NTFR 2012/1608 - Chambaz en het verbod op gedwongen zelfincriminatie
Aflevering 27, gepubliceerd op 05-07-2012 geschreven door dr. E.B. PechlerOp 5 april 2012 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zich in de zaak Chambaz tegen Zwitserland, nr. 11663/04, andermaal uitgesproken over het zwijgrecht.Het arrest is te vinden op de site van het Hof (www.echr.coe.int), vooralsnog alleen in het Frans. Zie voor een samenvatting van het arrest NTFR 2012/1225 (met commentaar van Hendriks). Het Hof acht de klacht over schending van het verbod op gedwongen zelfincriminatie gegrond en verwijst in zijn motivering onder meer naar ‘Funke’EHRM 25 februari 1993, nr. 82/1991/334/407, BNB 1993/250., ‘Saunders’EHRM 17 december 1996, nr. 43/1994/490/572, BNB 1997/254. en, met name, ‘J.B.’EHRM 3 mei 2001, nr. 31827/96, BNB 2002/26.. Chambaz klaagt ook over schending van het ‘equality of arms’-beginsel, welke klacht het Hof gegrond acht, en over schending van het vermoeden van onschuld, welke klacht het Hof verwerpt. Deze klachten laat ik verder onbesproken. De beslissing in ‘Chambaz’ is genomen door een Kamer uit de Vijfde Sectie en is, anders dan in ‘J.B.’, niet unaniem (vijf stemmen voor en twee tegen). ‘Chambaz’ heeft meteen al de aandacht getrokken.Fiscaal up to Date 17 april 2012, nr. 2012-1064 (EHRM rekt zwijg- en inzagerecht in fiscale boetezaak op). Hoe verhoudt ‘Chambaz’ zich tot ‘J.B.’? En heeft ‘Chambaz’ gevolgen voor de rechtspraak van de Hoge Raad? Deze heeft zich ook enige malen uitgesproken over het zwijgrecht, onder meer in BNB 2002/27HR 27 juni 2001, nr. 35.889, LJN: AB2314, NTFR 2001/985, BNB 2002/27. en BNB 2008/159HR 21 maart 2008, nr. 43.050, LJN: BA8179, NTFR 2008/614, BNB 2008/159.. Daarbij is de vraag gerezen of deze rechtspraak wel in overeenstemming is met die van het Hof.