Aflevering 14

Gepubliceerd op 8 april 2010

NTFR 2010/828 - Tipgeld en toezicht

Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 geschreven door mr. drs. A.J. van den Bos
Toezicht is een thema dat ertoe doet tegenwoordig. Wie de krant leest of televisie kijkt ontkomt er bijna niet aan om kennis te nemen van toezichthouders of bestuurders van toezichthouders die allerhande verklaringen afleggen. Niet zelden gaat het om bijdragen waarin toezichthouders meer of minder gespannen pogen te verklaren waarom het door hen gehouden toezicht niet heeft kunnen voorkomen dat deze of gene rampspoed heeft kunnen plaatsvinden. We hoeven maar te denken aan de financiële crisis, de woekerpolissen, de woekerpensioenen, het van de beurs halen van ABN/AMRO, de ondergang van DSB. Eén toezichthouder of verantwoordelijke voor een toezichthouder steekt hier soms in zeker opzicht gunstig bij af: de staatssecretaris, of tegenwoordig zelfs minister van Financiën, mr.drs. J.C. de Jager. Met een zekere regelmaat trad hij de laatste maanden op in programma’s als van Pauw en Witteman. Ook in de kranten was hij regelmatig aanwezig. Opgewekt meldde hij zijn successen. Niet zelden ging het daarbij om cd-rom’s met gegevens van mogelijke zwartspaarders en om betalingen aan lieden die dergelijke gegevensbestanden in de aanbieding hebben. Daarbij kan gemakkelijk de vraag opkomen welke normen gelden of zouden moeten gelden bij het hanteren van het tipgeldmiddel als instrument van toezicht.

NTFR 2010/829 - Rapporten Brede Heroverwegingen

Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010
Het kabinet heeft de rapporten van de 20 werkgroepen Brede Heroverwegingen aan de Tweede Kamer aangeboden. In de rapporten zijn varianten opgenomen waarmee op 20 beleidsthema's geld bespaard kan worden. De varianten zijn bedoeld als ondersteuning bij het maken van keuzes voor herstel van de overheidsfinanciën. Voor elke variant zijn budgettaire, economische en maatschappelijke effecten zo veel mogelijk in kaart gebracht.

NTFR 2010/830 - Doorbelaste mededingingsboete opgelegd door de Commissie is niet aftrekbaar

ECLI:NL:GHAMS:2010:BL7056, datum uitspraak 11-03-2010, publicatiedatum 11-03-2010
Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van mr. dr. E. Nijkeuter
Belanghebbende maakt deel uit van een concern. Aan een andere, in Duitsland gevestigde, concernvennootschap is door de Europese Commissie een boete van € 85,8 miljoen opgelegd vanwege inbreuk op art. 81 EG-Verdrag. De Duitse vennootschap heeft de opgelegde boete doorbelast aan de betrokken concernonderdelen, waaronder belanghebbende. De inspecteur heeft de doorbelaste boete niet in aftrek toegelaten. Rechtbank Haarlem oordeelde dat de opgelegde boete zowel bestraffende als voordeelontnemende elementen bevat. Daarom achtte de rechtbank het niet aanvaardbaar dat de boete, voor zover het een voordeelontnemend karakter heeft, niet in aftrek op de winst wordt toegelaten.

NTFR 2010/831 - Kartelboeten zijn niet aftrekbaar

Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van mr. dr. E. Nijkeuter
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft aan de belanghebbenden een boete opgelegd wegens overtreding van de kartelverboden van art. 6 Mw en art. 81 EG-Verdrag (thans art. 101 VWEU). Het gaat dus in alle gevallen om kartelafspraken met grensoverschrijdend effect en de boete dient in alle gevallen mede tot handhaving van art. 81 EG-Verdrag.

NTFR 2010/834 - Kleding van bediening en keukenpersoneel is werkkleding

ECLI:NL:GHAMS:2010:BL5617, datum uitspraak 18-02-2010, publicatiedatum 03-03-2010
Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van mr. J. van de Merwe
Belanghebbende, een restaurant, heeft aan haar werknemers, bedienend personeel, keuken- en schoonmaakpersoneel (crew) en managementpersoneel, kleding verstrekt. In geschil is of deze kleding is aan te merken als werkkleding. De naheffing ter zake van de aan het management verstrekte kleding wordt door belanghebbende niet betwist. Het hof is van oordeel dat de kleding van de crew kwalificeert als uniforme kleding in de zin van het besluit van 6 augustus 2002, nr. CPP2002/1351M, NTFR 2002/1142 en dus als werkkleding is aan te merken. Het zien van de gehele outfit voorzien van het beeldmerk van het restaurant, zal bij derden (vrijwel) onmiddellijk een associatie met het restaurant oproepen. De werknemers waren verplicht om tijdens hun werkzaamheden deze kleding te dragen. De boete van 25% acht het hof passend en geboden.

NTFR 2010/837 - Regeling groenprojecten 2010

Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010
De ministers van VROM en Financiën publiceren de Regeling groenprojecten 2010. Deze Regeling groenprojecten 2010 is een gezamenlijke regeling van de ministeries van Financiën en VROM in samenwerking met de ministeries van LNV en V&W en vervangt de Regeling groenprojecten 2005.

