NTFR 2011/1831 - Interest en royaltyrichtlijn verplicht niet tot aftrek verlenen van rentelasten voor Duitse Gewerbesteuer
Aflevering 33, gepubliceerd op 18-08-2011 met annotatie van A.F. GunnScheuten Solar Technology GmbH is een in Duitsland gevestigde vennootschap die zonnepanelen fabriceert. Scheuten Solar Systems BV, gevestigd in Nederland, is de enige aandeelhouder. Solar Systems BV heeft leningen verstrekt aan Scheuten GmbH voor in totaal € 5.180.000. In 2004 betaalde Scheuten GmbH aan Solar Systems BV een bedrag van € 154.584 aan rente op deze leningen. Op grond van het Gewerbesteuergesetz 2002 (bedrijfsbelasting) vindt een correctie op de bedrijfswinst plaats door bijtelling van 50% van de rente (€ 77.292). Scheuten GmbH is van oordeel dat zij het gehele bedrag dat zij aan rente heeft betaald, moet kunnen aftrekken van haar bedrijfswinst. Het Finanzgericht Münster verwerpt het beroep van Scheuten GmbH. In hoger beroep verzoekt het Bundesfinanzhof het HvJ EU om een prejudiciële beslissing. Volgens het HvJ EU is art. 1 Richtlijn 2003/49 van toepassing op de interest die de schuldeiser ontvangt en niet op de belastinggrondslag van de vennootschap die de interest uitbetaalt. De arresten Athinaïki Zythopoiïa (zaak C-294/99, NTFR 2001/1598) en Burda (zaak C-284/06, NTFR 2008/1325) met betrekking tot Richtlijn 90/435 (moederdochterrichtlijn), bevatten geen elementen die bruikbaar kunnen zijn voor de uitlegging van art. 1, lid 1, Richtlijn 2003/49. In die zaken was het belastbare feit van de betrokken heffing immers de uitkering van winst door de dochteronderneming aan de moedermaatschappij. De uitkeringen van interest waarover het gaat in het onderhavige geding, zijn daarentegen geen belastbaar feit.