Aflevering 19

Gepubliceerd op 10 mei 2007

NTFR 2007/819 - Eigen aandelen en opties op eigen aandelen in de vennootschapsbelasting anno 2007

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007 geschreven door prof. dr. J.N. Bouwman
Sinds de invoering van de Wet werken aan winst per 1 januari 2007 is de uitreiking van eigen aandelen en opties op eigen aandelen niet langer aftrekbaar van de winst zoals die wordt berekend voor de vennootschapsbelasting (hierna: VPB). Daarmee is weer een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de intussen toch wel zeer wisselvallige geschiedenis van de behandeling van de uitreiking van eigen aandelen en optierechten op eigen aandelen in de VPB. Hierna wil ik een aantal aspecten van dit onderwerp aan de orde stellen. Begonnen wordt met een beschrijving van het wettelijke regime zoals dit sinds 1 januari 2007 geldt. Daarna wordt een aantal discussiepunten besproken die samenhangen met dit regime. Daarbij is overigens niet gestreefd naar volledigheid. De omvang van een opinie staat dat niet toe.

NTFR 2007/820 - Belastingdienst ontvangt informatie over buitenlandse bankrekeningen en effectenportefeuilles en maakt draaiboek openbaar

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Volgens een bericht op de website van de Belastingdienst is een landelijke actie buitenlands vermogen gestart. Dit naar aanleiding van informatie die de Belastingdienst ontving uit een EU-lidstaat over door Nederlandse belastingplichtigen in die lidstaat aangehouden bankrekeningen en effectenportefeuilles. De Belastingdienst heeft verschillende belastingplichtigen de afgelopen weken gevraagd hun buitenlandse inkomen en vermogen van de laatste twaalf jaar alsnog op te geven. Het draaiboek van de landelijke actie is in aangepaste vorm openbaar gemaakt en kan worden gedownload.

NTFR 2007/821 - Normaftrekbedrag verblijfkosten eigen rijders 2007

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Transportondernemers die meerdaagse of op meer dagen internationale ritten maken, mogen onder voorwaarden een bedrag aan verblijfkosten ten laste van hun winst brengen. Jaarlijks wordt een besluit gepubliceerd met het normbedrag aan verblijfkosten per gereden dag. Voor 2007 is dit bedrag verhoogd met € 1,00 tot € 28,50. Het besluit heeft een andere opzet gekregen. Het normbedrag is niet meer in het besluit opgenomen maar is te raadplegen op (zakelijk – bedrijfskosten en investeringen – overige onderwerpen – verblijfkosten eigen rijders). Overigens zijn geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht ten opzichte van het besluit dat voor 2006 werd uitgebracht (besluit van 26 april 2006, nr. CPP2006/963M, NTFR 2006/696).

NTFR 2007/825 - Stille maatschap is aan te merken als onderneming

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Belanghebbende was tot en met 30 april 2000 in loondienst. Op 20 april 2000 richten hij en zijn partner een holding (bv2) op, die op haar beurt een dochtermaatschappij (bv3) opricht. Belanghebbende, zijn partner en bv3 tekenen per 1 mei 2000 een overeenkomst van stille maatschap waarin staat dat de vennoten afspraken hebben gemaakt vanaf 1 mei 2000 een onderneming in maatschapverband te exploiteren.

NTFR 2007/829 - Waarde TBS-pand bepaald aan de hand van taxatierapport belanghebbende

ECLI:NL:RBBRE:2007:BA2528, datum uitspraak 02-03-2007, publicatiedatum 10-04-2007
Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Belanghebbende verhuurt een onroerende zaak aan een bv waarin zijn echtgenote een aanmerkelijk belang heeft. Vanwege de terbeschikkingstellingsregeling laat belanghebbende de onroerende zaak taxeren door een beëdigd taxateur. In het taxatierapport is de onroerende zaak per 1 januari 2001 getaxeerd op € 401.595. In het kader van de aanslagregeling 2002 is de onroerende zaak eveneens getaxeerd door een medewerker van de afdeling waardeonderzoek van de Belastingdienst. Deze taxeert de onroerende zaak op € 252.000. In zijn aangifte gaat belanghebbende bij de berekening van de afschrijving op de onroerende zaak uit van een waarde van € 401.595 en rekent hiervan € 56.723 toe aan de grond. De inspecteur corrigeert deze berekening en gaat in zijn berekening uit van een waarde van per 1 januari 2001 van € 320.000 en rekent € 94.860 toe aan de grond.

