Aflevering 4

Gepubliceerd op 25 januari 2018

NTFR 2018/165 - De eigen woning: een hopeloze bron van inkomen?

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2018 geschreven door mr. A.J. van Lint
‘Ontluisterend budgettair gerommel ten koste van de principes van belasting naar draagkracht’, zo typeerde Leo Stevens in het financieele dagblad Het Financieele dagblad van vrijdag 5 januari 2018. het fiscale beleid van het kabinet-Rutte III. Daar is wat mij betreft helaas weinig tegen in te brengen. Helaas, want rammelende wetgeving die als onrechtvaardig wordt ervaren en tot irritatie leidt, zoals Stevens schetst, is op zichzelf al zeer ongewenst, maar heeft naar ik vrees ook een negatieve invloed op de belastingmoraal.

NTFR 2018/166 - Planningsbrief 2018

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2018
Minister Hoekstra van Financiën heeft de Tweede Kamer een overzicht gestuurd van de stukken, wetsvoorstellen, brieven, rapportages en dergelijke die staatssecretaris Snel en hij voornemens zijn komend jaar naar de Kamer te verzenden. Deze planning is met enige onzekerheid omgeven.

NTFR 2018/169 - Lening vormt geen deelnemerschapslening of onzakelijke lening: verlies voor toegetreden minderheidsaandeelhouder aftrekbaar

ECLI:NL:HR:2018:2, datum uitspraak 05-01-2018, publicatiedatum 05-01-2018
Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2018 met annotatie van drs. N.M. Ligthart
Belanghebbende was als financieel directeur in dienst bij E, een dochtervennootschap van F. Eind 2008 is er een raamovereenkomst gesloten tussen grootaandeelhouder H en de drie directieleden van E (waaronder belanghebbende). De drie directieleden van E zijn (tegen betaling van € 1) ieder voor een negende deel toegetreden als aandeelhouders van F en hebben alle drie aan deze vennootschap een geldlening verstrekt van € 300.000. Op haar beurt heeft H van haar bestaande leningen aan F een gedeelte omgezet in een geldlening waarop dezelfde voorwaarden (als de leningen van de drie directieleden aan F) van toepassing zijn. Na beëindiging in 2011 van de dienstbetrekking van belanghebbende bij E heeft hij zijn aandelen F voor € 1 overgedragen aan H. De vordering van € 300.000 op F is voor € 30.000 overgedragen aan H.

NTFR 2018/173 - Rectificatie Bijstellingsregeling directe belastingen 2018

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2018
De Bijstellingsregeling directe belastingen 2018 (Stcrt. nr. 70975) is gerectificeerd. De in art. III, onderdeel B van die regeling opgenomen tarieftabel van art. 20a Wet LB 1964 bevatte een onjuist percentage. Het in de laatste kolom van die tabel als tweede genoemde percentage moet worden gelezen als 13,20%. Ook is de in art. VIII, onderdeel A, onder 1 van die regeling opgenomen wijziging voor art.10aa, lid 1, Uitv.besl. LB 1965 veranderd in € 10.655.

NTFR 2018/176 - Premie Werkhervattingskas: belanghebbende is aan te merken als startende 'grote werkgever’

ECLI:NL:PHR:2017:1414, datum uitspraak 12-12-2017, publicatiedatum 12-01-2018
Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2018 met annotatie van T. El Ouardi
Belanghebbende is op 4 oktober 2013 opgericht. Zij is voor de werknemersverzekeringen als uitzendbureau ingedeeld in premiesector 52 en heeft vanaf begin 2014 personeel in dienst dat verplicht verzekerd is. Zij heeft de inspecteur gemeld dat zij verwachtte in 2014 aan premieplichtig loon € 4.000.000 te betalen bij een geschat aantal werknemers van driehonderd. De inspecteur heeft haar aangemerkt als startende ‘kleine werkgever’ waardoor voor haar een gedifferentieerd premiepercentage Werkhervattingskas (Whk) van 5,4% van het premieplichtige loon zou gelden.