NTFR 2010/840 - Besluit over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010
De minister actualiseert het besluit van 12 december 2007, nr. CPP2007/2793M (NTFR 2008/74) over de fiscale partnerregeling en de heffingskortingen naar de stand per 1 januari 2010. Ten opzichte van het voorgaande besluit is een aantal wijzigingen aangebracht en enkele tekstuele aanpassingen. Met de laatste aanpassingen is geen beleidswijziging beoogd. Tot de inhoudelijke wijzigingen behoort het nieuwe onderdeel 2.12a. Daarin is een goedkeuring opgenomen over het herzien van de verdeling van de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen over 2003 en 2004 voor de situaties dat die verdeling gevolgen heeft voor de tegemoetkoming buitengewone uitgaven.

NTFR 2010/843 - Bezwaar tegen successierechtaanslagen ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard

ECLI:NL:HR:2010:BL8879, datum uitspraak 26-03-2010, publicatiedatum 26-03-2010
Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van mr. dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
De bezwaren van belanghebbenden tegen de aanslagen successierecht zijn wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. In de beroepsprocedure heeft de inspecteur erkend dat de bezwaarschriften wel tijdig zijn ingediend, maar heeft de inspecteur gesteld dat de bezwaren niet-ontvankelijk hadden moeten worden verklaard wegens het ontbreken van de gronden. De rechtbank heeft het beroep – via een verzetprocedure – ongegrond verklaard. Deze beslissing houdt in cassatie echter geen stand. Belanghebbenden hebben namelijk beroepsgronden aangevoerd tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar wegens termijnoverschrijding, waarvan de juistheid door de inspecteur is erkend. Voorts blijkt uit het dossier dat belanghebbenden in bezwaar wel degelijk de gronden van het bezwaar hebben ingediend. Het verzet had derhalve gegrond moeten worden verklaard.

NTFR 2010/844 - Belastingrechter is niet gebonden aan beleidsregel BBBB 1998

ECLI:NL:GHARN:2010:BL7203, datum uitspraak 23-02-2010, publicatiedatum 11-03-2010
Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van mr. E. Thomas
Belanghebbende heeft een auto gekocht waarvan hij dacht dat het een bestelauto betrof maar volgens de wet een personenauto bleek te zijn. Het verschil aan motorrijtuigenbelasting tussen een personenauto en een bestelauto is nageheven. Daarbij is een verzuimboete van € 488 opgelegd conform BBBB 1998. Rechtbank Arnhem heeft de boete gematigd tot € 122 omdat sprake is van een licht verzuim. In appel stelt de inspecteur dat dit niet strookt met BBBB 1998. Het hof zet uiteen dat de belastingrechter niet is gebonden aan BBBB 1998. In het kader van de straftoemeting kan de rechter verschillende, ook niet in BBBB 1998 genoemde, omstandigheden laten meewegen. Dit heeft de rechtbank kennelijk gedaan. Het hof kan zich vinden in de afweging die de rechtbank heeft gemaakt.

NTFR 2010/845 - Rechtbank zet uitspraak kracht bij door opleggen van dwangsom

ECLI:NL:RBBRE:2009:BL0550, datum uitspraak 23-12-2009, publicatiedatum 26-01-2010
Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van Jong
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking voor het jaar 2007 en vervolgens tegen de uitspraak op bezwaar beroep aangetekend bij de rechtbank. De rechtbank heeft op 17 november 2008 de zaak terugverwezen naar de heffingsambtenaar teneinde een brief van belanghebbende te beantwoorden `waarna de bezwaarprocedure in volle omvang opnieuw dient plaats te vinden'. Belanghebbende heeft in januari 2009 de heffingsambtenaar verzocht gevolg te geven aan de beslissing van de rechtbank. De heffingsambtenaar heeft daarop gereageerd dat belanghebbende opnieuw een bezwaarschrift tegen de WOZ-beschikking kan indienen. Belanghebbende heeft geen nieuw bezwaarschrift ingediend en na enkele briefwisselingen heeft belanghebbende de heffingsambtenaar in gebreke gesteld wegens het niet-tijdig beslissen op het bezwaarschrift.

NTFR 2010/847 - Wijziging procedure voor verdragsvoordelen VS pensioenfondsen

Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010
In het belastingverdrag met de VS is een vrijstelling geregeld van bronbelasting op dividenden betaald aan pensioenfondsen. Bij een verzoek tot vermindering van de Nederlandse dividendbelasting aan de bron moeten Amerikaanse pensioenfondsen óf een geldig door de IRS afgegeven certificaat 6166 óf een door de Nederlandse belastingdienst afgegeven kwalificatiebeschikking overleggen. Vanaf 1 april 2010 kunnen geen kwalificatiebeschikkingen meer worden aangevraagd bij de Belastingdienst. Reeds afgegeven kwalificatiebeschikkingen blijven nog drie jaar geldig. Daarna is in alle gevallen een Amerikaans formulier 6166 nodig.

