Aflevering 16

Gepubliceerd op 16 april 2009

NTFR 2009/819 - Staatssecretaris reageert op wetsvoorstel hoogleraren

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
De staatssecretaris van Financiën reageert via een brief aan de Tweede Kamer op het wetsvoorstel met crisismaatregelen dat drie hoogleraren hebben aangeboden (NTFR 2009/568). In zijn reactie verwijst de staatssecretaris naar het aanvullende beleidsakkoord van het kabinet met gerichte stimuleringsmaatregelen voor 2009 en 2010. Bij de totstandkoming van het aanvullende beleidsakkoord zijn alle ideeën betrokken die het kabinet van buitenaf hebben bereikt. Daartoe behoren ook de voorstellen van de drie hoogleraren, zodat het beleidsakkoord ook als reactie op de ideeën van de hoogleraren kan worden gezien.

NTFR 2009/820 - Uitwerking waardering onderhanden werk

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
Op www.belastingdienst.nl is een ongedateerde publicatie over onderhanden werk (art. 3.29b Wet IB 2001) verschenen. Het als beleidsbesluit ogende stuk is een uitwerking van de waardering van onderhanden werk. De uitwerking is de vrucht van onderzoek door brancheorganisaties Bouwend Nederland, Uneto-VNI, FME CWM en de Belastingdienst. Andere uitwerkingen dan in het stuk staan, zijn – binnen het wettelijke kader – ook toegestaan. Het stuk behandelt de (§3) begrippen (onderhanden) werk en -opdracht, (§4) de wijze waarop de waardering van onderhanden werk kan worden bepaald, (§5) een uitwerking voor kleine ondernemingen en voor (§6) kleine projecten, (§7) de grondslag voor de berekening van een gemiddeld winstpercentage en (§8) een evaluatie in 2010.

NTFR 2009/824 - Waardebepaling van aan werknemers toegekende aandelen met lock up

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI0346, datum uitspraak 31-03-2009, publicatiedatum 07-04-2009
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009 met annotatie van mr. J.D. Schouten
Met ingang van 1 januari 2005 is de beloning van de leden van de Raad van Bestuur van belanghebbende aangepast in die zin dat de prestatie-afhankelijke beloning niet meer in contanten wordt uitgekeerd, maar in de vorm van aandelen in belanghebbende, die gedurende twee jaar aangehouden moeten worden (ook wel lock up genoemd). Een uitzondering op de tweejaarstermijn gold voor zover de verschuldigde loonbelasting/premies volksverzekeringen met de vervreemding van de aandelen kon worden voldaan. Belanghebbende stelt dat de waarde van de uitgereikte aandelen in juli 2005 77,5% van de beurskoers is, omdat de lock up een waardedrukkend effect heeft. Ter bepaling van de waarde in het economische verkeer van de aandelen heeft zij op de beurskoers van die aandelen de prijs van een putoptie en het gemiste risicoloze rendement in mindering gebracht. De inspecteur is met belanghebbende van mening dat de lock up een waardedrukkend effect heeft. Maar deze is naar zijn mening maximaal 5%.

NTFR 2009/826 - Bij dadingsovereenkomst als schadevergoeding toegekend bedrag vormt loon

ECLI:NL:HR:2009:BI0591, datum uitspraak 10-04-2009, publicatiedatum 05-04-2013
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
In hoger beroep is in geschil of de inspecteur het bij een dadingsovereenkomst als schadevergoeding aan belanghebbende toegekende en uitbetaalde bedrag van € 113.445 (f 250.000) terecht tot het belastbare inkomen uit werk en woning van belanghebbende heeft gerekend. De inspecteur betoogt dat het bedrag niet is aan te merken als schadevergoeding voor een afgeblazen aandelenparticipatie, zodat het loon vormt. Volgens Hof Amsterdam (NTFR 2008/388) valt met betrekking tot de toegezegde aandelenparticipatie geen eerder genietingsmoment in de loonsfeer te constateren. Daarom is voor de heffing van belasting het relevante tijdstip de betaling van de schadeloosstelling uit hoofde van de dadingsovereenkomst. Aangezien is gesteld noch gebleken dat tegenover die betaling een door belanghebbende geleverde zakelijke tegenprestatie anders dan het verrichten van arbeid heeft gestaan, is sprake van een aan belanghebbende toekomend voordeel dat onmiskenbaar is opgekomen in de loonsfeer en heeft de rechtbank met juistheid geoordeeld dat die betaling – op datzelfde tijdstip – als loon wordt genoten.