NTFR 2007/832 - Brief over de vrijwilligersregeling

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer een brief gezonden over de vrijwilligersregeling. De aanleiding hiervoor was onduidelijkheid over de vraag of een urenadministratie nodig is voor de toepassing van de vrijwilligersregeling.

NTFR 2007/834 - Vragen over privégebruik auto van bewindslieden beantwoord

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoordt Kamervragen van de leden Wilders en Van Dijck (PVV) over de brief aan de Tweede Kamer waarin zij ingaat op het privégebruik van haar dienstauto in de periode dat zij burgemeester van Nijmegen was. Deze brief namen wij op in NTFR 2007/629. De strekking van het antwoord is dat de brief voor zich spreekt. De minister heeft niet meer willen doen dan de Tweede Kamer informeren over het gebruik van haar dienstauto en in verband daarmee over haar rol in het overleg met het Georganiseerd Overleg burgemeesters. Vanwege de schijn van belangenverstrengeling heeft zij dat overleg aan de minister van Financiën overgedaan. Op de vraag hoe het precies zit met het privégebruik auto in haar geval, antwoordt de minister dat de Belastingdienst dit nog onderzoekt.

NTFR 2007/835 - Optierechten op nog uit te geven aandelen behoren tot aanmerkelijk belang

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
De echtgenote van belanghebbende is in dienst bij A. In februari 1997 heeft A aan de echtgenote 420.000 optierechten op nog uit te geven aandelen A toegekend. In juni 1997 heeft A 20.400 gewone aandelen uitgegeven aan de echtgenote. Het geplaatste aandelenkapitaal van A bestond op 31 december 1997 onder meer uit 4.684.000 gewone aandelen. In 1998 heeft de echtgenote, na uitoefening van de opties, 440.400 gewone aandelen in A aan derden verkocht en geleverd. De inspecteur heeft het voordeel behaald bij de verkoop van de aandelen in A uiteindelijk als winst uit aanmerkelijk belang aangemerkt. Voor het hof was in geschil of de optierechten van de echtgenote behoorden tot een aanmerkelijk belang. Hof Den Haag oordeelde dat dit het geval was. Ook A-G Van Ballegooijen komt tot de conclusie dat de rechten om nog uit te geven aandelen te verwerven tot een aanmerkelijk belang behoren. De advocaat-generaal concludeert derhalve tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep van de staatssecretaris.

NTFR 2007/839 - Vragen over het niet-gebruik van buitengewone-uitgavenaftrek beantwoord

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën beantwoorden vragen van het Tweede Kamerlid Vendrik over het niet-gebruik van de buitengewone uitgavenregeling. Vendrik stelt de vragen omdat het niet-gebruik 'nog altijd zorgwekkend hoog is'. Slechts 50% van de rechthebbenden maakt namelijk gebruik van de aftrekmogelijkheid. De bezuiniging van 400 miljoen, die in het regeerakkoord is opgenomen, doet niet vermoeden dat de regering het gebruik van de aftrekpost gaat stimuleren.

NTFR 2007/840 - Memorie van antwoord wetsvoorstel Vrijgestelde beleggingsinstellingen

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007 geschreven door mr. M.H.C. Ruijschop
De staatssecretaris van Financiën heeft de Memorie van Antwoord inzake het wetsvoorstel Vrijgestelde beleggingsinstellingen (VBI) aan de Eerste Kamer gezonden. De MvA bevat ten opzichte van de reeds eerder verschenen kamerstukken niet veel nieuws. De staatssecretaris is van mening dat een nv met slechts een aandeelhouder niet in aanmerking kan komen voor het VBI-regime. Het verzoek om beëindiging van het VBI-regime moet worden ingediend in het jaar voorafgaande aan het jaar van statusverlies. In de MvA besteedt de staatssecretaris aandacht aan enkele opmerkingen die in de vakliteratuur zijn gemaakt.

NTFR 2007/843 - In hoger beroep wordt wel samenstel van rechtshandelingen aanwezig geacht

ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ9165, datum uitspraak 02-02-2007, publicatiedatum 28-02-2007
Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007 met annotatie van mr. M. de L. Monteiro
Aan belanghebbende is een onroerende zaak geleverd. De koopsom is bij levering deels kwijtgescholden en deels omgezet in een geldlening. Later is het resterende deel van de koopsom kwijtgescholden. Voor de tweede kwijtschelding is aan belanghebbende een aanslag recht van schenking opgelegd zonder toepassing van de faciliteit van art. 24, lid 5, SW 1956. Belanghebbende stelt dat de verkrijging van de onroerende zaak in 2002 en de kwijtschelding van de koopsom in 2003 moeten worden beschouwd als een samenstel van rechtshandelingen. Tussen partijen is in geschil of een deel van de overdrachtsbelasting betaald voor de verkrijging van de onroerende zaken in september 2002 in mindering strekt op het recht van schenking dat is verschuldigd over de tweede kwijtschelding.

