NTFR 2008/886 - Herziening AWR
Aflevering 20, gepubliceerd op 15-05-2008 geschreven door dr. J.C.K.W. BartelIn een brief van 11 april 2008 schrijft staatssecretaris De Jager aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-GeneraalKamerstukken II, 2007-2008, 30 645, nr. 13. onder meer dat hem signalen hebben bereikt dat de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) niet meer is toegesneden op de eisen van de moderne tijd. Hij merkt daarbij op dat modernisering van de AWR gewenst lijkt om de eisen te beantwoorden die het sterk veranderde karakter van de processen bij de Belastingdienst (geautomatiseerd, digitaal) met zich meebrengen en de behoeften die in de samenleving bestaan om efficiënt en doelgericht met de Belastingdienst te communiceren over de individuele fiscale belangen. Naar zijn oordeel vraagt dit om een AWR die een wettelijk kader biedt voor gelegitimeerde actie als belastingplichtigen onverhoopt in gebreke blijven, maar ook een die geen onnodige formaliteiten voorschrijft, en noemt als voorbeeld dat zal worden gekeken naar de wijze van formalisering van de belastingschuld; uiteraard zal hierbij recht moeten worden gedaan aan de rechtspositie van belastingplichtigen. Opvallend is daarbij de opmerking van de staatssecretaris dat hij bij de wijziging van de AWR tevens de lang in de Kamer gekoesterde wens mee zal nemen om net zoals in het overige bestuursrecht ook in de fiscaliteit tot een open stelsel van rechtsbescherming te komen.