NTFR 2011/2800 - Bewijslastverdeling ex art. 35b, lid 7, BRK heeft een domino-effect
ECLI:NL:GHARN:2011:BU2111, datum uitspraak 18-10-2011, publicatiedatum 28-10-2011
Aflevering 50, gepubliceerd op 15-12-2011 met annotatie van mr. S. WolversBelanghebbende, een Nederlandse bv, is statutair gevestigd in Nederland. Tot in ieder geval 1 juli 2001 was zij ook feitelijk in Nederland gevestigd. De activiteiten van belanghebbende zijn beperkt tot het beleggen van vermogen. Belanghebbende stelt dat haar feitelijke leiding sinds 1 juli 2001 is verplaatst naar de Nederlandse Antillen. Door de inspecteur van Curaçao is goedgekeurd, dat belanghebbende wordt belast naar het zogenoemde offshoretarief. De inspecteur is bij het opleggen van de onderhavige aanslagen VPB voor de jaren 2001, 2002 en 2003 ervan uitgegaan, dat belanghebbende inwoner van Nederland was. Rechtbank Arnhem heeft de inspecteur (grotendeels) in het gelijk gesteld. Het hof stelt voorop dat hier sprake is van een dubbele vestigingsplaats en dat de tiebreakerbepaling uitkomst moet bieden. Het is op grond van art. 35b, lid 7, BRK aan belanghebbende om aan te tonen dat haar werkelijke leiding sinds 1 juli 2001 op de Nederlandse Antillen is gevestigd. Daarbij geldt een zogenoemd domino-effect. Indien belanghebbende voor enig jaar slaagt in haar bewijslast, komt genoemde bepaling in navolgende jaren niet meer aan de orde. Indien belanghebbende echter niet erin slaagt het van haar verlangde bewijs te leveren, dient in het daarop volgende jaar weer te worden uitgegaan van de bewijslastverdeling van art. 35b, lid 7, BRK. Voor geen van de jaren slaagt belanghebbende te voldoen aan haar bewijslast.