Aflevering 1-2

Gepubliceerd op 8 januari 2009

NTFR 2009/1 - Winstbepalingsregels voor resultatentoerekening onbelaste/belaste periode

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 geschreven door prof. dr. A.O. Lubbers
In deze Opinie vraag ik aandacht voor de afbakeningsproblemen die ontstaan indien een lichaam dat al enige jaren activiteiten verricht, op enig moment belastingplichtig wordt voor de vennootschapsbelasting vanwege het vervallen van een vrijstellingDenk aan de belastingplichtig geworden woningbouwcorporaties. of omdat het lichaam een onderneming gaat drijvenDenk aan de voetbalvereniging uit HR 1 december 2006, nr. 41.985, NTFR 2006/1705, BNB 2007/81.. De onbelaste periode wordt in zo’n geval gevolgd door een belaste periode voor de vennootschapsbelasting. Rondom deze sfeerwisseling dienen zich afbakeningsproblemen aan. Deze houden verband met de vraag of bepaalde baten en lasten aan de onbelaste of aan de belaste periode mogen of moeten worden toegerekend. Nadat ik nader heb uiteengezet om welke afbakeningsproblemen het gaat, probeer ik een oplossing voor die problemen te geven. In dat kader onderzoek ik de rol die de openingsbalans speelt en pleit ik voor de ontwikkeling van nieuwe winstbepalingsregels voor de toerekening van resultaten aan de onbelaste en belaste periode. Deze regels zouden een verplicht karakter moeten hebben en dienen voort te bouwen op beginselen die in de sfeer van de fiscale jaarwinst zijn ontwikkeld.

NTFR 2009/3 - Extra aandacht voor giftenaftrek bij de aangiftecampagne inkomstenbelasting 2008

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
Het aangifteprogramma IB 2008 is beschikbaar op de website van de Belastingdienst. Wie voor 1 april de aangifte indient, krijgt voor 1 juli bericht. Vanaf 1 maart 2009 kunnen mensen die digitaal de inkomstenbelasting aangeven, gebruik maken van de Vooraf Ingevulde Aangifte (VIA). De pilot VIA is een nieuwe service in het aangifteprogramma, waarmee belastingplichtigen gegevens kunnen ophalen die de Belastingdienst op dat moment al in het bezit heeft. Deze gegevens bestaan onder andere uit het burgerservicenummer, de geboortedatum, de WOZ-waarde en loongegevens. Voor het downloaden van gegevens en voor het ondertekenen van de aangifte, is DigiD vereist.

NTFR 2009/7 - Wijziging van enkele uitvoeringsbesluiten

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
De staatssecretaris van Financiën wijzigt een aantal uitvoeringsbesluiten via een zogenoemd verzamelbesluit. In dit verzamelbesluit zijn de wijzigingen opgenomen in de uitvoeringsbesluiten op fiscaal terrein die het gevolg zijn van onder meer het Belastingplan 2009. Aanpassingen zijn onder meer te vinden in Uitv.besl. IB 2001, Uitv.besl. LB 1965, Besluit FE 2003, Uitv.besl. bm, Algemeen douanebesluit en Uitv.reg. BvdB 2001.

NTFR 2009/10 - Tweemaandsrapportage naar de Tweede Kamer

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
Op verzoek van de vaste commissie voor Financiën verstrekt de staatssecretaris van Financiën tweemaandelijks een set van gegevens die een indicatie geven van de resultaten van de Belastingdienst. De eerste rapportage bestrijkt de periode januari – augustus 2008. Thans publiceert de staatssecretaris de tweede rapportage, over de periode tot en met 31 oktober 2008. Om de informatie in de tijd te kunnen plaatsen, zijn ook de cijfers over 2006 en 2007 opgenomen. De uitkomsten zijn waar nodig voorzien van een korte analyse.

NTFR 2009/12 - Nieuwe versie eindejaarspersbericht 2009

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
Eerder hebben wij het eindejaarspersbericht 2009 gepubliceerd (met daarin de belangrijkste wijzigingen in de belastingheffing voor het jaar 2009. In dat bericht werd een nieuwe versie aangekondigd als de Eerste Kamer zou instemmen met het wetsvoorstel ‘Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten' (zie NTFR 2009/28). Onderdeel van dit wetvoorstel is de nieuwe fiscale regeling voor uitgaven voor specifieke zorgkosten. Inmiddels heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen. Daarom is er vanaf dinsdag 23 december een nieuwe versie van het Eindejaarspersbericht beschikbaar waarin de nieuwe regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten is opgenomen. Daarnaast is er een nieuwe paragraaf toegevoegd in hoofdstuk 4 met daarin de vrijstelling in de Successiewet voor niet-commerciële dorpshuizen.

