NTFR 2012/404 - Beoefening van de belastingwetenschap
Aflevering 8, gepubliceerd op 23-02-2012 geschreven door mr. L.J.A. Pieterse‘De legistische methode van wetenschapsbeoefening heeft de overhand in het belastingrecht’, zo valt te lezen in de schriftelijke versie van een afscheidsrede die een jaar of wat geleden in Amsterdam werd uitgesproken.M.P. van Overbeeke, Het verval van de belastingstaat en de staat van de belasting, Vrije Universiteit, Amsterdam 2005, p. 21. Het ‘object van wetenschap’, zo vervolgde de redenaar, ‘wordt beperkt tot verschijnselen die in wetten zijn neergelegd, daaronder begrepen de jurisprudentie, dus op datgene wat de staat als belastingrecht te kennen geeft’. Hij kan zich niet vinden in deze, wat hij noemt, legistische wetenschapsbenadering. ‘Eigenlijke rechtswetenschap’, zo laat hij op welhaast dwingende toon weten, ‘behoort onderzoek te doen naar het verschil van wat wordt voorgewend en de werkelijkheid: welke sociale krachten schuil gaan achter de façade van de belastingheffing.’ Deze wat eigenzinnig geformuleerde passages, die een betwistbare opvatting vertolken, doen uitkomen dat de methode van wetenschapsbeoefening op achteloze manier kan worden vermengd met het wenselijke object van studie. Deze grootheden of verschijnselen, het bedoelde object van onderzoek en de (daarbij) te hanteren methoden dus, hangen weliswaar samen, maar moeten wel worden onderscheiden, al was het maar omdat de keuze van het object (veelal) het gebruik van een bepaalde methode oproept. Over welke onderwerpen belastingwetenschappers zich de afgelopen decennia hebben uitgelaten, is onlangs in een fraaie – in MBB gepubliceerde – beschouwing uit de doeken gedaan.J.L.M. Gribnau, A.O. Lubbers en H. Vording, ‘Belastingwetenschap: 80 jaar en bijna volwassen?’, MBB 2011/12, p. 488 e.v. In deze kolommen zal ik op wat impressionistische wijze stilstaan bij (vooral) de methoden die in de belastingwetenschap een rol spelen, en zijdelings ingaan op het belang ervan. Ook behandel ik de vraag in hoeverre methoden dan wel methodologische voorschriften zich verdragen met een creatieve beoefening van de belastingwetenschap (die wel – heel treffend – een ‘menselijke wetenschap’H.J. Hofstra, Plaats en taak van de belastingwetenschap (oratie Leiden), Kluwer, Deventer 1966. is genoemd).