NTFR 2018/130 - Hoge Raad lijkt opening te bieden voor anoniem getuigenbewijs ter zitting
ECLI:NL:HR:2017:2986, datum uitspraak 24-11-2017, publicatiedatum 24-11-2017
Aflevering 3, gepubliceerd op 18-01-2018 met annotatie van mr. J.M. SitsenBelanghebbende heeft bij het hof een verzoek gedaan om anonieme getuigen te horen. Zij vreesde dat die getuigen anders ook zouden worden aangeslagen en beboet. Hof Den Haag (17 augustus 2016, nrs. 15/01014 en 15/01015, NTFR 2016/2126) heeft dit verzoek afgewezen. De Hoge Raad zet uiteen dat de wettelijke regels er niet in voorzien dat getuigen ter zitting anoniem worden gehoord. De vraag is echter of de belastingrechter niettemin de vrijheid heeft om anonieme getuigen te horen, en zo ja, in welke gevallen, en welke processuele regels gelden dan? Als anoniem getuigenbewijs in belastingzaken zou worden aanvaard, moet die mogelijkheid volgens de Hoge Raad sterk worden begrensd. Beginselen van behoorlijk procesrecht brengen mee dat het anoniem horen van getuigen slechts toelaatbaar is indien dit strikt noodzakelijk is omdat met het oog op de getuigenverklaring voor het leven, de gezondheid of de veiligheid/ontwrichting van het gezinsleven of het sociaal-economische bestaan van die getuige of van een andere persoon moet worden gevreesd. Het door belanghebbende gestelde risico van aanslagen en boeten voor de getuigen kan in ieder geval niet worden aangemerkt als een gevaar dat grond zou kunnen opleveren voor het anoniem horen van die getuigen. Reeds daarom faalt het cassatiemiddel van belanghebbende. Daarom hoeft de vraag of de belastingrechter de vrijheid heeft getuigen anoniem te horen volgens de Hoge Raad in dit geding niet te worden beantwoord.