NTFR 2011/1702 - Insolvabiliteit: vrijval van schulden in de VPB, ja of nee?
Aflevering 31, gepubliceerd op 04-08-2011 geschreven door prof. dr. J.N. BouwmanVoor menig ondernemer leidt het slechte tij waarin de economie verkeert tot verliezen. In veel gevallen komt de ondernemer deze verliezen weer te boven en kan hij zijn bedrijf blijven voortzetten. In andere gevallen slaagt de ondernemer er niet in zijn bedrijf weer op koers te brengen en is hij genoodzaakt zijn bedrijf te beëindigen. Vaak verliest de ondernemer dan het kapitaal dat hij in zijn bedrijf heeft gestoken en verliezen ook de crediteuren (een deel van) het geld dat zij aan de ondernemer hebben uitgeleend. Crediteuren zien de insolvabiliteit van een debiteur vaak aankomen en zullen hun vorderingen al in een eerder stadium hebben afgewaardeerd. Voor de debiteur ligt dit in beginsel anders. Een debiteur zal zijn schulden niet afwaarderen (laten vrijvallen), ook al is hij – naar aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid – niet in staat zijn schulden volledig te betalen. Hoewel dit de algemene regel is, bestaan daarop enkele uitzonderingen die in het recente verleden in de rechtspraak aan de orde zijn geweest. Deze rechtspraak heeft mij aanleiding gegeven tot het schrijven van deze Opinie. De Opinie beperkt zich tot aan de vennootschapsbelasting (VPB) onderworpen debiteuren.