NTFR 2009/13 - Bijstellingsregeling 2009

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
De staatssecretaris van Financiën heeft op 16 december 2008 de bijstellingsregeling 2009 gepubliceerd. De regeling geldt voor de Wet IB 2001, de Wet LB 1964, de WVA, de SW 1956, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Awir en de Wet VPB 1969.

NTFR 2009/14 - Samenloopregeling 2009

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
Op grond van artikel XXVIIA Belastingplan 2009 is het mogelijk om onjuistheden te herstellen die ontstaan door de samenloop van belastingwetten die in 2008 in het Staatsblad zijn gepubliceerd. Het gaat om de niet of niet juist geregelde samenloop, of onjuistheden die als gevolg van die samenloop zijn ontstaan in de aanduiding van artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke. Herstel kan plaatsvinden bij ministeriële regeling. Daarvan maakt de staatssecretaris gebruik en herstelt een kleine onjuistheid in art. 15a Wet LB 1964 die is ontstaan door de samenloop van de wetsvoorstellen Belastingplan 2009 en Overige fiscale maatregelen 2009. Dit wordt hersteld in de Samenloopregeling 2009 door in Overige fiscale maatregelen de bij het Belastingplan 2009 toegevoegde leden te vernummeren tot vierde en vijfde lid.

NTFR 2009/18 - Tenuitvoerlegging motie-Cramer c.s. inzake TechnoPartners

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
De staatssecretaris van Financiën stuurt een brief aan de Tweede Kamer over de tenuitvoerlegging van de motie-Cramer c.s. inzake de zogeheten Technopartners. De motie is aangenomen tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Excessieve beloningen in de Tweede Kamer. In de motie is aandacht gevraagd voor de TechnoPartners in relatie tot het zonet vermelde wetsvoorstel met de vraag hoe de maatregelen uitwerken voor de investeringen van TechnoPartners (NTFR 2008/1754)

NTFR 2009/19 - Besluit lucratief belang

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
De staatssecretaris van Financiën publiceert een besluit over de inbreng van een lucratief belang (LB) in een vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft. De staatssecretaris verleent twee goedkeuringen. De eerste goedkeuring gaat over de inbreng in het vennootschap in het jaar 2008 van een aanmerkelijk belang dat met ingang van 1 januari 2009 als LB kwalificeert. De tweede goedkeuring gaat over de inbreng van een LB in het eerste kwartaal van 2009.

NTFR 2009/22 - Informatie over kilometervergoeding naar de Tweede Kamer

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
De staatssecretaris van Financiën stuurt, in verband met zijn toezegging hierover, de Tweede Kamer achterliggende cijfermatige informatie over de berekeningen van de autokosten per kilometer door de ANWB en het Nibud. In een bijlage is een overzicht opgenomen waarin de autokosten zijn opgenomen, verdeeld naar verschillende klassen. Uit het ANWB-overzicht blijkt dat (per 1 december 2008) bij dieselauto’s alleen in de 'topklasse' de VW Phaeton met de variabele kosten boven de in de wet opgenomen € 0,19 per kilometer uitkomt. Bij benzineauto's zijn tot in de 'luxe klasse' auto’s te vinden waarvoor de kilometervergoeding van € 0,19 per kilometer de variabele kosten dekt. Ook uit het Nibud/Consumentengidsoverzicht volgt dat de variabele kosten tot en met de 'middenklasse'onder de € 0,19 blijven.

NTFR 2009/24 - Wetsvoorstel 'Premiekorting' in Staatsblad

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
De wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten in verband met de invoering van een premiekorting voor het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder en het in dienst houden van werknemers van 62 jaar en ouder (wetsvoorstel 'Premiekorting oudere werknemers', NTFR 2008/2490) is in het Staatsblad (Stb. 2008, 606) geplaatst.

