie hiervan. In deze Pijler-2-wereld moet voor een (multinationale of binnenlandse) groep op jurisdictioneel niveau, dus per land, het effectieve belastingtarief worden berekend. Is dat lager dan het minimumtarief van 15%, dan is er sprake van onderbelasting en moet er worden bijgeheven. De bijheffing bedraagt vervolgens het verschil tussen de minimumbelasting en het effectieve belastingtarief (in het Engels: ‘top-up tax’). Om het effectieve belastingtarief te bepalen wordt een formule gebruikt. Dit is een breuk waarbij de teller wordt gevormd door de (op jurisdictioneel niveau bepaalde) gecorrigeerde betrokken belastingen en de noemer door de (op jurisdictioneel niveau bepaalde) kwalificerende inkomens en verliezen van de in de betreffende jurisdictie gevestigde entiteiten van de (multinationale of binnenlandse) groep.4 Die worden in de Pijler-2-wereld groepsentiteiten genoemd.