NTFR 2009/827 - Voor meer dan normaal vermogensbeheer zijn verrichte werkzaamheden van belang

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
In geschil is of de activiteiten van belanghebbende, inhoudende de aankoop van onroerend goed in verhuurde staat, de splitsing daarvan in appartementsrechten en de verkoop daarvan in onverhuurde staat, normaal vermogensbeheer te boven gaan. Zo ja, dan worden de voordelen uit deze activiteiten als belastbaar inkomen op grond van art. 3.90 Wet IB 2001 aangemerkt. Hof Leeuwarden (NTFR 2006/139) oordeelde dat de bezigheden van belanghebbende met betrekking tot de appartementen normaal vermogensbeheer te boven gaan. Naar aanleiding van het ingestelde cassatieberoep heeft A-G Niessen geconcludeerd.

NTFR 2009/830 - Update informatie over autokosten naar de Tweede Kamer

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
De staatssecretaris van Financiën stuurt een brief met een update van de informatie over de autokosten per kilometer aan de Tweede Kamer. In een bijlage bij de brief is een overzicht met de autokosten opgenomen, verdeeld naar verschillende klassen. In de update zijn grafieken opgenomen waaruit blijkt dat voor benzineauto’s tot een catalogusprijs van circa € 26.000 de variabele kosten zoals die door de ANWB berekend zijn, dus inclusief een variabel afschrijvingsdeel, bij alle gebruikersprofielen beneden de € 0,19 blijven. Voor dieselauto’s geldt dat voor auto’s met een catalogusprijs tot circa € 50.000.

NTFR 2009/833 - Voor scholingsuitgaven is verbetering van inkomenspositie niet nodig

ECLI:NL:HR:2009:BF3924, datum uitspraak 10-04-2009, publicatiedatum 10-04-2009
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009 met annotatie van mr. J.A.W. Vrolijks
Belanghebbende was in 2001 werkzaam in de elektronicabranche. Daarmee is hij in 2005 gestopt. In 1996 is hij een opleiding tot beroepsvlieger begonnen die hij in 2001 heeft voltooid. In 2006 heeft hij een opleiding tot vlieginstructeur gevolgd en het diploma behaald. Sinds 1 augustus 2006 is belanghebbende in dienstbetrekking werkzaam als vlieginstructeur. Belanghebbende wenst de in 2001 gemaakte kosten in verband met zijn opleiding tot beroepsvlieger als scholingsuitgaven in aftrek te brengen. Hof Arnhem (NTFR 2008/29) heeft die aftrek geweigerd, omdat in redelijkheid niet te verwachten viel dat hij als beroepsvlieger meer zou gaan verdienen dan hij verdiende in zijn bestaande dienstbetrekking. Volgens de Hoge Raad is dit oordeel onjuist. Niet vereist is dat de scholingsuitgaven zijn gedaan met het oog op een verbetering van de inkomenspositie. Verder heeft het hof geoordeeld dat in het jaar waarin hij met de studie begon, beoordeeld moet worden of het oogmerk om met de studie inkomen te verwerven, aanwezig is. Ook dit oordeel is volgens de Hoge Raad niet juist. Deze beoordeling dient tijdens de duur van de studie telkens naar de omstandigheden te geschieden.

