NTFR 2008/131 - Bestuurlijke boete voor de belastingadviseur als medepleger
Aflevering 4, gepubliceerd op 24-01-2008 geschreven door prof. dr. mr. P.G.H. AlbertNaar huidig recht kan de inspecteur géén (bestuurlijke) boete opleggen aan de belastingadviseur die namens de belastingplichtige of inhoudingsplichtige een onjuiste aangifte heeft ingediend. Wel is het denkbaar dat de strafrechter aan de belastingadviseur een (strafrechtelijke) boete oplegt wegens het doen van onjuiste aangifte (art. 69 AWR). Omdat het doen van onjuiste aangifte een kwaliteitsdelict vormt, is voor zo’n (strafrechtelijke) boete vereist dat de belastingadviseur medepleger (art. 47 WvSr) is van of medeplichtige (art. 48 WvSr) aan het doen van een onjuiste aangifte.Met kwaliteitsdelict wordt bedoeld dat de pleger van het delict een bepaalde kwaliteit moet hebben, namelijk de kwaliteit van aangifteplichtige (belastingplichtige of inhoudingsplichtige). Na invoering van wetsvoorstel 29 702 (Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht) – naar verwachting per 1 juli 2008 – zal de inspecteur de belastingadviseur wél kunnen beboeten.