Aflevering 11

Gepubliceerd op 17 maart 2016

NTFR 2016/841 - Effecten intensivering toezicht Belastingdienst onduidelijk

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016 geschreven door mr. drs. A.J. van den Bos
Waar ga je kijken als je wilt weten hoe het staat met het toezicht van de Belastingdienst? Mij leek het niet verkeerd om in eerste instantie maar eens te rade te gaan bij een aantal halfjaarsrapportages van de Belastingdienst. Dat heb ik dus ook maar gedaan. Maar daarna dacht ik dat het misschien ook wel informatief zou zijn om me in verband met dit thema te oriënteren op oordelen van buiten de Belastingdienst. Waarom niet een ándere slager het vlees laten keuren? Het kwam dan ook goed uit dat de Algemene Rekenkamer op 11 februari 2016 een rapport heeft aangeboden aan de Tweede Kamer met als titel: ‘Intensivering toezicht en invordering bij de Belastingdienst’. Vervolgens heb ik geprobeerd me een beeld te vormen van hoe de bekeken halfjaarsrapportages en het rapport van de Algemene Rekenkamer zich tot elkaar verhouden.

NTFR 2016/842 - Voorjaarsraming CPB: eigen woning naar box 3

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016
Het CPB heeft in zijn voorjaarsraming in verband met het verdelen van inkomen onder meer de suggestie gedaan om de eigen woning in box 3 onder te brengen. Het gaat daarbij om de nettowaarde, dus de waarde van de woning min de waarde van de hypotheek. De suggestie is onderdeel van de conclusie dat het spreiden van consumptie over de levensloop wordt belemmerd door het huidige beleid rond pensioenen en de eigen woning. Het CPB vermeldt verder het beperken van de vereiste aflossing van de hypotheek tot 50% bij gelijke afbouw van de fiscale subsidie en het mogelijk maken van een vermindering van de pensioenopbouw, al dan niet in combinatie met verplichtingen rond de aflossing van de hypotheek.

NTFR 2016/845 - Wijziging van de Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016
De staatssecretaris van Financiën heeft de Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 gewijzigd. De wijziging bestaat eruit dat de bijlagen A tot en met G, J en K worden vervangen door de tabellen die in de bijlagen I tot en met IX zijn opgenomen. De tabellen zijn niet bij de Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 gevoegd maar worden ter inzage gelegd bij de directie Directe Belastingen van het Ministerie van Financiën.

NTFR 2016/849 - Ter beschikking stellen artsen aan ziekenhuizen is niet vrijgesteld

ECLI:NL:PHR:2016:67, datum uitspraak 11-02-2016, publicatiedatum 26-02-2016
Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
Belanghebbende heeft met ziekenhuizen en klinieken overeenkomsten tot dienstverlening gesloten die in duur uiteenlopen van een maand tot een jaar. Zij zet bij die dienstverlening basisartsen en medisch specialisten in die bij haar in dienstbetrekking zijn. In geschil is of de prestatie van belanghebbende op grond van art. 11, lid 1, letter g, onder 1a, Wet OB 1968 c.q. op grond van het neutraliteits- of het gelijkheidsbeginsel vrijgesteld zijn van omzetbelasting.

NTFR 2016/852 - Ondanks invoeren onjuist kenteken in Parkmobile-app geen naheffing omdat parkeerbelasting wel is betaald

ECLI:NL:HR:2016:316, datum uitspraak 26-02-2016, publicatiedatum 26-02-2016
Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016 met annotatie van mr. H.A. Elbert
Belanghebbende heeft een auto van het merk Honda geparkeerd op een parkeerlocatie in Amsterdam. De Honda was de auto van haar vriend. Belanghebbende heeft zelf een Daihatsu. Die stond elders in Amsterdam geparkeerd met parkeervergunning. Ter voldoening van de verschuldigde parkeerbelasting voor de Honda heeft belanghebbende abusievelijk het kenteken van de Daihatsu, via een app bij Parkmobile ingetoetst. Parkmobile heeft aan belanghebbende voor het parkeren op de locatie parkeerbelasting in rekening gebracht. Niettemin heeft de gemeente parkeerbelasting nageheven omdat voor de geparkeerde Honda geen parkeerbelasting was voldaan. Volgens de Hoge Raad heeft Hof Amsterdam 18 juni 2015, nr. 13/00742, NTFR 2015/2470 die naheffingsaanslag terecht vernietigd. Aangezien vaststaat dat belanghebbende de voor het parkeren van de Honda verschuldigde belasting heeft betaald, brengt de toepassing van art. 20 AWR namelijk mee dat naheffing niet mogelijk is. Dat belanghebbende niet op de voorgeschreven wijze aangifte heeft gedaan doordat zij een ander kenteken heeft vermeld dan het kenteken van het geparkeerde voertuig, doet daaraan niet af.

