Aflevering 29

Gepubliceerd op 16 juli 2009

NTFR 2009/1528 - Het bankgeheim: enkele ontwikkelingen*

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 geschreven door prof. dr. P. Kavelaars
* Deze Opinie is ontleend aan een voordracht die ik op 17 juni 2009 tijdens een door de Eerste Kamer georganiseerd symposium heb gehouden. Het symposium, waarop het boek Tax Justice geschreven door M. Kohonen en F. Mestrum, is aangeboden aan de staatssecretaris van Financiën, stond in het teken van Tax Justice.

NTFR 2009/1529 - Schaderegeling bij investering in duurzame kas of stal 2007-2008

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
Ondernemers die in 2007 of in 2008 investeerden in duurzame kassen of stallen kunnen in aanmerking komen voor een schadevergoeding. Zij worden gecompenseerd voor het niet kunnen toepassen van de verruimde Vamil-regeling. Het Ministerie van Landbouw voert de regeling uit. De procedure voor de regeling, die 1 januari 2010 in werking treedt, wordt nog bekend gemaakt.

NTFR 2009/1530 - Wijziging energielijst 2009 per 1 juni 2009

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
De bijlage bij de Uitv.reg. EI 2001, Stcrt. 2008, nr. 249, (NTFR 2009/290), wordt tussentijds gewijzigd (energielijst 2009). Aan de energielijst 2009 zijn investeringen toegevoegd in bestaande huurwoningen bestemd voor andere dan kortstondige verhuur, die leiden tot een significante verbetering van de energieprestatie van de woningen. Deze investeringen komen met ingang van 1 juni 2009 in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek.

NTFR 2009/1531 - Waarde bouwrecht vormt een nagekomen bedrijfsbate

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
Belanghebbende heeft ultimo 2000 haar veehouderij gestaakt. Op grond van de Regeling beëindiging veehouderijtakken heeft zij in 2001 een sloopsubsidie ontvangen. Deze subsidie is in 2002 ingetrokken en terugbetaald, omdat belanghebbende in dat jaar een bouwvergunning heeft verkregen voor de bouw van een tweede woning. De inspecteur heeft de waarde van het bouwrecht (€ 197.841) als een nagekomen bedrijfsbate in 2002 in de heffing betrokken. Rechtbank Arnhem heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. Ook in appel had belanghebbende geen succes. Volgens Hof Arnhem (NTFR 2008/748) heeft belanghebbende door toekenning van de bouwvergunning een voordeel genoten ter grootte van de waardestijging van de grond met agrarische bestemming naar grond als bouwkavel. Dit voordeel hangt volgens het hof onlosmakelijk samen met de beëindiging van haar onderneming. Het voordeel vormt in 2002 genoten winst uit onderneming. Bij de bepaling van de grootte van het voordeel mag volgens het hof, anders dan belanghebbende bepleit, geen rekening worden gehouden met subjectieve elementen. De Hoge Raad heeft het ingestelde cassatieberoep ongegrond verklaard onder verwijzing naar art. 81 Wet RO.

NTFR 2009/1532 - Werkzaamheden firmant in autoschadeherstelbedrijf van ondersteunende aard

ECLI:NL:GHARN:2009:BJ1484, datum uitspraak 23-06-2009, publicatiedatum 03-07-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
Belanghebbende drijft in firmaverband met haar echtgenoot een autoschadeherstelbedrijf. In het bedrijf zijn zeven monteurs werkzaam. De inspecteur heeft belanghebbende de zelfstandigenaftrek onthouden, omdat volgens hem de uitsluitingsregel (ondersteunende werkzaamheden en ongebruikelijk samenwerkingsverband) van toepassing is. Rechtbank Arnhem heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. Ook in appel heeft belanghebbende geen succes.

NTFR 2009/1534 - Evaluatierapport eenduidige loonaangifte naar Tweede Kamer

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
De minister van SZW stuurt het Evaluatierapport Pilot Eenduidige Loonaangifte aan de Tweede Kamer. De eenduidige loonaangifteketen moet per 1 januari 2011 worden ingevoerd. Het ontwerp voor het koninklijk besluit waarin de inwerkingtreding wordt geregeld, zal uiterlijk medio november 2009 aan de Tweede en de Eerste Kamer worden overgelegd.

NTFR 2009/1535 - Bewijs inzake negatief loon ten dele geleverd

ECLI:NL:GHARN:2009:BJ1482, datum uitspraak 23-06-2009, publicatiedatum 03-07-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB 2004 € 87.060 aan looninkomsten verantwoord. Daarop heeft hij € 10.000 onder de noemer 'kosten terugstorting e.d.' in mindering gebracht. In de beroepsfase heeft belanghebbende gesteld dat het gaat om negatief loon ter zake van terugbetaling (uit het netto loon) van voorheen belaste provisies en om een rente betreffende een eigenwoningschuld.

NTFR 2009/1537 - Turkse weduwe heeft geen recht op nabestaandenuitkering

ECLI:NL:HR:2009:BJ1980, datum uitspraak 10-07-2009, publicatiedatum 10-07-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
Belanghebbende woont in Turkije. Haar echtgenoot heeft van 1971 tot 1981 in Nederland in dienstbetrekking gewerkt. Hij is arbeidsongeschikt geworden en genoot een WAO-uitkering. In 1982 is de echtgenoot teruggekeerd naar Turkije. Hij bleef verplicht verzekerd voor de Nederlandse volksverzekeringen. Aan deze verplichte verzekering is per 1 januari 2000 een einde gekomen als gevolg van het Besl. kring verzekerden. De echtgenoot is in 2001 overleden. De aanvraag van belanghebbende om toekenning van een nabestaandenuitkering is afgewezen, omdat de echtgenoot op het tijdstip van overlijden niet verzekerd was op grond van de Anw en evenmin op grond van de wettelijke regelingen van Turkije.

NTFR 2009/1540 - Valutaverlies Turkse deelneming aftrekbaar

ECLI:NL:HR:2009:BJ2011, datum uitspraak 10-07-2009, publicatiedatum 10-07-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. F. van Horzen
Belanghebbende heeft meerderheidsdeelnemingen in Turkije en een minderheidsdeelneming in Marokko. In de kosten die verband houden met de Turkse deelnemingen is een valutaverlies begrepen. Onder verwijzing naar de valutaregeling van art. 13, lid 1, Wet VPB 1969, heeft de inspecteur de aftrek van het valutaverlies niet toegestaan.

NTFR 2009/1541 - De nabetaling bij de koop van aandelen in een radiostation valt onder de deelnemingsvrijstelling

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI9911, datum uitspraak 18-06-2009, publicatiedatum 01-07-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. W.F.E.M. Egelie
In 2000 koopt Y bv van X1 bv en X2 bv 85% van de aandelen in een radiostation (Y Radio BV). Met ingang van 2003 zijn belanghebbende (als moeder) en Y bv gevoegd in een fiscale eenheid. Voor zowel belanghebbende als Y bv vormt het aandelenbezit een deelneming. In de koopovereenkomst is opgenomen dat Y bv een additionele koopprijs verschuldigd is die afhankelijk is van de verkrijging door Y Radio BV van een frequentie. In 2003 verkrijgt Y Radio BV die frequentie. Y bv heeft de verplichting tot de additionele betaling ultimo 2000 op nihil gewaardeerd en brengt de nabetaling in 2003 ten laste van de winst.

NTFR 2009/1542 - Brussel keurt rentebox goed

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
De staatssecretaris van Financiën heeft van de Europese Commissie groen licht gekregen voor de verplichte groepsrentebox. Volgens de Europese Commissie is deze rentebox geen vorm van verboden staatssteun. De staatssecretaris heeft zich de afgelopen twee jaar in Brussel hard gemaakt voor de rentebox.

NTFR 2009/1544 - Voor hetzelfde feit kan niet zowel een verzuim- als vergrijpboete worden opgelegd

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. D.G. Barmentlo
Belanghebbende heeft over het vierde kwartaal van 2000 geen loonheffing aangegeven en afgedragen. De inspecteur legt over dat kwartaal een naheffingsaanslag op. Gelijktijdig is een verzuimboete van f 30 opgelegd wegens het niet betalen van loonheffing. Nadien blijkt dat aan de directeur-grootaandeelhouder (dga) van belanghebbende in december 2000 een salaris van f 220.000 is toegekend. De inspecteur legt daarom een naheffingsaanslag loonheffing over het tijdvak 2000 op, alsmede een vergrijpboete van € 21.825. Het door de dga genoten salaris had in het vierde kwartaal van 2000 moeten zijn afgedragen, zodat de vergrijpboete ziet op het niet betalen van loonheffing in dat kwartaal. Nu ook de verzuimboete van f 30 is opgelegd vanwege het niet-betalen van loonheffing over dat vierde kwartaal, zijn beide boetes opgelegd voor hetzelfde feit.

NTFR 2009/1545 - Hof moet alle gedingstukken in de beoordeling betrekken

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. P.T. van Arnhem
Voor Hof Arnhem waren de aan belanghebbende opgelegde belastingaanslagen in geschil. Belanghebbende is niet verschenen op de hofzitting van 22 april 2005. De heffingsambtenaar heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen. Na de zitting is een afschrift van de pleitnota aan belanghebbende verzonden. Bij brief van 18 mei 2005 heeft belanghebbende op de pleitnota gereageerd. Nadien heeft belanghebbende erin toegestemd dat het hof uitspraak doet zonder een nadere zitting. Het hof heeft in de uitspraak de brief van 18 mei 2005 niet opgenomen onder de weergave van de gedingstukken. Ook anderszins heeft het hof geen blijk ervan gegeven die brief in de beoordeling te hebben betrokken.

NTFR 2009/1554 - Grensarbeider krijgt aftrek op premie-inkomen van negatieve inkomsten uit Belgische woning

ECLI:NL:HR:2009:BH4069, datum uitspraak 10-07-2009, publicatiedatum 10-07-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. J.C.L.M. Fijen
Belanghebbende, inwoner van België, werkt in een privaatrechtelijke dienstbetrekking in Nederland. Hij is een zogenoemde grensarbeider. België is bij uitsluiting bevoegd het loon in de belastingheffing te betrekken. Voor de volksverzekeringen valt belanghebbende uitsluitend binnen het bereik van de wetgeving van Nederland. Hier is hij verzekeringsplichtig en premieplichtig. Belanghebbende wenst de hypotheekrente ter zake van zijn in België gelegen eigen woning in aftrek te brengen op zijn premie-inkomen.

NTFR 2009/1556 - Nederland hoeft Belgische onroerende voorheffing niet te compenseren

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
Aan belanghebbende is voor het jaar 2001 een aanslag inkomstenbelasting opgelegd. Belanghebbende woont sinds 1993 in België. Belanghebbende heeft gekozen voor toepassing van de regels voor binnenlands belastingplichtigen als bedoeld in art. 2.5 Wet IB 2001. Hierdoor wordt het inkomen uit de in België gelegen woning van belanghebbende tot het belastbaar inkomen uit werk en woning in Nederland gerekend. In België is over deze woning een bedrag van € 936 aan onroerende voorheffing geheven. Belanghebbende stelt dat het inkomen uit werk en woning € 936 minder moet bedragen vanwege de in België geheven onroerende voorheffing dan wel dat anderszins met deze dubbele belasting rekening moet worden gehouden. In cassatie is in geschil of Nederland bij het bepalen van het Nederlandse belastbare inkomen uit werk en woning van een buitenlandse belastingplichtige die nagenoeg zijn gehele inkomen in Nederland verdient en kiest voor behandeling als binnenlands belastingplichtige als bedoeld in art. 2.5 Wet IB 2001, rekening moet houden met de in België op de aldaar gelegen eigen woning geheven onroerende voorheffing.

NTFR 2009/1558 - Fiscale eenheid tussen stichtingen omdat zij financieel verweven zijn

ECLI:NL:HR:2009:BF0401, datum uitspraak 26-06-2009, publicatiedatum 26-06-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. T.G. Perié
Tweede cassatieronde in deze zaak (zie eerder HR 9 juni 2006, NTFR 2006/849). Stichting X2 (belanghebbende) is een instelling voor hoger beroepsonderwijs. Zij heeft Stichting X1 opgericht, die een deel van haar werkzaamheden overneemt. Stichting X2 stelt gedurende het onderhavige tijdvak aan Stichting X1 huisvesting, alsmede – tegen vergoeding – onderwijzend en ondersteunend (administratief) personeel ter beschikking. Stichting X1 stelt op haar beurt bij haar in dienst zijnd personeel tegen vergoeding ter beschikking aan Stichting X2. In geschil is of tussen beide stichtingen een fiscale eenheid bestaat. Hof Arnhem (NTFR 2007/187) heeft die vraag bevestigend beantwoord. In cassatie is uitsluitend in geschil of tussen de stichtingen een financiële verwevenheid bestaat. Daarvan is sprake indien de financiële positie en/of de financiële gedragingen van het ene lichaam rechtstreeks afhankelijk zijn van, dan wel rechtstreeks van invloed zijn op de financiële positie van het andere lichaam. Dit is geen strengere eis dan bij aandelenvennootschappen. De Hoge Raad is het eens met de bevestigende beantwoording door hof Arnhem dat hier sprake is van een financiële verwevenheid.

NTFR 2009/1560 - Overgangsregeling wetswijziging belaste verhuur van toepassing ondanks niet melden

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
Belanghebbende, een fiscale eenheid, verhuurt – belast – een aantal panden aan A. De aanvang van de verhuur is gelegen voor de wetswijziging, die met terugwerkende kracht tot 31 maart 1995, 18.00 uur is ingegaan. Gedurende het heffingstijdvak heeft A ter zake van de verhuur jaarlijks aan belanghebbende een verklaring afgegeven dat zij de gehuurde panden gebruikt voor doeleinden waarvoor zij een (nagenoeg) volledig recht op aftrek van belasting heeft. In 2001 blijkt dat A de panden voor meer dan 10% gebruikt voor doeleinden waarvoor geen recht op aftrek bestaat. Indien belanghebbende de verhuur binnen vier weken na de wetswijziging had gemeld, had zij de belaste verhuur op grond van een overgangsregeling zonder meer kunnen voortzetten. Dát heeft belanghebbende, gelet op de eerst in 2001 ontstane wetenschap, natuurlijk niet gedaan.

NTFR 2009/1562 - Verlaagd btw-tarief isolatiewerkzaamheden

Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
In deze brief aan de Tweede Kamer gaat de staatssecretaris van Financiën in op de mogelijkheid om het verlaagde omzetbelastingtarief voor op energiebesparing gerichte isolatiewerkzaamheden tevens toe te passen op rieten daken. Binnenkort verschijnt er een nieuw beleidsbesluit inzake het verlaagde btw-tarief. Vooruitlopend daarop geeft de staatssecretaris aan dat voor de rieten daken het uitgangspunt wordt dat wordt aangesloten bij de zogenoemde Rc-waarde (warmteweerstand van een constructie).

NTFR 2009/1563 - Gefiltreerde maltbase is geen drank

ECLI:NL:HR:2009:BC5878, datum uitspraak 19-06-2009, publicatiedatum 19-06-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. W.J. Benning
In geschil is de indeling van gefiltreerde maltbase in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). Gefiltreerde maltbase is een door ultrafiltratie van bier verkregen kleurloze, niet schuimende, drinkbare vloeistof, die niet naar bier smaakt, en wel naar alcohol maar niet naar bier ruikt. Het product wordt onder meer gebruikt als ingrediënt voor mixdranken zoals breezers en shooters. Het product als zodanig wordt niet als drank verkocht of aangeboden. Belanghebbende staat indeling voor in post 2203 of 2206 als drank. De inspecteur daarentegen deelt de gefiltreerde maltbase als ethylalcohol in bij post 2208 van de GN.

NTFR 2009/1564 - Geen accijnsheffing ter zake van levering afvalolie

ECLI:NL:HR:2009:BC4307, datum uitspraak 29-05-2009, publicatiedatum 29-05-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. A.A. Feenstra
Belanghebbende houdt zich bezig met het inzamelen, het vervoeren en het verwerken van afvalstoffen, waaronder afvalolie. Belanghebbende heeft afvalolie afgeleverd aan andere bedrijven die daarvoor een vergoeding hebben betaald. Deze bedrijven gebruiken deze olie, nadat zij daaraan het water hebben onttrokken, voor verwarming.

NTFR 2009/1565 - Inkoopprijs referentieauto maatgevend voor door particulier ingevoerde auto

ECLI:NL:HR:2009:BJ2012, datum uitspraak 10-07-2009, publicatiedatum 10-07-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. J. Rolleman
Belanghebbende, een particulier, heeft in Duitsland een gebruikte personenauto gekocht. Voor de berekening van de verschuldigde BPM wenst hij bij de waardebepaling van de auto als uitgangspunt te nemen de inruilwaarde zoals de handel die pleegt te hanteren.

NTFR 2009/1573 - Saldo op G-rekening niet mede verpand voor aansprakelijkheid als doorlener

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1802, datum uitspraak 19-06-2009, publicatiedatum 07-07-2009
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009 met annotatie van mr. J.D. Schouten
Arrowflex is een uitzendorganisatie die eigen uitzendkrachten en werknemers uitleent, en die ook uitzendkrachten inleent van andere, te weten Engelse, uitzendorganisaties om die vervolgens door te lenen. Arrowflex heeft met de ontvanger een G-rekeningovereenkomst inlenersaansprakelijkheid gesloten. De verzoeken van Arrowflex tot deblokkering van een deel van het saldo op de G-rekening zijn door de ontvanger niet gehonoreerd. Arrowflex vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de ontvanger te veroordelen om binnen één week na betekening van het vonnis aan Arrowflex te doen toekomen een schriftelijke machtiging tot het vrijgeven van een deel van het saldo op de G-rekening.

NTFR 2009/1574 - Sterke afname bodemverontreiniging is bijzondere omstandigheid ex art. 19 Wet WOZ

ECLI:NL:HR:2009:BJ2030, datum uitspraak 10-07-2009, publicatiedatum 05-04-2013
Aflevering 29, gepubliceerd op 16-07-2009
Belanghebbende is eigenaar van twee nagenoeg identieke tussenwoningen. In het naastgelegen pand was in het verleden een benzinestation aanwezig. Als gevolg van lekkages was de grond ernstig verontreinigd. Vanaf 2003 is de sanering van de grond gestart. In de uitspraak op het bezwaar tegen de waardebeschikking heeft de heffingsambtenaar de waarde verminderd en het tijdvak beperkt tot 1 januari 2001 tot en met 31 december 2003. Daarbij heeft de heffingsambtenaar rekening gehouden met ernstige bodemverontreiniging. Rechtbank Utrecht heeft het tegen deze uitspraak op bezwaar ingestelde beroep ongegrond verklaard. Met de heffingsambtenaar was Hof Amsterdam (NTFR 2008/2458) van oordeel dat de in 2003 opgetreden sterke afname van vervuiling, resulterend in de beëindiging van de actieve sanering, een bijzondere omstandigheid vormt die ertoe leidt dat de panden van belanghebbende een verandering in waarde hebben ondergaan, die groter is dan de in art. 19, lid 2, onderdeel c, Wet WOZ opgenomen drempel. De waarde van de panden is terecht bepaald naar de staat bij het begin van het kalenderjaar 2004. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de panden niet te hoog vastgesteld. De Hoge Raad heeft het ingestelde cassatieberoep ongegrond verklaard onder verwijzing naar art. 81 Wet RO.