Aflevering 45

Gepubliceerd op 5 november 2015

NTFR 2015/2867 - Taxpayers’ rights in het gedrang?

Aflevering 45, gepubliceerd op 05-11-2015 geschreven door prof. dr. I.J.J. Burgers
Generale rapporteurs Baker en Pistone signaleren in hun generale rapport ‘The practical protection of taxpayers’ fundamental rights’, geschreven voor het afgelopen maand in Bazel gehouden IFA-congres, de verontrustende ontwikkeling dat Nederland, Liechtenstein, Oostenrijk, Portugal en Zwitserland onder druk van het OECD Forum on Transparency and Exchange of Information hun regelgeving in die zin hebben moeten aanpassen dat belastingplichtigen niet meer in kennis worden gesteld van grensoverschrijdende gegevensuitwisseling.P. Baker and P. Pistone, General Report The practical protection of taxpayers’ fundamental rights, Cahiers de droit fiscal international, Volume 100B, SDU, Den Haag, p. 51. Niet meewerken aan de wensen van de OESO op dit vlak zou resulteren in een lagere peer review rating in het kader van de door het Global Forum on Transparency and Exchange of Information for Tax PurposesDit Forum is in 2009 op initiatief van de OECD opgericht en telt op het moment van schrijven (oktober 2015) 127 lidstaten: http/www.oecd.org/tax/transparency. verrichte peer review naar de mate waarin de regelgeving van de staten die lid zijn van het Forum voldoet aan de door het Global Forum opgestelde standaards voor transparantie en gegevensuitwisselingsbepalingen.http://www.oecd.org/tax/transparency/ . In fase 1 van dit peer review beoordeelt het Global Forum de kwaliteit van de regelgeving van landen inzake uitwisseling van inlichtingen en in fase 2 de praktische implementatie van het framework. Het peer review-rapport bevat niet alleen een grondig en uitgebreid beschrijvend deel, maar ook een empirisch deel waarvoor de peers gevraagd wordt naar hun ervaringen met de systemen van de landen. Het in november 2013 verschenen peer review-rapport over Nederland telde maar liefst 121 bladzijden. Daarvan hebben 5 bladzijden betrekking op de kennisgeving-voorafprocedure: de procedure wordt beschreven, een overzicht wordt gegeven van de van belang zijnde jurisprudentie, mede aan de hand van de ervaringen van de peers vindt toetsing plaats aan de internationale standaard en er worden aanbevelingen gegeven.

NTFR 2015/2877 - Salomie en Oltean: het HvJ geeft inzicht in de toepassing van algemene beginselen

Aflevering 45, gepubliceerd op 05-11-2015 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
In 2007 hebben Salomie en Oltean zich met vijf andere natuurlijke personen in een maatschap verenigd ter verwezenlijking van een project voor de bouw en de verkoop van vier gebouwen in Roemenië. Die maatschap kent geen rechtspersoonlijkheid en is niet aangemeld of geïdentificeerd als btw-plichtige. In 2008 en 2009 zijn, naast 23 parkeerplaatsen, 122 van de 132 appartementen die op het tot het privévermogen van een van die personen behorende terrein zijn gebouwd, voor in totaal 10.902.275 Roemeense leu (RON) verkocht, zonder dat die verkopen aan de btw zijn onderworpen. In 2010 heeft de Roemeense belastingdienst zich na een controle op het standpunt gesteld dat die handelingen een duurzame economische activiteit vormen en derhalve vanaf 1 oktober 2008 aan de btw zijn onderworpen, aangezien de omzet uit die handelingen vanaf augustus 2008 hoger is dan de drempel van € 35.000 waaronder economische activiteiten in Roemenië zijn vrijgesteld van btw.

NTFR 2015/2879 - Btw-heffing bij ontwikkelingswerk

Aflevering 45, gepubliceerd op 05-11-2015 geschreven door mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
Dit besluit vervangt het besluit van 5 januari 1990, nr. VB89/2161, over heffing van btw bij ontwikkelingswerk. Organisaties die werkzaam zijn op het gebied van ontwikkelingswerk kunnen onder voorwaarden het nultarief toepassen. Daarmee bestaat er (ook) recht op aftrek van voorbelasting.

NTFR 2015/2881 - Geen wettelijke rentevergoeding bij in strijd met EU-recht geheven bpm en matiging proceskostenvergoeding bij groot aantal zaken is terecht

ECLI:NL:HR:2015:2990, datum uitspraak 09-10-2015, publicatiedatum 09-10-2015
Aflevering 45, gepubliceerd op 05-11-2015 met annotatie van mr. J.M. van der Vegt
Belanghebbende heeft € 451 aan BPM op aangifte voldaan. In bezwaar heeft de inspecteur wegens strijdigheid met het Unierecht een vermindering van € 53 verleend. De inspecteur heeft daarbij € 2 aan rente vergoed en een proceskostenvergoeding toegekend van € 54,50.

NTFR 2015/2888 - Uitbreiding werkingssfeer Verordening 1408/71 tot postactieven is niet onrechtmatig

ECLI:NL:HR:2015:3179, datum uitspraak 30-10-2015, publicatiedatum 30-10-2015
Aflevering 45, gepubliceerd op 05-11-2015
Belanghebbende heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in België. Hij ontvangt een AOW-uitkering uit Nederland. De inspecteur heeft een NiNbi-beschikking afgegeven waarin het ‘niet in Nederland belaste inkomen’ is vastgesteld op nihil. Belanghebbende bestrijdt op verschillende gronden de rechtmatigheid van de afgegeven beschikking. Hof Den Bosch (NTFR 2015/857) heeft geoordeeld dat belanghebbende onder de personele werkingssfeer van Verordening 1408/71 valt, dat de uitbreiding van Verordening 1408/71 tot postactieven niet onrechtmatig is en dat wordt voldaan aan alle voorwaarden van art. 28 Verordening 1408/71. Belanghebbende heeft recht op zorgverstrekking in België ten laste van Nederland. Nederland is bevoegd daarvoor een bijdrage te heffen. De heffing van deze bijdrage krachtens art. 69 Zvw is niet in strijd met art. 104 GW. De inspecteur is bevoegd de NiNbi-beschikking af te geven en handelt niet onrechtmatig door deze gegevens te verstrekken aan het College voor zorgverzekeringen (vanaf 1 april 2014: Zorginstituut Nederland).