NTFR 2009/29 - Tweede nota van wijziging wetsvoorstel 'Wijziging van de Invorderingswet 1990 en enkele andere wetten'

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
In deze tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Invorderingswet 1990 en enkele andere wetten' (NTFR 2007/2265) wordt voorgesteld ook de overige eigen bijdragen die krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verschuldigd zijn, andere dan die krachtens art. 6 AWBZ en 15 Wmo, uit te sluiten van de aftrek als uitgaven voor specifieke zorgkosten in de op grond van de hiervoor genoemde wet vanaf 1 januari 2009 geldende fiscale regeling. Hiermee wordt een omissie in het wetsvoorstel ‘Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten' (NTFR 2008/1865) hersteld.

NTFR 2009/30 - Brief over aftrek van kosten gezinshulp naar de Eerste Kamer

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
De staatssecretaris van Financiën en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport sturen, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een brief aan de Eerste Kamer over de fiscale aftrek van kosten voor extra gezinshulp. Ook komt in deze brief de uitkomst van het overleg met het CAK over de in te stellen onafhankelijke adviescommissie aan de orde. De bewindslieden maken ook melding van een omissie in de aftrekbaarheid van de eigen bijdrage anders dan voor de AWBZ en de Wmo.

NTFR 2009/31 - Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten in Staatsblad

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
Het eind december 2008 aangenomen wetsvoorstel tot regeling van een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, zie NTFR 2009/28) is opgenomen in het Staatsblad (Stb. 2008, 606). De wet treedt in werking op 1 januari 2009. Het besluit waarin dit is geregeld is opgenomen in Stb. 2008, 608. In Stb. 2008, 607 zijn nadere regels gesteld ter uitvoering van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.

NTFR 2009/32 - Schattingsjurisprudentie is niet achterhaald: waardemutatie earn-outvordering aftrekbaar

ECLI:NL:GHARN:2008:BG7509, datum uitspraak 03-12-2008, publicatiedatum 18-12-2008
Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 met annotatie van mr. J.A.G. van Es
Belanghebbende heeft in 1999 haar deelneming verkocht aan een derde. De tegenprestatie bestaat uit een vast bedrag en een vordering waarvan de grootte afhankelijk is van de toekomstige resultaten van de verkochte deelneming. Deze vordering bedraagt op 1 januari 2001 f 738.000. Op 16 mei 2001 heeft belanghebbende ter finale kwijting f 470.044 ontvangen. Het verschil wenst belanghebbende ten laste van het resultaat te brengen. Hof Arnhem honoreert die wens. Het hof stelt voorop dat de zogenoemde schattingsjurisprudentie niet is achterhaald. Dit brengt mee dat de vordering bij het ontstaan ervan dient te worden gewaardeerd en dat de waardeveranderingen vervolgens via het resultaat lopen.

NTFR 2009/33 - Besluit fiscale beleggingsinstelling

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 geschreven door mr. M.H.C. Ruijschop
Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft een verzamelbesluit uitgebracht over art. 28 Wet VPB 1969 (de fiscale beleggingsinstelling). Het is een samenvoeging van het besluit van 7 december 2005, nr. CPP2005/1676M (NTFR 2005/1714), en het besluit van 30 januari 2006, nr. CPP2005/1675M (NTFR 2006/209). Bij deze samenvoeging zijn enkele onderdelen vervallen omdat deze onvoldoende beleidselementen zouden bevatten. Inhoudelijke wijziging is hiermee niet beoogd. In een onderdeel 2 is nieuw beleid over de zogenoemde financieringslimiet van art. 28, lid 2, letter a, Wet VPB 1969 opgenomen. Onder omstandigheden mag deze financieringslimiet in de opstartfase buiten aanmerking blijven. Onder 3.3 is nieuw beleid opgenomen inzake een ontheffing van de bestuurdersvereisten voor situaties waarin wordt voldaan aan de verzwaarde aandeelhoudersvereisten.

NTFR 2009/41 - Proceskostenvergoeding voor procesvertegenwoordiging door bewindvoerder

ECLI:NL:GHSGR:2008:BF8252, datum uitspraak 10-10-2008, publicatiedatum 13-10-2008
Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
Belanghebbende heeft aan de uitnodiging tot het doen van aangifte, noch aan de aanmaning gevolg gegeven. De ambtshalve opgelegde aanslag beloopt € 152. De inspecteur heeft een verzuimboete opgelegd van € 567 wegens het niet doen van aangifte (derde verzuim). Rechtbank Den Haag heeft de boete verminderd tot op € 150 en de inspecteur veroordeeld in de proceskosten ad € 161. Het hoger beroep van de inspecteur behelst dat de rechtbank de boete op onjuiste gronden heeft gematigd en dat de rechtbank hem ten onrechte in de proceskosten heeft veroordeeld. Het hof laat de uitspraak van de rechtbank in stand met verbetering van gronden. Het hof oordeelt onder meer dat voor zover de inspecteur heeft bedoeld te stellen dat de bewindvoerder voor diens diensten aan belanghebbende geen kosten in rekening brengt, zodat deze niet op belanghebbende drukken, het voor die veronderstelling in de stukken geen enkele aanwijzing heeft gevonden. Het hof acht het op zich waarschijnlijk dat de bewindvoerder het salaris voor zijn dienstverlening, al dan niet volgens een normering, ten laste brengt van de boedel van belanghebbende.

NTFR 2009/42 - Klacht gegrond over verbreken verbinding BelastingTelefoon vanwege organisatorisch disfunctioneren

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
Als alle voor de BelastingTelefoon beschikbare – in aantal niet onbeperkte – telefoonlijnen bezet zijn, volgt, na het doorlopen van het keuzemenu, de melding: 'al onze medewerkers zijn in gesprek, de verbinding wordt nu verbroken', waarna de verbinding daadwerkelijk wordt verbroken. Verzoeker die dat op een dag in februari 2007 enkele malen ervoer, acht dit van onvoldoende dienstbaarheid getuigen. Naar zijn mening is het aan de burger om tijdens de wachttijd eventueel de verbinding te verbreken en niet aan de BelastingTelefoon.

NTFR 2009/46 - Hongaarse regeling bij zetelverplaatsing niet in strijd met vestigingsvrijheid

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 met annotatie van J.D. Pronk LLM
Cartesio is een commanditaire vennootschap die is opgericht naar Hongaars recht en is gevestigd te Baja (Hongarije). Cartesio dient bij de handelsrechtbank een verzoek in tot wijziging van haar werkelijke zetel naar Gallarate (Italië). Dit verzoek is afgewezen omdat het geldende Hongaarse recht een in Hongarije opgerichte vennootschap niet toestaat om haar zetel naar het buitenland te verplaatsen, terwijl zij de hoedanigheid van vennootschap naar Hongaars recht wil behouden. Een onderneming die haar zetel naar een andere lidstaat wil verplaatsen moet eerst in Hongarije worden ontbonden en vervolgens opnieuw worden opgericht naar het recht van die lidstaat. In hoger beroep heeft het Hof van Beroep Szeged naast enkele vragen met betrekking tot de toepassing van art. 234 EG, het Hof van Justitie EG gevraagd of de relevante Hongaarse wetgeving verenigbaar is met de vrijheid van vestiging.

NTFR 2009/49 - Intrekking diverse besluiten internationaal belastingrecht

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
De staatssecretaris van Financiën heeft een elftal beleidsbesluiten op het terrein van het internationale belastingrecht ingetrokken. Onder de ingetrokken besluiten zijn de pensioenafkoopbesluiten, het besluit over de toepassing van de zelfstandigenaftrek voor buitenlandse belastingplichtigen onder de Wet IB 1964 en de besluiten over de toepassing van de belastingverdragen op de inkoop van aanmerkelijkbelangaandelen.

NTFR 2009/51 - Inwerkingtreding nieuw belastingverdrag en wijzigingsprotocol Zuid-Afrika

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009
Op 10 oktober 2005 hebben Nederland en Zuid-Afrika een nieuw belastingverdrag (inkomen en vermogen) ondertekend. Dit verdrag dient ter vervanging van het bestaande belastingverdrag uit 1971. Het nieuwe verdrag is in Nederland op 16 september 2006 ter stilzwijgende goedkeuring aan het parlement voorgelegd (NTFR 2006/1553). Op 22 oktober 2006 is het verdrag in Nederland stilzwijgend goedgekeurd.

NTFR 2009/52 - Invoering van beperking aftrek niet toegestaan

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Op 25 maart 2005 heeft Magoora een operational-leaseovereenkomst voor een voertuig afgesloten, die op 13 juni 2005 bij de Poolse belastingdienst is geregistreerd. De beperkingen voor de aftrek van de betaalde voorbelasting die op de aankoop van brandstof drukte volgens een wiskundige formule die was opgenomen in de btw-wet, zoals die gold op de dag van sluiting van de leaseovereenkomst, waren niet op Magoora van toepassing. Na de vaststelling van de nieuwe tekst van art. 86, lid 3, btw-wet, in de sinds 22 augustus 2005 geldende versie, vonden de beperkingen voor de aftrek van de betaalde voorbelasting over die aankoop evenwel toepassing op Magoora, aangezien de toegestane massa van het voertuig waarom het ging niet meer dan 3,5 ton bedroeg. Op de vragen die opkwamen in de gerechtelijke procedure verklaart het Hof van Justitie EG voor recht dat art. 17, lid 6, tweede alinea, Zesde Richtlijn zich ertegen verzet dat een lidstaat bij de omzetting van die richtlijn in nationaal recht de nationale bepalingen betreffende de beperkingen van het recht op aftrek van de betaalde voorbelasting over de aankoop van brandstof voor ten behoeve van een belaste activiteit gebruikte voertuigen in hun geheel intrekt, door die bepalingen op het tijdstip van inwerkingtreding van die richtlijn op zijn grondgebied te vervangen door bepalingen waarbij nieuwe criteria ter zake daarvan worden vastgesteld, wanneer laatstbedoelde bepalingen – wat ter beoordeling van de verwijzende rechter staat – de werkingssfeer van die beperkingen hebben uitgebreid. Het verzet zich hoe dan ook ertegen dat een lidstaat zijn op dat tijdstip in werking getreden wetgeving naderhand wijzigt in die zin dat daardoor de werkingssfeer van die beperkingen wordt uitgebreid ten opzichte van de vóór dat tijdstip bestaande situatie.

NTFR 2009/53 - Italië in verzuim

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Het Hof van Justitie EG stelt op het verzoek van de Commissie vast dat Italië, door bij art. 2, lid 44, Begrotingswet 2004 (wet nr. 350 van 24 december 2003 ) de werking van de in art. 8 en 9 Begrotingswet 2003 (wet nr. 289 van 27 december 2002) voorziene belastingkwijtschelding uit te breiden tot het jaar 2002 en door uitdrukkelijk en in algemene zin af te zien van onderzoek naar de in het belastingtijdvak 2002 verrichte belastbare handelingen, de verplichtingen niet is nagekomen die op Italië rusten krachtens art. 10 EG Verdrag alsmede art. 2, lid 1, sub a, c, en d, en art. 193 tot en met 273, titel XI, Btw-richtlijn, waardoor art 2 en 22 Zesde Richtlijn per 1 januari 2007 zijn ingetrokken en vervangen.

NTFR 2009/54 - Bij eigen speciale regel is algemene afrondingsregel bij bepaling pro rata niet verplicht

Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Royal Bank of Scotland (RBS) verricht belaste en vrijgestelde handelingen. De met berekening van btw betrokken goederen en diensten worden voor deze handelingen gebruikt. Het deel van de door RBS voldane voorbelasting dat niet volledig kan worden toegerekend aan of belaste of vrijgestelde handelingen wordt gekwalificeerd als ‘resterende' voorbelasting. Op 31 mei 2002 heeft RBS met de belastingautoriteiten een overeenkomst gesloten omtrent toepassing van speciale methoden voor de aftrek van deze resterende voorbelasting. Deze overeenkomst kende parameters voor een speciale methode voor elke van haar bedrijfssectoren en bepaalde met name dat, wanneer een speciale methode voor een (deel van een) bedrijfssector van RBS voorschreef dat de voorbelasting kon worden gerecupereerd naar maatstaf van een berekend percentage, dat percentage naar boven moest worden afgerond tot op twee cijfers na de komma. Een nationale bepaling op dat vlak gold niet. Naderhand was RBS van mening dat deze afrondingsregel in strijd was met art. 17 en 19 Zesde Richtlijn. RBS stelde dat moest worden afgerond tot op het hogere hele getal en zij heeft toestemming van de autoriteiten gevraagd om een methode voor het bepalen van het bedrag van in een bepaalde bedrijfssector aftrekbare resterende voorbelasting te mogen gebruiken waarbij werd afgerond op het hogere hele getal. Op de vragen uit de na afwijzing van dit verzoek gevolgde gerechtelijke procedure verklaart het Hof van Justitie EG voor recht dat de lidstaten niet verplicht zijn de afrondingsregel van art. 19, lid 1, tweede alinea, Zesde Richtlijn toe te passen wanneer het pro rata voor de toepassing van het recht op aftrek van de voorbelasting wordt berekend volgens een van de speciale methoden van art. 17, lid 5, derde alinea, sub a, b, c of d, van deze richtlijn.

NTFR 2009/55 - Alleen verklaring betalingsbedrag indien bij uitstel van betaling zekerheid is verstrekt (I)

ECLI:NL:HR:2008:BC2566, datum uitspraak 19-12-2008, publicatiedatum 19-12-2008
Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 met annotatie van mr. M.J.A. Castelijn
Belanghebbende is werkzaam in de unit- en montagebouw. Zij heeft van 1999 tot en met 2002 werknemers ingeleend. Bij de uitlener heeft in december 1999 een boekenonderzoek plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in een op 5 december 2000 opgelegde naheffingsaanslag LB. Nadat de uitlener bezwaar heeft gemaakt, is door de ontvanger uitstel van betaling verleend zonder zekerheid te vragen. In 2000 en 2001 heeft de ontvanger aan de uitlener verklaringen inzake het betalingsgedrag afgegeven. De uitlener heeft de naheffingsaanslag uiteindelijk niet betaald. Vervolgens is belanghebbende in oktober 2002 aansprakelijk gesteld voor de nageheven loonbelasting. Belanghebbende betoogt dat de ontvanger in strijd heeft gehandeld met het zorgvuldigheidsbeginsel door aan de uitlener verklaringen inzake het betalingsgedrag te blijven afgeven, terwijl hij inmiddels ernstige fraude had geconstateerd. Volgens de Hoge Raad komt aan de afgegeven verklaringen maar beperkte betekenis toe. De ontvanger mocht ook een verklaring afgeven indien uitstel van betaling is verleend. Dit neemt echter niet weg dat de ontvanger, met het oog op de belangen van de inleners, bij het verlenen van uitstel van betaling aan de uitlener wel voldoende zekerheid dient te vragen.

NTFR 2009/56 - Alleen verklaring betalingsbedrag indien bij uitstel van betaling zekerheid is verstrekt (II)

ECLI:NL:HR:2008:BC2496, datum uitspraak 19-12-2008, publicatiedatum 19-12-2008
Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 met annotatie van mr. M.J.A. Castelijn
Belanghebbende is werkzaam in de bouw. Zij heeft werknemers ingeleend. Bij de uitlener heeft in december 1999 een boekenonderzoek plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in een op 5 december 2000 opgelegde naheffingsaanslag LB. Nadat de uitlener bezwaar heeft gemaakt, is door de ontvanger uitstel van betaling verleend zonder zekerheid te vragen. In 2000 en 2001 heeft de ontvanger aan de uitlener verklaringen inzake het betalingsgedrag afgegeven. De uitlener heeft de naheffingsaanslag uiteindelijk niet betaald. Vervolgens is belanghebbende in oktober 2002 aansprakelijk gesteld voor de nageheven loonbelasting. Belanghebbende betoogt dat de ontvanger in strijd heeft gehandeld met het zorgvuldigheidsbeginsel door aan de uitlener verklaringen inzake het betalingsgedrag te blijven afgeven, terwijl hij wist dat de uitlener waarschijnlijk zijn fiscale verplichtingen niet zou nakomen.

NTFR 2009/57 - Verklaringen inzake betalingsgedrag staan niet in de weg aan aansprakelijkstelling

ECLI:NL:HR:2008:BC2565, datum uitspraak 19-12-2008, publicatiedatum 19-12-2008
Aflevering 1-2, gepubliceerd op 08-01-2009 met annotatie van mr. M.J.A. Castelijn
Belanghebbende oefent een schildersbedrijf uit. Zij heeft 2000 en 2001 werknemers ingeleend. Bij de uitlener heeft een boekenonderzoek plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in een naheffingsaanslag LB. De uitlener heeft de naheffingsaanslag niet betaald. Vervolgens is belanghebbende in oktober 2002 aansprakelijk gesteld voor de nageheven loonbelasting. In cassatie betoogt belanghebbende dat hij niet aansprakelijk kan worden gesteld, nu aan de uitlener zogenoemde schone verklaringen inzake het betalingsgedrag zijn afgegeven, terwijl het boekenonderzoek bij de uitlener al twee jaar gaande was.