NTFR 2021/1776 - Hoge Raad: Wat stelt 'de bedrijfseconomie' in BNB 1957/208 nu nog voor?
Aflevering 23, gepubliceerd op 10-06-2021 geschreven door prof. dr. T.M. BerkhoutIn menige verhandeling over goed koopmansgebruik wordt de beroemde passage uit BNB 1957/208HR 24 april1957, nr. 13.145, ECLI:NL:HR:1957:AY1639, BNB 1957/207, met noot van M.J.H. Smeets. aangehaald over de invloed van de bedrijfseconomie op de fiscale winstberekening. Waarna de passage al snel uit beeld verdwijnt en een verhandeling volgt over de fiscale rechtspraak en de opvattingen in de fiscale doctrine, zonder dat de scribent nog al te veel woorden vuil maakt aan ‘hetgeen de bedrijfseconomie leert’. Ik vraag mij af of die verwijzing naar de bedrijfseconomie inmiddels niet wat sleets is geworden. Na 1957 is het vakgebied veranderd, de Hoge Raad verwijst niet of nauwelijks meer naar de bedrijfseconomie en heeft selectieve keuzes gemaakt in vraagstukken die ook in de bedrijfseconomie worden behandeld. Zou de Hoge Raad die passage niet in een moderner jasje moeten steken, in die zin dat verwezen wordt naar hetgeen de fiscale doctrine en de fiscale rechtspraak leert over acceptabele wijzen van winstberekening? Of die verwijzing gewoon maar vergeten – weliswaar met pijn in het hart?