NTFR 2009/834 - Nieuw samenvoegbesluit over direct durfkapitaal (tante Agaath)

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
De staatssecretaris heeft twee besluiten over direct durfkapitaal (tante-Agaathleningen) samengevoegd en geactualiseerd. Het betreft de besluiten van 27 december 2000, nr. CPP2000/2837M en 26 augustus 2005, nr. CPP2005/2100M, NTFR 2005/1110. In onderdeel 3.3.2 is opgenomen dat de aldaar bedoelde toelichting niet bij de aangifte behoeft te worden gevoegd.

NTFR 2009/835 - Antwoord op Kamervragen over lijst algemeen nut beogende instellingen

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt Tweede Kamervragen over de lijst met algemeen nut beogende instellingen (anbi’s) die op de website van de Belastingdienst staat. De anbi is in de lijst opgenomen onder de statutaire naam. Omdat de bij het publiek bekende naam daarvan kan afwijken, kan dat tot gevolg hebben dat een anbi soms niet of moeilijk vindbaar is. De staatssecretaris zal onderzoeken of bij de toekomstige implementatie van het nog in te dienen wetsvoorstel tot herziening van de Successiewet 1956 de zoekfunctie van de anbi-lijst kan worden verbeterd.

NTFR 2009/836 - Uitgaven voor niet op voorschrift arts verstrekte cannabis niet aftrekbaar

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
Belanghebbende heeft in 1990 chemotherapie ondergaan in verband met non-Hodgkin lymfomen. Deze behandeling is nadien herhaald in verband met recidive van de klachten. Hij gebruikt cannabis sativa als medicijn tegen hoofdpijn, stress, stotteren en als anti-emeticum en eetlustopwekker. Hof Amsterdam (NTFR 2007/1028) heeft geoordeeld dat nu de voorgeschreven middelen aan belanghebbende niet zijn verstrekt op recept van een arts, maar hij deze via een zelfgekozen verkoopkanaal en met gebruikmaking van door coffeeshops afgegeven pasjes heeft verkregen, er geen sprake is van een 'op voorschrift van een arts verstrekt' geneesmiddel. Aangezien belanghebbende de cannabis niet bij een apotheek heeft verkregen en hij evenmin over betalingsbewijzen beschikt, is de door hem geclaimde aftrek op basis van het besluit van 10 februari 2004, nr. CPP2003/2833M, NTFR 2004/273, evenmin mogelijk.

NTFR 2009/837 - Geen giftenaftrek lijfrentetermijn voor lid van Focolarebeweging

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
Belanghebbende leeft in een gemeenschap die onderdeel is van de Focolarebeweging. De leden van de leefgemeenschap streven in materieel opzicht naar een volledige gemeenschap van goederen. In ruil voor onderdak, levensonderhoud en verzorging brengen de leden alle vruchten van hun werk in de leefgemeenschap in. In 1989 heeft belanghebbende de eeuwigdurende gelofte van armoede afgelegd, waardoor zij de eigendom van al haar inkomsten en vermogen heeft verloren. Belanghebbende heeft zich in 1996 bij notariële akte verbonden om bij leven gedurende zes achtereenvolgende jaren jaarlijks f 23.000 uit te keren aan Stichting A, die eigenares is van de in Nederland gelegen onroerende zaken van de Focolarebeweging, en die geld en goederen mag verwerven om het doel van de Focolarebeweging te bereiken. In geschil is of het bedrag aftrekbaar is als lijfrentegift.

NTFR 2009/842 - In boeteprocedure rust de bewijslast voor termijnoverschrijding op de inspecteur

ECLI:NL:HR:2009:BI0550, datum uitspraak 10-04-2009, publicatiedatum 10-04-2009
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009 met annotatie van mr. J.M. Sitsen
Aan belanghebbende is voor het jaar 2001 een navorderingsaanslag met een boete opgelegd. Het ter zake daarvan ingestelde beroep is door Rechtbank Den Haag niet-ontvankelijk verklaard vanwege termijnoverschrijding. Het daartegen ingestelde verzet is ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank geoordeeld dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het beroepschrift tijdig ter post heeft bezorgd. In cassatie laat de Hoge Raad dit oordeel in stand voor zover het ziet op het beroep inzake de navorderingsaanslag. Voor het beroep inzake de boetebeschikking is dit anders. Daarvoor kan een niet-ontvankelijkheid slechts worden uitgesproken indien de onjuistheid van de stelling van belanghebbende is bewezen.