NTFR 2010/849 - Vrij van btw uitlenen van personeel in bepaalde sectoren geoorloofd

Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Bij besluit van de staatssecretaris van 14 maart 2007, nr. CPP2007/347M, NTFR 2007/533, heeft Nederland de regels vastgesteld die van toepassing zijn op het ter beschikking stellen van personeel in een aantal bijzondere sectoren. Onder aanvoering van twee grieven verzoekt de Commissie het Hof van Justitie EU (HvJ EU) vast te stellen dat Nederland, door af te zien van heffing van btw voor het ter beschikking stellen van personeel in de sociaal-culturele, de gezondheids- en de onderwijssector, aan de euregio’s en in het kader van de bevordering van arbeidsmobiliteit, de verplichtingen niet is nagekomen van art. 2, lid 1, sub c, art. 13, art. 24, lid 1, en art. 132 van de Btw-richtlijn. Nederland verweert zich door te stellen dat art. 132 en het daarmee te bereiken doel voldoende ruimte bieden het onderling ter beschikking stellen van personeel in de sociaal-culturele, de gezondheids- en de onderwijssector vrij te stellen in die gevallen. Elke andere uitlegging zou leiden tot kostenverhogingen die de toegankelijkheid van de gezondheidszorg en het onderwijs kunnen belemmeren. Het ter beschikking stellen van personeel aan de euregio’s is zo ingebed in publiekrechtelijke verhoudingen dat het gerechtvaardigd is het standpunt in te nemen dat de betrokken gemeenten en provincies ter zake daarvan handelen als overheid. Het HvJ EU verwerpt het beroep van de Commissie.

NTFR 2010/850 - Eenpersoonscabine voor vertoning films is geen bioscoop

Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Over de ontvangsten voor de terbeschikkingstelling van eenpersoonscabines voor het bekijken van films heeft Erotic Center BVBA het verlaagde btw-tarief van 6% in plaats van het algemene tarief van 21% toegepast. Zij stelt zich op het standpunt dat de cabines zijn te rangschikken onder de categorie `inrichtingen voor cultuur, sport of vermaak' in de zin van de Belgische btw regelgeving, aangezien deze cabines met name als een `bioscoop' in de zin van bijlage H, categorie 7, Zesde Richtlijn moeten worden beschouwd, zoals de Nederlandse rechters overigens reeds hebben geoordeeld. Bij deze kwalificatie spelen het aantal zitplaatsen, de aard van de vertoonde films of de techniek van de filmvertoning geen rol. De Belgische fiscus is van mening dat deze cabines `automatische ontspanningstoestellen' zijn, daar het starten van de films gebeurt met een geldinworp in een toestel waarbij van de ene naar de andere film kan worden overgeschakeld. Deze cabines kunnen voorts niet als een `bioscoop' worden gekwalificeerd, aangezien zij geen ruimte zijn waarin een groep mensen samen naar één en dezelfde film kan kijken die wordt gestart buiten toedoen van de toeschouwers die een toegangskaartje hebben gekocht. Op de in de daarop volgende gerechtelijke procedure gestelde prejudiciële vraag verklaart het HvJ EU voor recht dat het begrip verlenen van toegang tot een bioscoop in bijlage H, categorie 7, eerste alinea, Zesde Richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat het geen betrekking heeft op de betaling door een consument om individueel een of meer films of filmfragmenten te kunnen bekijken in een afgesloten ruimte als deze cabines.

NTFR 2010/851 - Verkrijging Nederlanderschap doen diplomatieke vrijstellingen niet vervallen

Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van mr. J. Rolleman
Belanghebbende, werkzaam bij het consulaat-generaal van Marokko, heeft in 1993 een BMW ingevoerd met vrijstelling van btw en bpm (vrijstelling van diplomatieke en consulaire goederen). Op 8 januari 2004 heeft belanghebbende op zijn verzoek het Nederlanderschap verkregen. Volgens de inspecteur heeft belanghebbende hierdoor geen recht meer op bedoelde vrijstellingen. Daarom heeft hij bij één aanslagbiljet bpm en omzetbelasting nageheven. Op 25 februari 2004 heeft belanghebbende afstand van het Nederlanderschap gedaan. Het hof heeft het beroep ongegrond verklaard.

NTFR 2010/853 - Tweede aansprakelijkstelling voor dezelfde naheffingsaanslagen gehandhaafd

ECLI:NL:RBARN:2009:BL3527, datum uitspraak 01-12-2009, publicatiedatum 10-02-2010
Aflevering 14, gepubliceerd op 08-04-2010 met annotatie van mr. dr. H. Vermeulen
Belanghebbende is als bestuurder aansprakelijk gesteld voor aan A bv opgelegde en onbetaald gebleven naheffingsaanslagen loon- en omzetbelasting. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aansprakelijkstelling. Bij uitspraak op bezwaar heeft de ontvanger de aansprakelijkheid voor de naheffingsaanslagen verminderd naar nihil in verband met een formeel gebrek, namelijk het (nog) niet in gebreke zijn van A bv. Enkele maanden later wordt belanghebbende opnieuw aansprakelijk gesteld voor dezelfde naheffingsaanslagen. Tussen partijen is in geschil of belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld.