Aflevering 45

Gepubliceerd op 9 november 2017

NTFR 2017/2717 - Peer review effectief governance-instrument?

Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 geschreven door prof. dr. I.J.J. Burgers
Peer review is in de wetenschap een beproefd instrument om verbetering van kwaliteit te bewerkstelligen. Ook in de internationale governance van de fiscaliteit heeft dit instrument zijn intrede gedaan als middel om via zachte dwang verbetering van resultaat te bewerkstelligen. Peer review wordt gebruikt door het in 2009 door de OECD opgerichte ‘Global Forum on Transparency and Exchange of Information for Tax Purposes’ (hierna: Global Forum) om te bewerkstelligen dat de landen die lid zijn van het Global Forum hun regelgeving dusdanig aanpassen dat wordt voldaan aan de door het Global Forum ontwikkelde Standaard voor transparantie en gegevensuitwisseling. Ook het Inclusive Framework BEPS heeft peer review omarmd als instrument om ervoor te zorgen dat de landen die zich gecommitteerd hebben aan de BEPS-minimumstandaard aan die standaard gaan voldoen.

NTFR 2017/2718 - Wetsvoorstellen vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst en btw-constructies met (on)roerende zaken ingetrokken

Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017
De minister-president heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de lopende wetsvoorstellen die het kabinet zal intrekken. In de lijst staan de twee fiscale wetsvoorstellen vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst (Kamerstukken II, 2012-2013, 33 714) en Wijziging Wet OB 1968 in verband met de aanpak van constructies met betrekking tot (on)roerende zaken (Kamerstukken II, 2006-2007, 30 061). De wetsvoorstellen zullen op de reguliere wijze worden ingetrokken.

NTFR 2017/2723 - Verzamelwet SZW 2018: Vierde nota van wijziging

Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017
In de Vierde nota van wijziging bij de Verzamelwet SZW 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid enkele (datagerelateerde) wijzigingen aangekondigd ten aanzien van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). In art. 4.1 Wtl is vastgelegd dat de Belastingdienst, vóór 15 maart volgend op het kalenderjaar waarover de tegemoetkomingen zijn aangevraagd, aan werkgevers een overzicht verstrekt van de werknemers waarvoor de werkgever een verzoek heeft gedaan voor een tegemoetkoming op grond van de Wtl. Daarnaast is in art. 4.1 Wtl vastgelegd dat de in aanmerking te nemen gegevens uit de loonaangifte van de werkgever worden beoordeeld op grond van de loonaangiften over een kalenderjaar zoals die uiterlijk op 1 mei van het daaropvolgende kalenderjaar zijn ingediend (alsmede de aanvullingen daarop die uiterlijk op die datum hebben plaatsgevonden). Door middel van de voorgestelde wijzigingen wordt geregeld dat, mocht het om uitvoeringstechnische redenen nodig zijn, de genoemde data van respectievelijk 15 maart en 1 mei voor het jaar 2018 bij ministeriële regeling op een latere datum kunnen worden vastgesteld, die ten hoogste twee maanden later is gelegen. Op dit moment kan namelijk nog niet worden overzien of de in de wet genoemde data in 2018 uitvoeringstechnisch haalbaar zijn, omdat in dat jaar voor de eerste maal het lage-inkomensvoordeel zal worden uitbetaald aan werkgevers.

NTFR 2017/2724 - Shields & Sons: uitsluiting landbouwer van landbouwregeling in verband met fiscaal voordeel is ongerechtvaardigd

Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van mr. A. Vroon
Shields & Sons Partnership is een Noord-Ierse personenvennootschap die runderen fokt voor de slacht. Op 1 mei 2004 is Shields & Sons toegelaten tot deelname aan de landbouwregeling. De verkoopprijs van de runderen mocht hij daarom met 4% verhogen, waarbij voor zijn afnemers recht op aftrek ontstond. Bij een belastingcontrole in 2012 constateerde de Britse belastingdienst dat Shields & Sons door deelname aan de landbouwregeling in de jaren 2004 tot en met 2012 een financieel voordeel van circa € 425.000 had genoten. Om die reden heeft de Britse belastingdienst het verstrekte deelnamecertificaat voor de landbouwregeling ingetrokken. De verwijzende rechter stelt twee prejudiciële vragen. De eerste vraag is of art. 296, lid 2, Btw-richtlijn een uitputtende omschrijving geeft van de gevallen waarin een landbouwproducent van de landbouwregeling mag worden uitgesloten. Daarnaast vraagt de verwijzende rechter of landbouwproducenten die door toepassing van de landbouwregeling aanzienlijk meer terugkrijgen dan zonder die toepassing, een ‘categorie’ landbouwproducenten in de zin van de eerdergenoemde bepaling vormen.

NTFR 2017/2725 - BB construct: Slowaakse zekerheidstelling bij btw-registratie enkel toegestaan als proportioneel

Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van prof. mr. dr. R.A. Wolf
BB construct heeft een btw-registratieverzoek ingediend omdat zij een omzet van ten minste € 49.790 heeft behaald. De Slowaakse belastingdienst heeft bepaald dat BB construct gedurende twaalf maanden een zekerheid moest stellen. Het bedrag van die zekerheid was € 500.000 en moest binnen twintig dagen worden betaald. De achtergrond van de zekerheid is dat een andere vennootschap, die persoonlijk of vermogensrechtelijk een betrekking heeft met BB construct, btw-schulden heeft. De Slowaakse rechter vraagt zich af of deze nationale regeling in overeenstemming is met de Btw-richtlijn en het Handvest van de Europese Unie.

NTFR 2017/2726 - Na ontbinding vof kan geen boete worden opgelegd; vóór totstandkoming vof geen inhoudingsplicht

ECLI:NL:HR:2017:2655, datum uitspraak 20-10-2017, publicatiedatum 20-10-2017
Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van mr. W.E. Nent-Vroomen
Per 1 oktober 2009 zijn A en B een vof (belanghebbende) aangegaan. Per 31 december 2009 is de vof ontbonden. Aan de vof is een naheffingsaanslag loonheffing 2009 opgelegd alsmede een boete. De Hoge Raad oordeelt op basis van eerdere jurisprudentie dat de aanslag en de boete aan een niet meer bestaande rechtspersoon kunnen worden opgelegd. Wat de boete betreft is evenwel vanaf 1 juli 2009 art. 5:1, lid 3, Awb van toepassing. Volgens deze bepaling is art. 51, lid 2 en 3 Sr. van overeenkomstige toepassing. Dit brengt mee dat het opleggen van een bestuurlijke boete aan een ontbonden rechtspersoon slechts mogelijk is als de kennisgeving van het voornemen tot boeteoplegging of het opleggen van de boete zelf heeft plaatsgevonden voordat de ontbinding van die rechtspersoon voor derden kenbaar was. Kenbaarheid van de ontbinding leidt ertoe dat de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan de ontbonden rechtspersoon vervalt. Dit belet niet dat een boete wordt opgelegd aan degenen die opdracht hebben gegeven tot een door die rechtspersoon begaan beboetbaar feit of daaraan feitelijk leiding hebben gegeven. Met betrekking tot de naheffingsaanslag overweegt de Hoge Raad dat de vof niet als inhoudingsplichtig kan worden aangemerkt vóór het moment waarop zij tot stand is gekomen en als zodanig aan het maatschappelijk verkeer is gaan deelnemen.

NTFR 2017/2727 - Toereikende volmacht van rechtsvoorganger; in appel volle toetsing van oordeel rechtbank over volmacht

ECLI:NL:HR:2017:2757, datum uitspraak 27-10-2017, publicatiedatum 27-10-2017
Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk
A bv heeft een bedrijfsgebouw. Met ingang van 23 december 2014 is A bv juridisch gefuseerd met belanghebbende als overnemende vennootschap. In 2015 is ten aanzien van belanghebbende een WOZ-beschikking afgegeven voor het bedrijfsgebouw. Namens belanghebbende is door B beroep ingesteld inzake deze WOZ-beschikking. De rechtbank heeft om een machtiging gevraagd. Overgelegd wordt een door D namens A bv ondertekende volmacht van 9 oktober 2014. De rechtbank heeft geoordeeld dat een geldige machtiging ontbreekt en heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Volgens de Hoge Raad ten onrechte. Blijkens het uittreksel uit het handelsregister was D in oktober 2014 bevoegd namens A bv een volmacht te verstrekken. Verder blijkt uit de stukken niet dat belanghebbende heeft willen terugkomen op de door haar rechtsvoorganger (A bv) gegeven volmacht. Het beroep is derhalve ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Verder overweegt de Hoge Raad nog dat Hof Amsterdam (9 februari 2017, nr. 16/00007, NTFR 2017/1014) ten onrechte ervan is uitgegaan dat in hoger beroep niet in volle omvang kan worden getoetst of de rechtbank terecht heeft beslist dat het beroep niet-ontvankelijk is wegens het ontbreken van een toereikende machtiging.

NTFR 2017/2730 - Database van Belastingdienst is een op de zaak betrekking hebbend stuk

ECLI:NL:PHR:2017:977, datum uitspraak 25-09-2017, publicatiedatum 20-10-2017
Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
Deze procedure maakt deel uit van een cluster van zeven verwante zaken waarin gelijktijdig eveneens een conclusie wordt genomen. Dit zijn de zaken met nrs. 16/04237, 16/04325, 16/04497, 16/05120, 17/00879, 17/01448 en 17/02730. Bij die conclusies hoort een gemeenschappelijke bijlage. Alle zaken hebben gemeen dat zij – op enigerlei wijze – zien op de vraag of bepaalde fysieke stukken of computerbestanden zijn aan te merken als ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’.

NTFR 2017/2731 - Belastingrechter hoeft niet ambtshalve na te gaan of inspecteur alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd

ECLI:NL:PHR:2017:1001, datum uitspraak 25-09-2017, publicatiedatum 20-10-2017
Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
Deze procedure maakt deel uit van een cluster van zeven verwante zaken waarin gelijktijdig eveneens een conclusie wordt genomen. Dit zijn de zaken met nrs. 16/04237, 16/04325, 16/04497, 16/05120, 17/00879, 17/01448 en 17/02730. Bij die conclusies hoort een gemeenschappelijke bijlage. Alle zaken hebben gemeen dat zij – op enigerlei wijze – zien op de vraag of bepaalde fysieke stukken of computerbestanden zijn aan te merken als ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’.

NTFR 2017/2732 - Grondstaffel in softwareprogramma is een op de zaak betrekking hebbend stuk

ECLI:NL:PHR:2017:1008, datum uitspraak 25-09-2017, publicatiedatum 20-10-2017
Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
Deze procedure maakt deel uit van een cluster van zeven verwante zaken waarin gelijktijdig eveneens een conclusie wordt genomen. Dit zijn de zaken met nrs. 16/04237, 16/04325, 16/04497, 16/05120, 17/00879, 17/01448 en 17/02730. Bij die conclusies behoort een gemeenschappelijke bijlage. Alle zaken hebben gemeen dat zij, op enigerlei wijze, zien op de vraag of bepaalde fysieke stukken of computerbestanden zijn aan te merken als ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’.

NTFR 2017/2733 - Originele aanslagbiljet is niet een op de zaak betrekking hebbend stuk

ECLI:NL:PHR:2017:1016, datum uitspraak 25-09-2017, publicatiedatum 20-10-2017
Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
Deze procedure maakt deel uit van een cluster van zeven verwante zaken waarin gelijktijdig eveneens een conclusie wordt genomen. Dit zijn de zaken met nrs. 16/04237, 16/04325, 16/04497, 16/05120, 17/00879, 17/01448 en 17/02730. Bij die conclusies hoort een gemeenschappelijke bijlage. Alle zaken hebben gemeen dat zij – op enigerlei wijze – zien op de vraag of bepaalde fysieke stukken of computerbestanden zijn aan te merken als ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’.

NTFR 2017/2734 - Taxatiedossiers die pas in beroepsfase door inspecteur zijn opgevraagd vormen op de zaak betrekking hebbende stukken

ECLI:NL:PHR:2017:1040, datum uitspraak 25-09-2017, publicatiedatum 20-10-2017
Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
Deze procedure maakt deel uit van een cluster van zeven verwante zaken waarin gelijktijdig eveneens een conclusie wordt genomen. Dit zijn de zaken met nrs. 16/04237, 16/04325, 16/04497, 16/05120, 17/00879, 17/01448 en 17/02730. Bij die conclusies hoort een gemeenschappelijke bijlage. Alle zaken hebben gemeen dat zij – op enigerlei wijze – zien op de vraag of bepaalde fysieke stukken of computerbestanden zijn aan te merken als ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’.

NTFR 2017/2735 - Strafdossier is niet een op de zaak betrekking hebbend stuk

ECLI:NL:PHR:2017:1036, datum uitspraak 25-09-2017, publicatiedatum 20-10-2017
Aflevering 45, gepubliceerd op 09-11-2017 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
Deze procedure maakt deel uit van een cluster van zeven verwante zaken waarin gelijktijdig eveneens een conclusie wordt genomen. Dit zijn de zaken met nrs. 16/04237, 16/04325, 16/04497, 16/05120, 17/00879, 17/01448 en 17/02730. Bij die conclusies hoort een gemeenschappelijke bijlage. Alle zaken hebben gemeen dat zij – op enigerlei wijze – zien op de vraag of bepaalde fysieke stukken of computerbestanden zijn aan te merken als ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’.