NTFR 2009/843 - Partijen moeten ten minste drie weken tevoren voor zitting worden uitgenodigd

ECLI:NL:HR:2009:BI0565, datum uitspraak 10-04-2009, publicatiedatum 10-04-2009
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009 met annotatie van mr. drs. A.J. Meijer
Belanghebbende is op 14 september 2005 uitgenodigd voor een hofzitting op 4 oktober 2005. Belanghebbende is niet verschenen. Het hof heeft uitspraak gedaan. Volgens de Hoge Raad heeft het hof art. 8:56 Awb geschonden door belanghebbende niet ten minste drie weken voor de zitting uit te nodigen voor de zitting.

NTFR 2009/844 - Niet verschenen partij moet kennis kunnen nemen van ter zitting overgelegde stukken

ECLI:NL:HR:2009:BI0562, datum uitspraak 10-04-2009, publicatiedatum 10-04-2009
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009 met annotatie van mr. J. van de Merwe
In een WOZ-procedure is de objectafbakening in geschil. Belanghebbende is met voorafgaande kennisgeving niet op de hofzitting verschenen. De heffingsambtenaar heeft ter zitting stukken overgelegd. Het hof heeft deze stukken ten grondslag gelegd aan zijn oordeel over de objectafbakening. Volgens de Hoge Raad brengt een goede procesorde mee dat in zo’n geval belanghebbende nog in de gelegenheid wordt gesteld kennis te nemen van de stukken en daarop te reageren. Nu het hof dit heeft nagelaten, moet de hofuitspraak worden vernietigd.

NTFR 2009/845 - Samenloop vrijwillige verbetering en witwassen

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009 geschreven door mr. M.J.A. Castelijn
Tweede Kamerleden Teeven en Remkes (VVD) hebben naar aanleiding van de antwoorden van de staatssecretaris van Financiën op hun vragen over de rechtsbescherming tegen strafrechtelijke vervolging voor witwassen als gevolg van een vrijwillige verbetering (NTFR 2009/6) aanvullende vragen gesteld. Mede namens de staatssecretaris van Financiën beantwoordt de minister van Justitie deze vragen. Deze beantwoording komt erop neer dat tussen de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie is afgesproken om in gevallen van vrijwillige verbetering, waarbij sprake is van belastingontduiking door het verzwijgen van legale inkomsten, geen strafvervolging voor witwassen in te stellen.

NTFR 2009/850 - Inspecteur handelt niet 'tegen beter weten in'; geen integrale proceskostenvergoeding

ECLI:NL:RBSGR:2009:BH8915, datum uitspraak 05-01-2009, publicatiedatum 30-03-2009
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
Belanghebbende heeft overleg gevoerd met de Belastingdienst over haar voornemen tot de aankoop van een zogenoemde monumentenvennootschap en de voorwaarden waaronder de aankoop zonder heffing van overdrachtsbelasting kan plaatsvinden. In 2005 heeft belanghebbende 100% van de aandelen in zo’n vennootschap verkregen en heeft daarbij verzocht om kwijtschelding van de verschuldigde overdrachtsbelasting. De inspecteur heeft ter zake van de verschuldigde overdrachtsbelasting een naheffingsaanslag opgelegd. Na een arrest van de Hoge Raad in vergelijkbare zaak (NTFR 2007/350) is de vrijstelling overdrachtsbelasting uiteindelijk toch toegekend. De inspecteur heeft de gevraagde integrale proceskostenvergoeding geweigerd en heeft volstaan met een forfaitaire vergoeding van € 161 voor de bezwaarfase. Daartegen stelt belanghebbende beroep in.

