NTFR 2004/953 - Europese dividendstromen
Aflevering 27, gepubliceerd op 01-07-2004 geschreven door prof. dr. P. KavelaarsOp het gebied van de directe belastingen dateren de eerste maatregelen van regelgeving uit 1992 toen de Moeder-dochter-Richtlijn van 23 juli 1990, nr. 90/435/EEG. en de FusierichtlijnRichtlijn van 23 juli 1990, nr. 90/434/EEG. van kracht zijn geworden. Zij beogen het vrije verkeer te stimuleren. Wat betreft de Moeder-dochterrichtlijn houdt dat in het onder voorwaarden niet toestaan van heffingen ter zake van dividenden bij de uitkerende en de ontvangende vennootschap en waar het de fusierichtlijn betreft gaat het kort gezegd om het niet belemmeren van grensoverschrijdende fusies en splitsingen. Beide richtlijnen zijn momenteel voorwerp van aanpassing; de belangrijkste wijziging van de Moeder-dochterrichtlijn betreft de getrapte verlaging van het deelnemingspercentage van 25% naar uiteindelijk 10% ingaande 2009. Richtlijn van 22 december 2003, nr. 2003/123/EG, PB EU 13 januari 2004, nr. L.7, p. 41-44. De Fusierichtlijn wordt onder andere nader afgestemd op de hiervoor bedoelde wijziging van de Moeder-dochterrichtlijn en verruimd ten aanzien van een aantal andere splitsingen. Deze wijziging is nog in een conceptrichtlijn opgenomen; zie het voorstel van 30 december 2003, COM(2003)841def en het daarover uitgebrachte advies van het Europees Economisch en sociaal comitƩ te vinden in PB EU 30 april 2004, nr. C.110, p. 30-33 waarin ook een overzicht van de voorstellen is te vinden.