NTFR 2011/2864 - Factuur is uitgangspunt bij vraag wie afnemer van dienst of levering is
ECLI:NL:HR:2011:BU6535, datum uitspraak 02-12-2011, publicatiedatum 02-12-2011
Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2011 met annotatie van prof. mr. dr. R.A. WolfBelanghebbenden, D Beheer bv en E Beheer bv (hierna: de management-bv’s), bezaten elk 33% van de aandelen in Holding. Holding bezat alle aandelen in Engineering. De management-bv’s en Engineering verrichtten economische activiteiten, Holding niet. In februari 1998 heeft Holding haar aandelen in Engineering verkocht. Na deze verkoop beëindigden de management-bv’s de werkzaamheden. K heeft aan belanghebbende voor verrichte diensten vergoedingen, vermeerderd met omzetbelasting, gefactureerd. Belanghebbende heeft deze omzetbelasting in aftrek gebracht. Volgens de inspecteur ten onrechte. Daarom heeft hij nageheven. Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat K aan haar diensten heeft verricht. Volgens de Hoge Raad is het hof met dit oordeel uit de bocht gevlogen. Het moet namelijk, behoudens tegenbewijs, ervoor worden gehouden dat degene aan wie door een ondernemer een factuur wordt uitgereikt waarin hij wordt genoemd als degene aan wie de in de factuur vermelde levering of dienst is verricht en waarin hij verplicht wordt te betalen, degene is aan wie de ondernemer zijn leveringen of diensten heeft verricht in de zin van art. 15, lid 1, onderdeel a, Wet OB 1968. In het onderhavige geval heeft K ter zake van door haar verrichte diensten facturen aan belanghebbende uitgereikt, zodat – behoudens tegenbewijs – het ervoor moet worden gehouden dat belanghebbende degene is geweest aan wie K de diensten heeft verleend. De Hoge Raad verwijst de zaak voor een nieuwe behandeling ervan in volle omvang.