NTFR 2007/844 - Geen cassatie tegen hofoordeel dat sprake is van samenstel van rechtshandelingen

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007 geschreven door mr. M. de L. Monteiro
De staatssecretaris van Financiën heeft meegedeeld geen cassatieberoep in te stellen tegen het oordeel van Hof Amsterdam. Hof Amsterdam oordeelde in die uitspraak dat sprake was van een samenstel van rechtshandelingen die als een geheel in de heffing van het recht van schenking moeten worden betrokken. Voor belanghebbende bestond daarom recht op de samenloopregeling van art. 24, lid 5, SW 1956 (tekst 2003).

NTFR 2007/845 - Hof gaat ten onrechte voorbij aan bewijsaanbod

ECLI:NL:HR:2007:BA4309, datum uitspraak 04-05-2007, publicatiedatum 04-05-2007
Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007 met annotatie van mr. J.A.G. van Es
Belanghebbende is als inlener van personeel aansprakelijk gesteld voor de door uitlener A niet betaalde loonheffing. Van inlenersaansprakelijkheid kan slechts sprake zijn indien de personen die de arbeid verrichten in dienstbetrekking zijn bij A. Bij het hof is in geschil of sprake is van een dienstbetrekking of dat de betrokken personen als zelfstandige ondernemers moeten worden beschouwd. Belanghebbende heeft bij het hof aangeboden door getuigenverklaringen te bewijzen dat de betrokken personen niet in dienstbetrekking waren, maar met A een vennootschap onder firma vormden waarin zij allen gelijkgerechtigd waren en waarin zij in de winst en het verlies deelden. Het hof heeft dit bewijsaanbod gepasseerd, omdat het zou zien op een niet voor bewijslevering vatbaar zijnde kwalificatie van de feiten. Volgens de Hoge Raad is het hof ten onrechte voorbijgegaan aan het bewijsaanbod. Het betreft immers relevante feiten die wel voor bewijslevering vatbaar zijn. Volgt verwijzing.

NTFR 2007/846 - Verzoek om uitstel van zitting ten onrechte afgewezen

ECLI:NL:HR:2007:BA4301, datum uitspraak 04-05-2007, publicatiedatum 04-05-2007
Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007 met annotatie van mr. A.A. Fase
Belanghebbende heeft het hof een dag voor de zitting verzocht om uitstel van de mondelinge behandeling. Het hof heeft dit verzoek afgewezen wegens te late indiening. De Hoge Raad oordeelt in cassatie dat indien een verzoek om uitstel tijdig en gemotiveerd is gedaan, de rechter dat verzoek dient in te willigen tenzij zwaarder wegende belangen aan zodanig uitstel in de weg staan. De rechter dient zijn oordeel hieromtrent te motiveren. Het oordeel van het hof dat het verzoek wegens te late indiening wordt afgewezen, is volgens de Hoge Raad onvoldoende gemotiveerd. Verwijzing volgt.

NTFR 2007/848 - Nieuw feit voor navordering in landbouwvrijstellingsgeschil was aanwezig

ECLI:NL:GHSGR:2007:BA4203, datum uitspraak 27-02-2007, publicatiedatum 02-05-2007
Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Een tuinbouwer heeft verhuurde/verpachte grond aan de Staat verkocht i.v.m. de aanleg van de HSL en voor een ander, voorheen verhuurd, perceel, dat zijn eigendom bleef, een vergoeding van de Staat ontvangen omdat dit door de HSL niet meer als glastuinbouwgrond kon worden gebruikt. Vervolgens heeft hij de landbouwvrijstelling toegepast. Er is een navorderingsaanslag opgelegd waarbij de landbouwvrijstelling op een gedeelte van de verkoopsom en een gedeelte van de vergoeding niet is toegepast.

NTFR 2007/853 - Gebreken in administratie rechtvaardigen omkering bewijslast

ECLI:NL:RBBRE:2007:BA2037, datum uitspraak 15-02-2007, publicatiedatum 02-04-2007
Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Belanghebbende exploiteerde in 2000, 2001 en 2002 een handel in tweedehands artikelen. Op basis van bevindingen uit een boekenonderzoek legt de inspecteur voor de jaren 2000 en 2001 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting op en wijkt hij voor het jaar 2002 af van de aangifte. In geschil is of de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd en terecht van de aangifte is afgeweken.

NTFR 2007/859 - EC presenteert voortgangsrapport over een gemeenschappelijke geconsolideerde belastinggrondslag voor bedrijven

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Na een eerste voortgangsrapport in 2006 (IP/06/448), heeft de Europese Commissie een tweede rapport aangenomen over de voortgang naar een gemeenschappelijke geconsolideerde belastinggrondslag voor ondernemingen (Common Consolidated Corporate Tax Base) (CCCTB). Alvorens een formeel voorstel in 2008 te doen, vestigt de Commissie de aandacht van de andere instellingen van de EU op het werk dat is gedaan en het werk dat door deskundigen nog moet worden verricht om alle problemen te onderkennen en mogelijke oplossingen daarvoor aan te dragen.

NTFR 2007/860 - Spaartegoedenverdragen tussen Aruba en Roemenie en Bulgarije

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
De minister van Buitenlandse Zaken stuurt de spaartegoedenverdragen tussen respectievelijk Aruba en Bulgarije en Aruba en Roemenië ter stilzwijgende goedkeuring aan het parlement. De beide spaartegoedenverdragen voorzien in de uitwisseling van inlichtingen over rente op spaartegoeden door zowel Aruba als door Bulgarije en Roemenië. De beide verdragen komen overeen met de door Aruba met de andere EU-lidstaten afgesloten verdragen waarmee wordt voorzien in inlichtingenuitwisseling. Mits goedkeuring aan de verdragen wordt gegeven, zijn beide verdragen van toepassing met ingang van 1 januari 2007. Als brondocumenten zijn bijgevoegd de beide spaartegoedenverdragen met toelichtende nota.

NTFR 2007/861 - Aangaan verbintenissen ziet op financiële prestaties

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Velvet & Steel neemt van verkopers van verhuurde gebouwen de door hen bij de verkoop aangegane verplichtingen tot renovatie alsmede uit een huurwaarborg over tegen vergoeding. Aldus zijn de verkopers ingedekt tegen alle kosten en vorderingen van de verkrijgers van de gebouwen met betrekking tot de renovatiewerkzaamheden en de huurwaarborg. Nadien zijn de kopers van de gebouwen ermee akkoord gegaan om in ruil voor een deel van de fractie van de verkoopprijs die aan Velvet & Steel was afgestaan, deze laatste van haar verplichtingen vrij te stellen. Het Finanzamt stelt zich op het standpunt dat de overname van de renovatieverplichting door Velvet & Steel een noodzakelijkerwijs aan de btw onderworpen handeling vormt. Op de in de daarop volgende gerechtelijke procedure gestelde prejudiciële vraag verklaart het Hof van Justitie EG voor recht dat het begrip 'aangaan van (...) verbintenissen' in art. 13, B, sub d, punt 2, Zesde Richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat andere dan financiële verbintenissen, zoals de verbintenis tot renovatie van een onroerend goed, van de werkingssfeer van deze bepaling zijn uitgesloten.

NTFR 2007/862 - Aftrek voorbelasting bij verkoop van minderheidsdeelneming

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Belanghebbende had tot 1996 een 30%-belang in een deelneming. Geen van de andere aandeelhouders had een groter belang dan het belang van belanghebbende. Belanghebbende verrichtte tegen vergoeding managementwerkzaamheden voor de deelneming en was lid van de Management Board. In 1996 verkoopt belanghebbende de deelneming. In verband met de verkoop zijn aan belanghebbende diensten verricht, voor welke diensten btw in rekening is gebracht. In geschil is of belanghebbende recht heeft op aftrek van deze voorbelasting. Hof Den Haag beantwoordt deze vraag bevestigend. De voorbelasting kan in aftrek komen omdat de verkoop samenhangt met het ondernemerschap van de verkoper. A-G Overgaauw concludeert dat de voorbelasting terecht in aftrek is gebracht. Ook in het geval van de verkoop van een minderheidsdeelneming is aftrek van voorbelasting mogelijk mits de deelneming, zoals in het onderhavige geval, een wezenlijke functie vervult in de onderneming van de verkoper.

