Aflevering 13

Gepubliceerd op 29 maart 2007

NTFR 2007/493 - Hedge-accounting: eeuwige strijd tussen voorzichtigheid en realiteit

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007 geschreven door dr. M.J. Peters
Langzaam maar zeker begint de fiscale mist op te klaren die financiële instrumenten zolang heeft omgeven. Hoewel van een eenduidige behandeling nog geen sprake is, beginnen de contouren van een fiscaal waarderingsysteem zichtbaar te worden. Lange tijd is er in de literatuur vanuit gegaan dat een samengestelde behandeling van tegenovergestelde balansposten alleen verplicht was indien de posities volledig spiegelbeeldig waren aan elkaar qua looptijd, omvang, onderliggende waarde en risico. Dat deze benadering te strikt is, kan onder meer worden afgeleid uit het zogenoemde ‘Hedge-arrest’HR 23 januari 2004, nr. 37.893, NTFR 2004/99, BNB 2004/214c. uit 2004 en de recente conclusies van A-G Wattel inzake de ‘X-zaak’Conclusie A-G Wattel 13 december 2006, nr. 42.916, NTFR 2007/202. en de ‘Gedekte call-optie zaak’Conclusie A-G Wattel 13 december 2006, nr 42.970, NTFR 2007/201.. De wereld van derivaten kenmerkt zich door complexe, Engelse termen en wiskundige modellen die de zaken soms nodeloos ingewikkeld en moeilijk te doorgronden maken voor de gemiddelde fiscalist. Niettemin kan de materie in zijn eenvoud worden teruggebracht tot een vraag: wanneer gebied goed koopmansgebruik een gezamenlijk waardering van balansposten?

NTFR 2007/494 - Commentaar NOB op Fiscale onderhoudswet 2007

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft commentaar geleverd op het wetsvoorstel Fiscale onderhoudswet 2007 (NTFR 2007/165). In het commentaar gaat de Orde uitgebreid en kritisch in op de voorgestelde wijziging van de peildatasystematiek box 3 bij deeljaarbelastingplicht. Deze wijziging werd voorgesteld naar aanleiding van HR 8 september 2006, nr. 41.652 (NTFR 2006/1291). De voorgestelde maatregel gaat volgens de Orde veel verder dan een incidentele reparatie van de uitspraak en betreft in wezen een fundamentele koerswijziging in de peildatasystematiek bij deeljaarbelastingplicht in de forfaitaire vermogensrendementsheffing ten aanzien van individuele belastingplichtigen en fiscale partners. De Orde stelt een tweetal mogelijkheden voor waarbij het probleem op een alternatieve wijze wordt opgelost. Ook gaat de Orde in op de voorgestelde wijziging van de aftrekregeling voor monumentenpanden.

NTFR 2007/496 - Vergroening van het belastingstelsel

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007
De staatssecretaris van Financiën zegt in zijn toespraak op het 'Brussels Tax Forum' dat hij meer vergroening wil van het belastingstelsel. Hij geeft in zijn toespraak aan welke plannen het kabinet heeft om duurzame ontwikkeling te bevorderen met het gebruik van belastingen. Zo stelt het kabinet een belasting voor op vliegen en op verpakkingen. Ook wil de staatssecretaris het belastingverschil tussen zuinige en minder zuinige auto's vergroten.

NTFR 2007/497 - Beantwoording Kamervragen over voorlopige aanslag inkomstenbelasting ondernemers

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007
Bij de voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2007 die aan ondernemers zijn opgelegd is geen rekening gehouden met de MKB-winstvrijstelling van 10%. Op vragen daarover antwoordt de staatssecretaris dat de reden daarvan is dat het geautomatiseerde systeem de verschillende inkomensbestanddelen die samen het box 1-inkomen vormen, niet kan onderscheiden. Het verlagen van het totale box 1-inkomen werd te onnauwkeurig geacht en aanpassing van de systemen zou te forse ingrepen vergen. Ondernemers moeten vóór 1 augustus 2007 hun schattingsformulier inleveren, daarbij kunnen zij zelf de MKB-winstvrijstelling toepassen. De Belastingdienst legt naar aanleiding daarvan een nadere voorlopige aanslag op. Binnen vier weken worden de ondernemers schriftelijk over de herstelmogelijkheid via het schattingsformulier geïnformeerd. Wenst een ondernemer eerder een voorlopige aanslag te ontvangen met MKB-winstvrijstelling, dan kan hij daartoe een verzoek indienen bij de Belastingdienst (formulier op de site van de Belastingdienst).