NTFR 2009/851 - Beperking heffingsrente na verzoek om voorlopige aanslag; geen cassatie

Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
De staatssecretaris van Financiën heeft medegedeeld geen beroep in cassatie in te stellen tegen Hof Arnhem 29 januari 2009, nr. 07/00536, NTFR 2009/357. Het hof oordeelde in die zaak dat op grond van een beleidsregel van de staatssecretaris moet worden geconcludeerd dat wanneer een duidelijk en volledig verzoek om een voorlopige aanslag is gedaan, het in rekening brengen van heffingsrente kan worden beperkt tot het bedrag dat zou zijn berekend indien de door een belanghebbende gevraagde voorlopige aanslag drie maanden na het verzoek zou zijn vastgesteld. Niet bestreden is dat het verzoek van belanghebbende op 16 oktober 2003 een voorlopige aanslag IB 2004 op te leggen van € 50.000 een dergelijk duidelijk en volledig verzoek is, zodat het bedrag van de heffingsrente moet worden beperkt.

NTFR 2009/852 - Gemeente is geen omzetbelasting verschuldigd over rijksbijdrage HSL

ECLI:NL:HR:2009:BB0437, datum uitspraak 03-04-2009, publicatiedatum 03-04-2009
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
Belanghebbende, een gemeente, heeft met het Rijk een overeenkomst gesloten over de realisatie van de hogesnelheidslijn. De gemeente draagt zorg voor de herinrichting van het gebied. Het rijk verstrekt hiervoor een financiële bijdrage. Deze bijdrage is op declaratie inclusief omzetbelasting uitbetaald. De gemeente heeft ter zake van de ontvangsten geen omzetbelasting voldaan. De inspecteur heeft een naheffingsaanslag opgelegd gebaseerd op art. 37 Wet OB 1968. Volgens de Hoge Raad ten onrechte. De declaraties maken geen melding van bepaalde bedragen aan omzetbelasting. Daarom kan niet worden gezegd dat belanghebbende op facturen omzetbelasting heeft vermeld in de zin van art. 37 Wet OB 1968. Belanghebbende is derhalve de omzetbelasting niet verschuldigd.

NTFR 2009/854 - Naheffingsaanslag grondwaterbelasting en vergrijpboete voor niet-vrijgesteld drooghouden bouwput

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI0059, datum uitspraak 02-03-2009, publicatiedatum 08-04-2009
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
Belanghebbende exploiteert een bouwbedrijf, waarvan X de directeur is. In november 2000 heeft een bronbemalingsbedrijf de Belastingdienst laten weten dat zij bronbemalingswerkzaamheden uitvoert in opdracht van belanghebbende. Bij de provincie stond belanghebbende ingeschreven als houder van een inrichting waarmee grondwater wordt onttrokken. Op de aangiften grondwaterbelasting heeft belanghebbende telkens geen onttrekkingen grondwater aangegeven. Na onderzoek is door de inspecteur een naheffingsaanslag opgelegd met vergrijpboete.

NTFR 2009/855 - Na verwijzing: precariobelasting is verschuldigd over bundel leidingen in gemeentegrond

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI0353, datum uitspraak 28-01-2009, publicatiedatum 08-04-2009
Aflevering 16, gepubliceerd op 16-04-2009
Belanghebbende exploiteert een ondergronds distributiesysteem voor chemicaliën en gassen in de vorm van een leidingenbundel die zij verhuurt. Belanghebbende heeft leidingen gelegd in speciaal hiervoor gereserveerde groenstroken naast de (openbare) weg. De stroken grond zijn in het bezit van de gemeente en er wordt vanuit gegaan dat ze de bestemming ‘industrie’ hebben. Het deel waar de leidingen boven de grond komen, is afgezet met hekwerk. De Hoge Raad (NTFR 2008/1043) heeft overwogen dat toegankelijkheid voor het publiek niet een algemeen geldend vereiste is waaraan noodzakelijkerwijs moet zijn voldaan vooraleer kan worden geoordeeld dat gemeentegrond voor de openbare dienst bestemd is en heeft de zaak vervolgens verwezen naar Hof Amsterdam voor de behandeling van de voor Hof Den Haag onbehandeld gebleven stellingen.