NTFR 2016/853 - Anbi-beschikking met terugwerkende kracht ingetrokken

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016 met annotatie van dr. D. Molenaar
A heeft in december 2005 een stichting (belanghebbende) opgericht en daaraan zijn collectie van tien oldtimers in bruikleen gegeven. Het doel van de stichting is om met deze oldtimers een publiekelijk toegankelijk museum te maken, de collectie uit te breiden en te onderhouden, informatie en documentatie te verzamelen en kennis over oldtimers en bijbehorende zaken over te dragen. De collectie is nadien uitgebreid tot 49 oldtimers. Het museum is enkele uren per week en verder op afspraak open. Bij brief van 9 februari 2006 heeft de inspecteur belanghebbende aangemerkt als anbi. In overeenstemming met de in die brief gestelde voorwaarden heeft belanghebbende de jaarstukken over 2005, 2006 en 2007 aan de inspecteur overgelegd. Bij anbi-beschikking van 7 december 2007 heeft de inspecteur belanghebbende met ingang van 1 januari 2008 als anbi aangemerkt. Bij een onderzoek is de inspecteur tot de slotsom gekomen dat de werkzaamheden van belanghebbende niet voor meer dan 50% het algemeen belang dienen. Daarom is in november 2011 de anbi-beschikking ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008. Hof Den Haag (24 september 2014, nr. 13/00546, NTFR 2014/2727) heeft geoordeeld dat op grond van de brief van 9 februari 2006, de overlegging van de jaarstukken en de afgifte van de anbi-beschikking belanghebbende erop mocht vertrouwen dat de inspecteur haar weloverwogen en met inachtneming van alle gegevens over de feitelijke activiteiten, als anbi heeft aangewezen. Aangezien belanghebbende niet te kwader trouw is, verdient het gewekte vertrouwen bescherming en kan de anbi-beschikking niet eerder dan per 1 januari 2010 worden ingetrokken, aldus het hof. De Hoge Raad casseert de hofuitspraak. De jaarstukken bieden immers geen inzicht in de feitelijke werkzaamheden van belanghebbende. Bovendien volgt uit art. 6.33, lid 3, Wet IB 2001 niet, anders dan het hof heeft geoordeeld, dat de anbi-status alleen met terugwerkende kracht kan worden ingetrokken als kwade trouw kan worden verweten. Volgt vernietiging en verwijzing.

NTFR 2016/854 - Ambtelijk verzuim verhindert navordering ter zake van niet gevraagde maar wel uitbetaalde heffingskortingen

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016 met annotatie van mr. J. Berns
Belanghebbende en haar echtgenoot waren fiscale partners. Zij heeft nihil-aangifte IB/PVV 2008 en 2009 gedaan. De vraag of de echtgenoot een inkomen had hoger dan € 15.270 (2008) respectievelijk € 14.550 (2009) heeft belanghebbende ontkennend beantwoord. De echtgenoot heeft geen aangifte gedaan. Hem zijn ambtshalve aanslagen opgelegd, tot bedragen aan IB/PVV die hoger zijn dan de algemene heffingskorting van € 2.074 (2008), respectievelijk € 2007 (2009). Aan belanghebbende zijn voor 2008 en 2009 vervolgens aanslagen IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen van nihil. Daarbij zijn teruggaven verleend ter grootte van de algemene heffingskorting. Bij uitspraken op bezwaar zijn de aan de echtgenoot opgelegde aanslagen voor 2008 en 2009 verminderd tot nihil. Vervolgens zijn aan belanghebbende de onderhavige navorderingsaanslagen IB/PVV 2008 en 2009 opgelegd, waarbij de bedragen aan heffingskortingen zijn nagevorderd.

NTFR 2016/855 - Beroepschrift tijdig ingediend door onduidelijkheid over genomen besluit

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016 met annotatie van mr. drs. A.J. Meijer
Belanghebbende heeft op 6 september 2011 pro forma bezwaar gemaakt tegen een aanslag successierecht. De inspecteur heeft bij brief van 6 september 2013 geantwoord. In de aanhef van deze brief is vermeld ‘kennisgeving uitspraak verzoekschrift’. De beslissing houdt in dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk is verklaard vanwege termijnoverschrijding. Belanghebbende heeft op 11 november 2013 beroep ingesteld. Volgens de Hoge Raad is uit de brief van 6 september 2013 niet duidelijk op te maken of sprake is van een uitspraak op bezwaar of een beslissing op een verzoek tot vermindering van de aanslag. Deze onduidelijkheid dient niet voor rekening van belanghebbende te komen. Het beroepschrift is derhalve tijdig ingediend.