NTFR 2018/177 - Kamerbrief advies Bureau ICT-toetsing (BIT) over de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2018
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over het standpunt van het kabinet met betrekking tot het advies van het Bureau ICT-toetsing (BIT) over de implementatie van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). De belangrijkste aanbeveling van het BIT is om, mede vanwege de tijdsdruk en de complexiteit, de invoering van het onderdeel loonkostenvoordeel (LKV) een jaar uit te stellen. Dit geeft volgens het BIT meer tijd om het lage-inkomensvoordeel (LIV) zorgvuldig in te voeren en om een aantal elementen opnieuw te bezien. Uitstel van het LKV biedt volgens het kabinet in deze situatie echter geen soelaas en wel om drie redenen. In de eerste plaats is het onderdeel LIV reeds als eerste van de drie tegemoetkomingen ingegaan. Uitstel van het LKV biedt daarom geen soelaas voor de invoering van het LIV. In de tweede plaats is het niet nodig het LKV uit te stellen, want de uitvoeringsinstanties kunnen nog heel 2018 benutten voor de invoering van het LKV en het Jeugd-LIV, omdat de uitbetaling pas na afloop van het kalenderjaar, uiterlijk medio september 2019, hoeft plaats te vinden. In de derde plaats kan het LKV niet meer uitgesteld worden. Het zou betekenen dat de huidige premiekortingen een jaar langer dienen door te lopen. De premiekortingen zijn echter medio 2017 al afgeschaft met ingang van 1 januari 2018. Uitstel van het LKV zou voor werkgevers betekenen dat ze over 2018 geen LKV kunnen aanvragen, maar ook geen premiekortingen kunnen krijgen.

NTFR 2018/183 - Boehringer Ingelheim Pharma: korting farmaceut aan zorgverzekeraar vermindert maatstaf van heffing

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2018 met annotatie van drs. J. van der Laan en mr. J.P.W.H.T. Becks
Boehringer Ingelheim Pharma is een fabrikant van farmaceutische producten. Deze farmaceutische producten zijn in apotheken verkrijgbaar. Wanneer een consument die particulier verzekerd is voor zorg een farmaceutisch product koopt, betaalt hij zelf de aankoopprijs. De zorgverzekeraar vergoedt deze vervolgens aan de verzekerde consument. Indien het een medicijn van Boehringer Ingelheim Pharma betreft, is zij wettelijk verplicht een korting te verstrekken aan de zorgverzekeraar. De verwijzende rechter vraagt zich af of deze korting voor Boehringer Ingelheim Pharma leidt tot een vermindering van de maatstaf van heffing voor de btw.

NTFR 2018/186 - Avon Cosmetics: geen btw-aftrek voor demonstratieproduct bij 'directe verkoop'

Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2018 met annotatie van mr. A. Vroon
Avon verkoopt cosmetische producten aan zelfstandige vertegenwoordigsters tegen een prijs die lager is dan de detailverkoopprijs. Deze zelfstandige vertegenwoordigsters verkopen deze producten aan consumenten tegen de detailverkoopprijs. De zelfstandige vertegenwoordigsters zijn voor het merendeel niet btw-plichtig omdat hun omzet niet hoog genoeg is voor verplichte btw-registratie. In Engeland geldt een bijzondere regeling voor dergelijke systemen van ‘directe verkoop’: indien de zelfstandige vertegenwoordigster niet btw-plichtig is, dient Avon ter zake van de levering van de producten aan die zelfstandige vertegenwoordigsters btw te voldoen over de detailverkoopprijs. Dit geldt echter ook voor demonstratieproducten. Avon vindt dit niet terecht. De verwijzende rechter stelt het HvJ enkele vragen over de verenigbaarheid van de bijzondere regeling met de Zesde Richtlijn, het evenredigheidsbeginsel en het neutraliteitsbeginsel.

NTFR 2018/190 - Geen toepassing verhuisboedelvrijstelling Aruba nu auto niet zes maanden in oude verblijfplaats is gebruikt

ECLI:NL:PHR:2017:1350, datum uitspraak 05-12-2017, publicatiedatum 22-12-2017
Aflevering 4, gepubliceerd op 25-01-2018 met annotatie van mr. B.A. Kalshoven
Sinds 1 juli 2016 is beroep in cassatie mogelijk bij de Hoge Raad tegen uitspraken in belastingzaken van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (GHvJ). Dit is de eerste belastingzaak van het GHvJ die is geselecteerd voor het nemen van een conclusie.