NTFR 2007/866 - Besluit administratieve- en factureringsverplichtingen Omzetbelasting

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Dit besluit vervangt en actualiseert het besluit van 12 augustus 2004, nr. CPP2004/1537M over de administratieve- en factureringsverplichtingen op het gebied van de omzetbelasting, en de specifieke bepalingen over de forfaitaire berekeningsmethoden. De actualisering is volgens de staatssecretaris van Financiën onder meer nodig door wijzigingen in de regelgeving op het terrein van de omzetbelasting.

NTFR 2007/867 - Kamervragen over omzetbelastingtarieven en kunst

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt de vragen van Tweede Kamerlid mevrouw Van Vroonhoven over omzetbelastingtarieven en kunst. De vragen betreffen deels een individuele aangelegenheid. In verband met de fiscale geheimhoudingsplicht doet de staatssecretaris van Financiën daarover verder geen mededelingen. Hij geeft aan dat de regels met betrekking tot de fiscale behandeling van beeldhouwwerken en het verlaagde tarief recent niet zijn gewijzigd. Gevraagd naar de inhoud van het begrip ‘kunstvoorwerp’ verwijst hij naar de Europese omzetbelastingregelgeving en jurisprudentie op dit onderdeel.

NTFR 2007/868 - Voorwaarden voor het salderen van meer- en minderbevindingen in accijnsgoederenplaats en inrichting voor verbruiksgoederen

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
In het beleidsbesluit van 14 november 2002 over het salderen van meer- en minderbevindingen in een accijnsgoederenplaats en inrichting voor verbruiksbelastinggoederen heeft de staatssecretaris van Financiën, naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 23 december 1998 richtlijnen gegeven over het salderen. In verband met veranderingen in de praktijk, bestaat er aanleiding dit besluit te actualiseren. Ook zijn de bepalingen die al uit de wet voortvloeien in dit nieuwe besluit weggelaten.

NTFR 2007/871 - Kamervragen over milieukorting voor auto's

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt de vragen van het Tweede Kamerlid Roefs over het verschil in milieukorting. De staatssecretaris van Financiën is op dit moment bezig om in samenwerking met de ministers van VROM, EZ en V&W de afspraak uit het Coalitieakkoord over de milieudifferentiatie van auto's in de BPM in te vullen. Het vergroten van het verschil in milieukorting in de BPM is een maatregel die in overweging wordt genomen.

NTFR 2007/872 - Besluit belastingen op milieugrondslag

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
In dit besluit van de staatssecretaris van Financiën zijn uit de Leidraad belastingen op milieugrondslag 2005 de standpunten overgenomen waaraan een specifiek beleidsbesluit ten grondslag ligt. Vooruitlopend op nieuwe wetgeving is daarnaast een goedkeuring opgenomen voor teruggaaf van energiebelasting voor minerale oliën voor verwarmingsdoeleinden. De leidraad wordt bij dit besluit ingetrokken. In het Handboek belastingen op milieugrondslag 2007 wordt een toelichting gegeven op het bestaande recht op het terrein van de milieubelastingen in de volgorde van de artikelen van de Wet belastingen op milieugrondslag. In dit besluit wordt toegezegd dat dit handboek op korte termijn verschijnt en op de website van de Belastingdienst zal worden geplaatst.

NTFR 2007/877 - Teruggaaf vennootschapsbelasting bevrijdend betaald door storting op rekening failliete dochter

Aflevering 19, gepubliceerd op 10-05-2007
Verzoekster, X bv, maakt deel uit van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Van beide fiscale eenheden maakt ook U bv deel uit. Door het faillissement van U bv wordt de fiscale eenheid voor de omzetbelasting per 14 januari 2004 ontbonden. Op de op 28 november 2003 ondertekende aangifte omzetbelasting van de fiscale eenheid voor de omzetbelasting is aangegeven dat het rekeningnummer voor teruggaven moet worden gewijzigd van rekeningnummer 1, op naam van U bv, in rekeningnummer 2, op naam van X bv. Op de op 10 februari 2004 ondertekende aangifte omzetbelasting wordt rekeningnummer 1 met de pen doorgehaald. Op 14 februari 2004 laat de Belastingdienst weten dat een vermindering op de aanslag vennootschapsbelasting 2002 van de fiscale eenheid vennootschapsbelasting is gestort op rekeningnummer 1. Verzoekster klaagt er bij de Nationale ombudsman over dat de Belastingdienst niet bereid is het bedrag alsnog te storten op rekeningnummer 2.