NTFR 2015/2732 - Rapport BEPS Actiepunt 14: ‘Making Dispute Resolution Mechanisms More Effective’
Aflevering 42, gepubliceerd op 15-10-2015 geschreven door prof. mr. dr. M.F. de WildeOp 5 oktober 2015 heeft de OESO het definitieve rapport inzake actiepunt 14 van het BEPS-project gepubliceerd. Met dit rapport is een minimumstandaard ontwikkeld voor geschilbeslechting. Ondanks de gecoördineerde aanpak van BEPS blijft het belang bestaan van effectieve en efficiënte geschilbeslechtingprocedures in de belastingverdragen. Indien landen (eenzijdig) verdragsgerelateerde maatregelen treffen, dan kan dit leiden tot dubbele belasting en rechtsonzekerheid voor het bedrijfsleven. Het ene land past bijvoorbeeld een verrekenprijscorrectie toe terwijl het andere land niet overgaat tot een corresponderende correctie, omdat het een andere uitlegging van het arm’s length-beginsel hanteert. Of een bronstaat gaat niet over tot toekenning van een verlaagd bronbelastingtarief onder het verdrag en de woonstaat is niet bereid om belastingverrekening te verlenen. Dit verstoort internationale handel en investeringen en is daarom onwenselijk. De minimumstandaard richt zich tot een effectieve en efficiënte geschilbeslechting via de onderling overlegprocedure (mutual agreement procedure – MAP). De implementatie hiervan zal worden gemonitord op basis van peer pressure en worden gecomplementeerd met een set best practices. De aanpassingen zullen worden verwerkt in de eerstvolgende update van het OESO-Modelverdrag en het OESO-Commentaar. Aanvankelijk had men zich tot doel gesteld om niet alleen de onderling overlegprocedure te verbeteren, maar ook om landen te bewegen het instrument van bindende arbitrage te omarmen. Diverse landen konden hier echter niet mee instemmen. Een groep van zo’n twintig landen, waaronder Australië, België, Frankrijk, Duitsland, Japan, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, heeft zich niettemin aan het ontwikkelen van bindende arbitrage gecommitteerd.