NTFR 2011/1274 - Verlenging termijn voor teruggaaf van btw met terugwerkende kracht niet toegestaan
Aflevering 23, gepubliceerd op 09-06-2011 met annotatie van mr. dr. J.Th. SandersOp 11 oktober 2007 heeft Enel aangifte gedaan leidend tot teruggaaf van 2.273.514,85 BGN. Het aftrekbare bedrag was groter dan de verschuldigde btw en Enel heeft dit niet kunnen aftrekken in de volgende belastingtijdvakken. De termijn voor teruggave van 45 dagen is normaliter op 26 november 2007 verstreken, waardoor met ingang van die datum vertragingsrente verschuldigd is. Op 8 november 2007 is aan Enel evenwel een beschikking betekend voor een belastingcontrole ter vaststelling van de btw-schuld over 1 januari 2005 tot en met 30 september 2007 en van andere belastingschulden over 2005 en 2006. Bij aanslag van 19 december 2007 werd een bedrag van 1.364.108,91 BGN aan btw op basis van de belastingaangifte van 11 oktober 2007 teruggegeven en dit bedrag werd 21 december 2007 op de rekening van Enel gestort. Op 13 maart 2008 werd het controlerapport opgesteld waartegen Enel bezwaar heeft gemaakt op grond dat zij recht had op vertragingsrente over het reeds teruggegeven bedrag van 1.364.108,91 BGN, over de periode van 27 november 2007 tot 21 december 2007, alsmede over het terug te geven restsaldo, over de periode van 27 november 2007 tot de datum van daadwerkelijke teruggave. Op 29 april 2008 volgt een wijzigende aanslag, zonder melding van vertragingsrente. De Enel terug te geven belasting, werd verrekend met andere belastingschulden, vermeerderd met vertragingsrente voor 2005 en 2006 op basis van diezelfde wijzigende aanslag. Op 13 mei 2008 werd het restsaldo van 179.092,25 BGN op de rekening van Enel gestort zonder beslissing omtrent de vertragingsrente. Op 20 mei 2008 heeft Enel tegen de wijzigende aanslag beroep ingesteld tot betwisting van de belastingschulden vermeerderd met vertragingsrente, de verrekening van deze schulden met de aan haar terug te geven bedragen alsmede de stilzwijgende weigering de gevorderde vertragingsrente toe te kennen. Bij uitspraak van 20 oktober 2008 heeft de Bulgaarse belastingdienst vertragingsrente over 179.092,25 BGN toegekend vanaf de datum dat de wijzigende aanslag tot en met de teruggave van dit bedrag. Het beroep werd ongegrond verklaard voor het overige. Op 31 oktober 2008 heeft Enel zich tot de rechtbank te Sofia gericht met verzoek dat de vertragingsrente over de teruggaaf werd betaald vanaf 27 november 2007 tot en met de datum van daadwerkelijke teruggave van dit volledige bedrag. Op vragen van de verwijzende rechter verklaart het HvJ EU voor recht: Art. 183 van de Btw-richtlijn gelezen in samenhang met het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen, verzet zich tegen een nationale regeling volgens welke de termijn voor teruggave van een overschot aan btw met terugwerkende kracht wordt verlengd, voor zover krachtens deze regeling de belastingplichtige het vóór inwerkingtreding verworven recht op vertragingsrente over het aan hem terug te geven bedrag wordt ontnomen. Hetzelfde artikel gelezen in samenhang met het beginsel van fiscale neutraliteit, verzet zich tegen een nationale regeling volgens welke de normale termijn voor teruggave van het overschot aan btw, na afloop waarvan vertragingsrente over het terug te geven bedrag verschuldigd is, wordt verlengd ingeval een belastingcontrole wordt ingesteld, aangezien deze verlenging tot gevolg heeft dat deze rente pas verschuldigd is na beëindiging van deze controle, terwijl dat overschot reeds is overgebracht in de drie belastingtijdvakken die volgen op dat waarin het is ontstaan. Het feit dat deze normale termijn 45 dagen bedraagt, is niet in strijd met deze bepaling net zo min als verrekening van teruggave van het overschot aan btw.