NTFR 2016/859 - Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016
De Tweede Kamer heeft de Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen (Kamerstukken II, 2015-2016, 34 237) op 8 maart 2016 aangenomen. Daarbij is gelijktijdig het amendement aangenomen dat het mogelijk maakt om in belastingzaken in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.

NTFR 2016/860 - Eindarrest: 150-kilometerlimiet in 30%-regeling niet in strijd met EU-recht

ECLI:NL:HR:2016:360, datum uitspraak 04-03-2016, publicatiedatum 04-03-2016
Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016 met annotatie van mr. A.H.W. Steijn
Sopora is van 1 februari 2012 tot en met 31 december 2012 in Nederland werkzaam voor een aan zijn in Duitsland gevestigde werkgever gelieerde vennootschap. Hij woonde voorafgaand aan zijn tewerkstelling op een afstand van minder dan 150 kilometer van de Nederlandse grens. Na zijn tewerkstelling in Nederland is hij in Duitsland blijven wonen, terwijl hij in Nederland een appartement huurde om daar een deel van de week te verblijven. Sopora en zijn werkgever hebben verzocht om toepassing van de 30%-regeling. Dat verzoek is afgewezen omdat hij niet voldeed aan de voorwaarde van de afstand van 150 kilometer. Na het stellen van prejudiciële vragen door de Hoge Raad (9 augustus 2013, nr. 12/05577, NTFR 2013/1671) en beantwoording ervan door het HvJ (24 februari 2015, zaak C-512/13, NTFR 2015/1064) overweegt de Hoge Raad dat de limieten van 150 kilometer en 30% niet zodanig zijn dat de 30%-regeling systematisch tot gevolg heeft dat werknemers een duidelijk hogere onbelaste vergoeding krijgen dan het bedrag van de extraterritoriale kosten. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de 30%-regeling volgt immers dat aan de vaststelling van de limieten feitelijk onderzoek ten grondslag ligt, dat deze limieten betrekkelijk recent zijn vastgesteld, dat deze regeling enige malen is heroverwogen en dat daarbij is getracht om de vrijstelling te laten aansluiten bij de werkelijke extraterritoriale kosten.

NTFR 2016/862 - Actualisering beleidsbesluit internationale aspecten van pensioenen en stamrechten

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016 geschreven door mr. M.E. Kastelein
De staatssecretaris van Financiën heeft het beleidsbesluit van 31 januari 2008, nr. CPP2007/98M, NTFR 2008/320 geactualiseerd. In dit besluit wordt ingegaan op de pensioenopbouw van inkomende werknemers en op de pensioenafwikkeling van uitgaande werknemers. De staatssecretaris wijst in het besluit een aantal regelingen aan als pensioenregeling. Verder bevat het besluit enkele nieuwe standpunten en voorwaarden.

NTFR 2016/863 - Wetsvoorstel tot uitdrukkelijke goedkeuring belastingverdrag met Malawi ingediend

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016
Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel ingediend tot uitdrukkelijke goedkeuring van het op 19 april 2015 tot stand gekomen belastingverdrag met Malawi. Dit verdrag ziet op belastingen naar het inkomen. Het verdrag voorziet onder meer in een bronheffing van maximaal 5% voor deelnemingsdividenden, van 0% voor pensioenfondsen en van 15% voor overige dividenden, van 10% voor interest en van 5% voor royalty’s. Ook bevat het verdrag antimisbruikbepalingen en bepalingen over de uitwisseling van informatie en de bijstand bij invordering.

NTFR 2016/864 - VNO-NCW en MKB-Nederland over BNC-fiche inzake Pakket anti-belastingontwijking EC

Aflevering 11, gepubliceerd op 17-03-2016 geschreven door prof. mr. dr. M.F. de Wilde
Op 8 maart 2016 hebben VNO-NCW en MKB-Nederland hun opmerkingen gestuurd naar de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer bij het BNC-fiche van 4 maart 2016 inzake het pakket anti-belastingontwijkingvoorstellen van de Europese Commissie (‘EC’) van 28 januari 2016. VNO-NCW en MKB-Nederland hebben deze opmerkingen geplaatst ten behoeve van het Algemeen Overleg van 10 maart 2016. De brief vangt aan met een algemene beoordeling van de voorstellen van de EC, vervolgt met opmerkingen over de Nederlandse positie met betrekking daartoe en plaatst daarna kanttekeningen bij de subsidiariteit en proportionaliteit van de EC-voorstellen. De brief sluit af met opmerkingen over de mogelijke gevolgen voor het investeringsklimaat in de EU. De bijlage bij de brief geeft een technisch commentaar op de EC-voorstellen.