NTFR 2007/512 - Europese Commissie stelt transfer pricing-richtlijnen voor

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007 geschreven door mr. M.H.C. Ruijschop
De Europese Commissie heeft een aanbeveling overgenomen van het EU Joint Transfer Pricing Forum. De Commissie en het Forum zijn van mening dat Advance Pricing Agreements (APA’s) een aangewezen middel zijn om de rechtszekerheid te verhogen en de lasten die samenhangen met transfer pricing te verminderen. Daarom heeft de Commissie richtlijnen voor APA's opgesteld die het voor bedrijven makkelijker moeten maken om geschillen te vermijden die worden veroorzaakt door de verschillende transfer pricing-voorschriften in de lidstaten. De transfer pricing-regels beogen ervoor te zorgen dat in grensoverschrijdende situaties de gelieerde bedrijven de correcte belastinggrondslag opgeven aan de landen waar zij handel drijven. De richtlijnen bevatten voorschriften voor lidstaten hoe zij een APA-procedure moeten voeren en verschaffen adviezen aan het bedrijfsleven dat betrokken is in dat proces. De richtlijnen geven het kader voor de algemene procedure, maar geven ook gedetailleerd aan hoe sommige specifieke problemen kunnen worden opgelost. Zij geven ook voorbeelden van het noodzakelijke tijdpad en de toepassingsgebieden voor APA's. Uitvoering van de richtlijnen zal resulteren in een sneller en efficiënter gebruik van APA’s en dit zal het gebruik van APA’s in de EU aanmoedigen en leiden tot minder geschillen en minder dubbele belasting.

NTFR 2007/515 - Beleid over ongelukkig geredigeerd en vergeten testament aangepast

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007 geschreven door mr. drs. B.B.A. de Kroon LLM
De minister van Financiën heeft in een besluit het beleid bij verwerping van een nalatenschap, een ongelukkige redactie van een testament, een vergeten testament en de informele wil, geactualiseerd en samengevoegd. Wat de ongelukkige redactie van een testament en het vergeten testament betreft, is het beleid aangepast

NTFR 2007/524 - EC verleent Nederland goedkeuring voor uitbreiding fiscale steunregeling tot zeilende Commercial Cruising Vessels

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007
De Europese Commissie heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de uitbreiding van een Nederlandse fiscale steunregeling, waarbij de afdrachtvermindering in de zeevaart ook gaat gelden voor bemanningsleden van zeilende Commercial Cruising Vessels (CCV's). De steunregeling bevordert de ontwikkeling van de maritieme transportsector en beschermt de werkgelegenheid van Europese zeevarenden op schepen die onder de vlag van een EU-lidstaat varen. Nu de desbetreffende Europese regelgeving eveneens voorziet in een verlaging van loonbelasting en sociale premies van zeevarenden concludeert de commissie dat de uitbreiding verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

NTFR 2007/527 - EC breidt formele onderzoeksprocedure uit met betrekking tot de Belgische coördinatiecentra

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007
De Europese Commissie heeft besloten tot een uitbreiding van de procedure met betrekking tot de belastingregeling voor de coördinatiecentra die in 2002 op grond van de regels van het EG-Verdrag werd ingeleid. Hiermee geeft zij aan België en de belanghebbenden de gelegenheid hun opmerkingen te maken naar aanleiding van HvJ EG 22 juni 2006, zaken C-182/03 en C-217/03. De overgangsmaatregelen die de commissie heeft vastgesteld in haar beschikking van 17 februari 2003, waarin het stelsel van de coördinatiecentra onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard (zie persbericht IP/03/242, NTFR 2003/410), worden in dit arrest gedeeltelijk nietig verklaard. Naar aanleiding van de ontvangen opmerkingen zal de commissie vaststellen in welke overgangsmaatregelen zij met ingang van 17 februari 2003 had moeten voorzien.

NTFR 2007/528 - EC start diepgaand onderzoek naar Hongaarse belasting van groepsrente

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007
De Europese Commissie heeft een formele onderzoeksprocedure geopend naar de Hongaarse belasting van groepsrente. Wanneer een in Hongarije gevestigd bedrijf een positief rentesaldo met zijn gelieerde bedrijven heeft, wordt slechts de helft van de rente belast. Omgekeerd, als het gelieerde bedrijf dat de rente betaalt in Hongarije is gevestigd, trekt het slechts de helft van het rentebedrag van het belastbare inkomen af. Echter, als het gelieerde bedrijf in het buitenland is gevestigd, is het niet onderworpen aan de Hongaarse belastingregels. Daarom kan dat in het buitenland gevestigde bedrijf het gehele betaalde rentebedrag van zijn belastbaar inkomen aftrekken. De commissie betwijfelt of de regeling een algemene belastingmaatregel vormt. Op de eerste plaats sluit de Hongaarse wetgeving kleine bedrijven en financiële firma's van de toepassing van de maatregel uit. Voorts staat de regeling slechts open voor groepen bedrijven en niet voor individuele bedrijven. Bovendien lijkt de regeling alleen in een internationale context voordelig te zijn. Ten slotte kan een bedrijf er elk jaar voor kiezen om uit de regeling te stappen. Daarom is de commissie in dit stadium van mening dat de maatregel een selectief voordeel aan bepaalde bedrijven kan verlenen, in strijd met de staatssteunregels van het EG-Verdrag. De regeling is gelijkwaardig aan de Nederlandse groepsrentebox, waarnaar de commissie een formele onderzoeksprocedure startte op 7 februari 2007 (zie IP/07/154, NTFR 2007/243).

NTFR 2007/529 - Per abuis berekende btw niet vatbaar voor teruggaaf

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Aan Reemtsma, een in Duitsland gevestigde vennootschap zonder vaste inrichting in Italië, zijn door een Italiaanse firma reclame- en marketingdiensten geleverd, waarvoor door deze firma btw in rekening is gebracht. De btw is ten laste van Reemtsma gebracht en aan de Italiaanse schatkist afgedragen. Reemtsma heeft vervolgens verzocht om gedeeltelijke teruggaaf van twee voldane btw-bedragen, die zij meende onverschuldigd te hebben betaald daar de desbetreffende diensten waren verleend aan een in Duitsland gevestigde belastingplichtige, zodat de btw in Duitsland verschuldigd was. De nationale belastingdienst weigerde de teruggaaf en Reemtsma stelde tegen deze weigering beroep in bij de Italiaanse rechter. Het verzoek wordt verworpen omdat de uitgeschreven rekeningen betrekking hadden op reclame- en marketingdiensten die niet aan btw onderworpen waren. Aan de territorialiteitsvoorwaarde was niet voldaan, aangezien zij waren verricht aan een in een andere lidstaat belastingplichtige persoon. Op de vervolgens door de Italiaanse rechter gestelde prejudiciële vragen verklaart het Hof van Justitie EG voor recht dat:

NTFR 2007/533 - Omzetbelasting. Ter beschikking stellen van personeel

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007
Dit besluit ziet op de omzetbelastingheffing bij het ter beschikbaar stellen van personeel. In een aantal situaties keurt de staatssecretaris van Financiën goed dat heffing achterwege blijft. Die situaties komen in dit besluit aan de orde. Naast een actualisering, samenvoeging en intrekking van de tot de datum van publicatie van dit besluit gepubliceerde beleidsbesluiten over dit onderwerp, wordt onder bepaalde voorwaarden goedgekeurd dat heffing ook achterwege kan blijven met betrekking tot het onderling detacheren van wetenschappelijk personeel door universitaire instellingen. Er bestaat geen recht op aftrek van voorbelasting voor zover op grond van dit besluit geen belastingheffing plaatsvindt.

NTFR 2007/534 - Overgangsregeling heffing van omzetbelasting over arbritagediensten

Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007
In dit besluit treft de staatssecretaris van Financiën een overgangsregeling voor de heffing van omzetbelasting over arbitragediensten. In een besluit uit 1983 is goedgekeurd dat een advocaat die als arbiter optreedt, onder bepaalde omstandigheden zijn werkzaamheden als arbiter niet als ondernemer verricht. Deze goedkeuring is op 29 augustus 2006 ingetrokken. In dit besluit keurt de staatssecretaris goed dat omzetbelastingheffing achterwege blijft bij arbitragezaken die vóór 29 augustus 2006 aanhangig zijn gemaakt. Een arbiter die van deze goedkeuring gebruik maakt, heeft voor zover geen recht op aftrek van voorbelasting. Ingevolge het besluit worden inspecteurs ook gemachtigd nadere afspraken te maken over de facturering.

NTFR 2007/539 - Bij betalingsachterstand blijft melding betalingsonmacht geldig

ECLI:NL:HR:2007:AZ6635, datum uitspraak 16-03-2007, publicatiedatum 16-03-2007
Aflevering 13, gepubliceerd op 29-03-2007 met annotatie van mr. J.D. Schouten
Op 3 maart 1998 heeft de bestuurder van A bv namens deze vennootschap overeenkomstig het bepaalde in art. 36, lid 2, IW 1990 aan de ontvanger mededeling gedaan van betalingsonmacht. A bv verricht in mei van datzelfde jaar een betaling aan de ontvanger. Op 22 oktober 1999 wordt deze bestuurder door de ontvanger aangesproken voor een bedrag van € 163.695 ter zake van schulden van A bv. De ontvanger is van oordeel dat door de betaling in mei 1998 de melding van betalingsonmacht geen waarde meer heeft. De rechtbank stelt de ontvanger in het gelijk. Het hof acht de visie van de ontvanger niet juist, voor zover het de periode na 3 maart 1998 betreft. De ontvanger stelt cassatie in. De Hoge Raad oordeelt dat een belastingplichtige voor een belasting, waarvoor hij een melding betalingsonmacht heeft gedaan, niet opnieuw zo'n melding hoeft te doen zolang nog sprake is van een betalingsachterstand. Dit is niet het geval indien de ontvanger de belastingplichtige na ontvangst van een betaling, schriftelijk laat weten de betalingsonmacht niet langer aanwezig te achten. De Hoge Raad is dan ook van oordeel dat de melding van de bestuurder van 3 maart 1998 haar gelding heeft behouden. Slechts voor tijdvakken voor die melding is de bestuurder aansprakelijk. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van de ontvanger.