NTFR 2013/572 - Duiding van rechterlijke uitspraken, een suggestie
Aflevering 12, gepubliceerd op 21-03-2013 geschreven door mr. L.J.A. PieterseDe samenleving verlangt steeds meer van de rechtspraak. Zij moet – als het even kan – transparanter worden, zoals dat wordt genoemd. Niets wijst erop dat dit niet ook voor de belastingrechtspraak geldt. Uit een onlangs verschenen rapport volgt dat de behoefte aan transparantie ook bij wetenschappers bestaat.D. Broeders (red.), Speelruimte voor transparantere rechtspraak, Amsterdam University Press, Amsterdam 2013. Zij worden wel de meest inhoudelijke ‘controleurs’ van de rechtspraak genoemd. Het zal geen verwondering wekken dat in de literatuur de redenering en de argumentatie van de rechter onder de loep worden genomen en aandacht wordt gevraagd voor de soms beperkte aanknopingspunten die rechterlijke uitspraken bieden. Bij deze analyse ligt het accent veelal op de uitspraken die in hoogste instantie worden gewezen. De duiders daarvan trachten deze uitspraken te interpreteren ‘en te signaleren waar de redenering van de rechter gesloten blijft en de argumenten expliciet zouden moeten worden’.J.E.J. Prins e.a., ‘Naar een transparantere rechtspraak. Geen glans zonder wrijving’, in: D. Broeders e.a. (red.), Speelruimte voor transparantere rechtspraak, Amsterdam University Press, Amsterdam 2013, p. 68. In het rapport wordt er onder meer voor gepleit dat de rechterlijke macht zich onderzoekbaarder voor de wetenschap opstelt.Zie P. Jonkers, ‘Zet transparantie liever in voor bekritiseerbaarheid dan voor vertrouwen’, in: D. Broeders (red.), Speelruimte voor transparantere rechtspraak, Amsterdam University Press, Amsterdam 2013, p. 449 e.v. zie ook H.M. Griffioen en J.E.J. Prins, ‘Rechtspraak en bekritiseerbaarheid’, NJB 2013, afl. 4, p. 222 e.v. Ten aanzien van de motivering van rechterlijke uitspraken valt op dat daaraan vanuit de literatuur (zware) eisen worden gesteld. Dat geldt in het bijzonder als het gaat om zaken waarin de Hoge Raad werk maakt van zijn rechtsvormende taak. ‘Voor het kritisch oog van de wetenschap zal de (…) motivering onvermijdelijk tekortschieten; wetenschappelijk gezien, is er een structureel motiveringstekort’.B.M.J. van Klink, Rechtsvormen. Autonomie van recht en rechtswetenschap (oratie Amsterdam VU), Boom Juridische uitgevers, Den Haag 2010, p. 69. Daarmee wordt bedoeld dat er vanuit een bepaalde (normatieve) invalshoek altijd wel een betere oplossing of een betere onderbouwing van de beslissing kan worden aangedragen. In deze Opinie maak ik enkele opmerkingen over de wisselwerking tussen de motivering van – in hoogste instantie gewezen – rechterlijke uitspraken en de uitleg daarvan in de literatuur. Ik sluit af met een suggestie.